28 839
Gemeentelijke herindeling van het Westland

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

1.Inleiding2
1.1Discussie over de bestuurlijke toekomst van het Westland2
1.2Provincie Zuid Holland: beleid en herindelingsprocedure3
1.3Rijksbeleid4
   
2Inhoud van het voorstel5
2.1De nieuwe gemeente Westland5
2.2De nieuwe gemeente Midden-Delfland5
2.3Grensbeloop tussen de nieuwe gemeenten6
2.4Het Westland in de regio6
2.4.1De gemeente Delft6
2.4.2De gemeente Maassluis7
   
3Financiële aspecten7
   
4Overige aspecten8
4.1Datum van herindeling en verkiezingen8
4.2Naamgeving van gemeenten8
4.3Overgang van personeel9

Bijlage: Herindelingsadvies Westland, Provinciale Staten van Zuid-Holland, 16 oktober 2002. 1

1 INLEIDING

Dit voorstel voorziet in een herindeling van de gemeenten in het Westland. Het huidige aantal van zeven gemeenten wordt door de herindeling teruggebracht tot twee gemeenten: de gemeenten De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen worden samengevoegd tot de nieuwe gemeente Westland, de gemeenten Maasland en Schipluiden vormen samen de nieuwe gemeente Midden-Delfland.

Met het voorstel worden goede voorwaarden geschapen voor een stevig, toekomstgericht en hiermee duurzaam lokaal bestuur in het herindelingsgebied. Deze voorwaarden sluiten aan op de beoordelingscriteria van het beleidskader gemeentelijke herindeling. Het herindelingsvoorstel gaat vergezeld van enkele aanpassingen van bestaande gemeentegrenzen. Naast de vorming van twee nieuwe gemeenten, voorziet het voorstel in een tweetal grenscorrecties met de buurgemeenten Delft en Maassluis. Het herindelingsvoorstel is niet alleen waardevol voor de toekomstperspectieven van het gebied zelf. De vorming van de twee nieuwe gemeenten draagt bovendien bij aan goede, evenwichtige verhoudingen in het stadsgewest Haaglanden.

Met dit voorstel volg ik het herindelingsadvies zoals door provinciale staten van Zuid Holland is vastgesteld.

1.1 Discussie over de bestuurlijke toekomst van het Westland

Het Westland als geheel is een herkenbaar en afwisselend gebied. Historisch is glastuinbouw een belangrijke activiteit in het gebied. Daarnaast zijn groen en recreatie andere belangrijke kenmerken. De zeven Westlandse gemeenten kennen een lange traditie van bestuurlijke samenwerking, die sinds de jaren zestig haar eigen plaats vindt naast en binnen de regio Haaglanden.

Het gemeenschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel voor het Westland als geheel komt ook tot uiting in het Integraal Ontwikkelingsplan Westland (IOPW) van november 1999, een initiatief van de zeven Westlandse gemeenten, samen met het Westlandse bedrijfsleven en andere bestuurlijke partners, gericht op herstructurering en stimulering van het gebied.

De discussie over de bestuurlijke organisatie van het Westland nam vastere vormen aan op het moment dat de zeven Westlandse gemeenten in februari 2000 aan het onderzoeksbureau IVA Tilburg de opdracht gaven op basis van een analyse met concrete voorstellen voor het Westland te komen. Aan de hand van het IVA-rapport kwamen de zeven Westlandse gemeenten tot de conclusie dat een herindeling de juiste keuze is voor de bestuurlijke toekomst van het gebied. Andere maatregelen, zoals intensivering van de samenwerking tussen de gemeenten, achtten de gemeenten niet voldoende om de gesignaleerde bestuurlijke problemen op een adequate wijze het hoofd te bieden. Naast het IVA-rapport liet Schipluiden een nader onderzoek verrichten ter onderbouwing van de vorming van een Midden-Delflandgemeente. De uitkomst van dit onderzoek is, dat een fusie van de gemeenten Schipluiden en Maasland een adequaat antwoord op de gemeentelijke opgaven in het Midden-Delfland is. Uit volksraadplegingen, georganiseerd door de zeven Westlandse gemeentebesturen, bleek dat het streven naar gemeentelijke herindeling door de bevolking breed gedragen werd.

Tot het najaar van 2001 hebben de zeven gemeenten getracht te komen tot een eensluidend herindelingsvoorstel voor het gebied.

Toen dat niet bleek te lukken, besloten de gemeenteraden van Maasland en Schipluiden op 18 oktober 2001 een herindelingsontwerp tot samenvoeging van beide gemeenten in procedure te brengen. Vervolgens voerden gedeputeerde staten op 6 november 2001 overleg met alle Westlandse gemeentebesturen. In dat overleg nam de provincie kennis van de standpunten van de betrokken gemeenteraden. Duidelijk kwam naar voren dat alle partijen een gemeentelijke herindeling van het Westland beoogden. Nu de zeven Westlandse gemeenten er niet zelf in waren geslaagd met een unaniem gedragen herindelingsadvies te komen, concludeerden gedeputeerde staten, dat de provincie zelf de herindeling van het Westland ter hand moest nemen.

Alvorens de provinciale procedure te schetsen, wordt nader ingegaan op het provinciale herindelingsbeleid en de door de provincie van Zuid-Holland gevolgde procedure.

1.2 Provincie Zuid-Holland: beleid en herindelingsprocedure

Om de maatschappelijke discussie over de bestuurlijke positie van de gemeenten in Zuid-Holland op gang te brengen, kwam het in 1999 aangetreden college van gedeputeerde staten in februari 2000 met de startnotitie «Waar ligt de grens?». In januari 2001 verscheen de notitie «Grensverkennend én grensverleggend?, Om de kwaliteit van het lokaal bestuur», die een vervolg is op de eerdere startnotitie. Hierin geeft de provincie in algemene bewoordingen haar visie op de mogelijkheden om de kwaliteit van het lokaal bestuur te verhogen. De provincie legt het accent bij initiatieven vanuit de gemeenten en ziet voor zichzelf een intermediaire rol, in die zin dat de provincie voornamelijk faciliterend en bemiddelend zal optreden. Wel geeft de provincie aan dat zij maatwerk voorstaat en haar rol op een actieve wijze wil vervullen.

De provincie constateert dat versterking van het lokaal bestuur zeer wenselijk is vanwege het stelselmatig in omvang toenemen van het gemeentelijke takenpakket. De provincie is een voorstander van de intensivering van niet-vrijblijvende samenwerking, maar benoemt tegelijkertijd het risico dat in een vergaande samenwerking de democratische legitimering verzwakt. Samenvoeging vanuit een vrijwillig initiatief van betrokken gemeenten zal door de provincie actief worden ondersteund, mits de samenvoeging niet ten koste gaat van ontwikkelingen tussen buurgemeenten of de samenwerking in de regio.

Op 13 november 2001 besloten gedeputeerde staten de arhi-procedure op te starten en aan te vangen met het bestuurlijk overleg op grond van artikel 8, eerste lid, Wet arhi.

De gemeentebesturen van Maassluis en Delft maakten gedeputeerde staten attent op de bijzondere belangen van deze gemeenten bij onderhavige herindelingsprocedure en verlangden eveneens te worden uitgenodigd. Deze uitnodiging werd alsnog gedaan door gedeputeerde staten op 18 december 2001. In dat verband kan nog worden opgemerkt, dat de andere mogelijk belanghebbende buurgemeenten, Den Haag, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen, een dergelijke uitnodiging niet hebben ontvangen. Mij is overigens niet gebleken, dat het uiteindelijke voorstel op bezwaren van deze gemeenten stuit. In het arhi-overleg spraken de gemeentebesturen van De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen zich uit voor de vorming van één nieuwe gemeente Westland. De gemeente Wateringen tekende hierbij aan dat, indien zou gekozen worden voor de 5–2 variant, een variant waarbij enerzijds een «glasgemeente» Westland en anderzijds een «grasgemeente» Midden-Delfland wordt gevormd, de gemeenteraad zich niet tegen dat besluit zou verzetten. De gemeentebesturen van Schipluiden en Maasland spraken zich uit voor de vorming van één gemeente Midden-Delfland. De gemeenten stonden een integrale samenvoeging voor, waarbij evenwel uitvoering zou worden gegeven aan de afspraken in het convenant tussen Delft en Schipluiden, dat deze laatste twee gemeenten hadden gesloten over onder meer hun toekomstige grens.

Het gemeentebestuur van Maassluis benadrukte de totstandkoming van een nieuwe Midden-Delflandgemeente te ondersteunen. Daarbij gaf Maassluis aan de Dijkpolder ten zuidwesten van de A20 aan haar grondgebied te willen toevoegen, vanwege de dringende behoefte aan nieuwe ontwikkelmogelijkheden.

Het gemeentebestuur van Delft was eveneens voorstander van een Midden-Delflandgemeente, waarbij alle grenscorrecties, die waren voorzien in het convenant tussen Delft en Schipluiden, in één keer door de provincie worden uitgevoerd.

Gedurende de arhi-procedure heeft het provinciebestuur zeer uitvoerig aandacht geschonken aan de twee herindelingsvarianten, die binnen het Westland, respectievelijk door omringende gemeenten, werden bepleit. Als argumenten van één zo groot mogelijke en robuuste gemeente werd naar voren gebracht, dat deze de belangen van het Westland het beste kan behartigen, en dat de integrale ontwikkeling van het Westland binnen deze gemeente kan plaatsvinden. Als argumenten voor de 5–2 variant werd naar voren gebracht, dat aldus een bestuurlijke vertaling wordt gegeven aan twee gebieden met een sterk uiteenlopend karakter, en dat hiermee het draagvlak bij de bevolking van Maasland en Schipluiden en van de aangrenzende steden en diverse organisaties groter is.

Voor de provincie waren de argumenten voor de 5–2 variant doorslaggevend. De provinciale procedure werd afgerond met de vaststelling op 16 oktober 2002 door provinciale staten van het herindelingsadvies Westland, gericht op de vorming van de twee nieuwe gemeenten Westland en Midden-Delfland.

Inmiddels hebben de zeven gemeentebesturen mij unaniem kenbaar gemaakt deze uitkomst te willen aanvaarden, en hierbij de wens uitgesproken dat deze herindeling spoedig zal zijn geëffectueerd.

1.3 Rijksbeleid

Bij voorstellen voor gemeentelijke herindeling staat voor het kabinet voorop, dat deze hun basis vinden in een voorstel van de betrokken gemeenten zelf, of van de provincie. In het strategisch akkoord is met zoveel woorden vastgelegd, dat het kabinet zonder zo'n voorstel geen gemeentelijke herindeling zal entameren. Bij herindelingsvoorstellen hecht het kabinet zeer aan een stevig draagvlak onder de bevolking, respectievelijk bij betrokken gemeenten en provincies.

Parallel aan de voorbereiding van onderhavig wetsvoorstel is door het kabinet een nieuw beleidskader gemeentelijke herindeling geformuleerd. Hierin wordt de richting van het herindelingsbeleid, zoals aangegeven in het strategisch akkoord, nader uitgewerkt.

Het kabinet zal bij de beoordeling van herindelingsvoorstellen zes criteria betrekken:

• een optimaal draagvlak onder de bevolking van de betrokken gemeenten wordt nagestreefd;

• de nieuwe gemeente schept goede voorwaarden voor een sterke bestuurlijke en ambtelijke organisatie, gericht op kwalitatief bestuur en dienstverlening;

• het resultaat van de herindeling is duurzaam: wanneer wordt gekozen voor herindeling, is het van belang dat de voorgestelde nieuwe gemeente goed is toegerust voor een langere periode en moet worden voorkomen dat deze nieuwe gemeente binnen afzienbare termijn bij een volgende herindeling wordt betrokken;

• bij de nieuwe gemeente is sprake van een goede en logische interne samenhang;

• de nieuwe gemeente draagt bij aan een goede regionale samenhang en evenwichtige bestuurlijke verhoudingen, waarbij wordt voorkomen dat voor buurgemeenten of andere betrokken gemeenten een «restproblematiek» ontstaat;

• met de voorgestelde indeling wordt aan de betrokken gemeente de planologische ruimte geboden, die noodzakelijk is voor de goede uitoefening van taken of functies van die gemeente.

Elders in deze memorie wordt aan verschillende van de bovengenoemde criteria aandacht geschonken Geconcludeerd kan worden, dat het voorstel goed aan de criteria voldoet.

2 INHOUD VAN HET VOORSTEL

Met dit voorstel worden de huidige gemeenten De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen samengevoegd tot de nieuwe gemeente Westland. De huidige gemeenten Maasland en Schipluiden worden samengevoegd tot de nieuwe gemeente Midden-Delfland. Bovendien worden conform het herindelingsadvies grenscorrecties tussen de huidige gemeenten Delft en Schipluiden en tussen de huidige gemeenten Maasland en Maassluis voorgesteld.

Hieronder worden de onderdelen van het voorstel afzonderlijk toegelicht.

2.1 De nieuwe gemeente Westland

De gemeenten De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen worden samengevoegd tot de nieuwe «glasgemeente» Westland met ongeveer 96 000 inwoners. De overheersende bedrijvigheid in de nieuw te vormen gemeente Westland is onmiskenbaar de glastuinbouw. In dit gebied is sprake van een aaneengroeien van woon- en kassengebieden. Vrije ruimte is uiterst schaars. Met de komst van het Integraal Ontwikkelingsplan Westland (IOPW) van november 1999 is een belangrijke stap gezet in het proces van herstructurering. Uit het streekplan Zuid-Holland West is tevens op te maken dat dit een belangrijk thema zal zijn voor de nieuwe gemeente Westland. De provincie geeft aan dat in het herstructureringsproces sprake kan zijn van een uitwisseling van onder meer kassen-, woon- en groenfuncties, waarbij tevens verbreding zal worden gezocht naar niet-glastuinbouwgebonden bedrijvigheid.

2.2 De nieuwe gemeente Midden-Delfland

De gemeenten Maasland en Schipluiden worden samengevoegd tot de nieuwe «grasgemeente» Midden-Delfland met ongeveer 18 000 inwoners. Het gebied van de nieuwe gemeente Midden-Delfland heeft een overwegend open en agrarisch karakter, waarbinnen de veehouderij fungeert als economische drager van dat landschap. Na de herindeling valt een groot gedeelte van het reconstructiegebied Midden-Delfland binnen de grenzen van de nieuwe gemeente. Reeds nu worden de gemeenten Maasland en Schipluiden beschouwd als de groene long van een zeer verstedelijkte regio. In het in opdracht van Schipluiden opgestelde rapport voor de nieuwe gemeente is beschreven, dat het hart van de bestuurlijke opdracht voor een nieuw te vormen groene Midden-Delflandgemeente is het in stand houden, vernieuwen en leefbaar houden van het waardevolle cultuurlandschap Midden-Delfland. De constatering in het streekplan Zuid-Holland West dat de functie van het gebied als buffer tussen het Haagse en het Rotterdamse stadsgewest moet worden behouden en verder worden versterkt, sluit hierop aan.

2.3 Grensbeloop tussen de nieuwe gemeenten

Bij het bepalen van de nieuwe grenzen hebben gedeputeerde staten het uitgangspunt scheiding van glas en gras gehanteerd. Op basis van dit concept gaan gebiedsdelen van de op te heffen gemeenten Maasland en Schipluiden naar de nieuwe gemeente Westland. Omgekeerd gaan gebiedsdelen over van de op te heffen gemeente De Lier naar de nieuwe gemeente Midden-Delfland.

Bij de uiteindelijke besluitvorming door provinciale staten op 16 oktober 2002 werd bijzondere aandacht geschonken aan de indeling van één van die gebiedsdelen: de Oude Campspolder. Provinciale staten waren uiteindelijk – anders dan gedeputeerde staten – van mening, dat dit kassengebied niet naar de glasgemeente zou moeten overgaan, maar bij de grasgemeente Midden-Delfland zou moeten komen. Bij de besluitvorming door provinciale staten speelde de historische waarde van het gebied voor de op te heffen gemeente Maasland, die zichtbaar is in de aanwezige historische lintbebouwing en archeologische vindplaatsen, een belangrijke rol. Het kassengebied is één van de modernste in zijn soort, en de huidige gemeente Maasland hecht ook om die reden zeer aan het gebied ten gunste van de nieuwe gemeente Midden-Delfland. Het draagvlak bij de gemeentebesturen van Maasland en Schipluiden voor het herindelingsvoorstel neemt door toedeling van de Oude Campspolder aan de nieuwe gemeente Midden-Delfland toe.

Met de indeling van het kassengebied bij de nieuwe gemeente Midden-Delfland wordt afgedaan op het uitgangspunt van het herindelingsvoorstel van de vorming van enerzijds een glasgemeente, en anderzijds een grasgemeente. Niettemin heeft het kabinet gemeend de uiteindelijke beslissing van provinciale staten te moeten volgen. In onderhavig wetsvoorstel wordt de Oude Campspolder dan ook bij de nieuwe gemeente Midden-Delfland ingedeeld.

2.4 Het Westland in de regio

Het Westland grenst achtereenvolgens aan de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Delft, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Rotterdam (Hoek van Holland). De uitkomst van de gemeentelijke herindeling van Den Haag en omgeving was reeds, dat de grens tussen Den Haag en Monster en Wateringen ongewijzigd zou blijven. Er is geen aanleiding om die grens nu alsnog ter discussie te stellen. Voorts zie ik evenmin aanleiding voor discussie over de grenzen met de gemeenten Rijswijk, Schiedam, Vlaardingen en Rotterdam.

2.4.1 De gemeente Delft

Op 22 augustus 2000 sloten de gemeentebesturen van Delft en Schipluiden een convenant, dat voorziet in een grondruil tussen beide gemeenten. Hierdoor wordt in eerste instantie tegemoet gekomen aan de dringende ruimtenood van de gemeente Delft. Van de op te heffen gemeente Schipluiden gaan een gedeelte van de Harnaschpolder, het zogenaamde V.D.D.-terrein en het recreatieve gedeelte van de Kerkpolder, gelegen ten oosten van het A-4-tracé, over naar de gemeente Delft. Omtrent de overgang van Delfts grondgebied naar de nieuw te vormen gemeente Midden-Delfland is afgesproken dat het resterende gedeelte agrarisch Midden-Delflandgebied, behorende tot het grondgebied van Delft, zal worden overgedragen aan de nieuwe gemeente Midden-Delfland.

In het oorspronkelijke herindelingsvoorstel dat gedeputeerde staten aan de vergadering van provinciale staten op 16 oktober jl. voorlegden, zou het gedeelte van het Midden-Delfland tot aan de spoorlijn, behorend tot de gemeente Delft, naar de nieuw te vormen gemeente Midden-Delfland overgaan.

In de statenvergadering werd vervolgens met algemene stemmen een amendement aangenomen, waardoor een gedeelte van Delfts grondgebied, namelijk dat met een recreatieve functie, ingedeeld blijft bij Delft en een groter gedeelte, met een agrarische functie, tot aan de A13 deel gaat uitmaken van de nieuwe gemeente Midden-Delfland. Voor provinciale staten was de afspraak tussen partijen over de grondruil zoals opgenomen in het convenant van doorslaggevende betekenis. Ik constateer dat met de aanvaarding van het amendement door provinciale staten, twee geografische barrières binnen de gemeentegrenzen van de nieuwe gemeente Midden-Delfland worden gebracht: de spoorlijn tussen Delft en Schiedam en de binnenvaartroute van de Schie. Naast het aspect van interne bereikbaarheid binnen de nieuwe gemeente, kan dit ook aan de openbare orde en veiligheid in het gebied raken. Hoewel deze kwestie een gemeentelijke aangelegenheid is, benadruk ik het belang van goede afspraken dienaangaande tussen de betrokken gemeenten. Overigens kan worden vastgesteld, dat het gehele gebied binnen één veiligheidsregio is gelegen.

Alles overwegende volg ik met betrekking tot de grens tussen Delft en Schipluiden het herindelingsadvies van provinciale staten. Daarmee kom ik tevens tegemoet aan de wens van beide betrokken gemeenten. Dit betekent dat na de herindeling het agrarisch gedeelte van Delfts Midden-Delflandgebied ten westen van de A13 zal behoren tot het grondgebied van de nieuwe gemeente Midden-Delfland.

2.4.2 De gemeente Maassluis

Bij het bepalen van het grensbeloop tussen de op te heffen gemeente Maasland en de gemeente Maassluis, heeft de provincie gehoor gegeven aan de wens van de gemeente Maassluis voor nieuwe ontwikkellocaties. Het betreft het gedeelte van de Dijkpolder, ten zuidwesten van de A20, dat thans enigszins geïsoleerd deel uitmaakt van de gemeente Maasland. Met de A20 als nieuwe grens worden bovendien logischer eenheden gecreëerd.

3 FINANCIËLE ASPECTEN

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben bij de voorbereiding van het herindelingsontwerp uitvoerig aandacht besteed aan de financiële gevolgen van de herindeling. De conclusie luidde dat er alle reden is om aan te nemen dat de twee nieuw te vormen gemeenten financieel levensvatbaar zijn.

De algemene uitkering aan de nieuwe gemeente Westland zal volgens de meest recente inzichten ongeveer gelijk zijn aan de som van de algemene uitkeringen aan de samenstellende gemeenten. Het nadeel van het wegvallen van het vaste bedrag van vier gemeenten en de verlaging van de schaalfactor sociale dienst wordt gecompenseerd door een voordeel bij andere maatstaven. De algemene uitkering aan de nieuwe gemeente Midden-Delfland zal volgens de meest recente raming ongeveer € 0,3 miljoen lager uitkomen dan de som van de algemene uitkeringen aan de gemeenten Schipluiden en Maasland. Dit is vooral toe te schrijven aan het wegvallen van het vaste bedrag van één gemeente.

Volgens deze raming zal de nieuwe gemeente Westland in de eerste vier jaren na de datum van herindeling ruim € 13 miljoen ontvangen op grond van de maatstaf herindeling. Daarvan zal ruim € 5 miljoen (40%) in het eerste jaar tot uitkering komen. Voor de nieuwe gemeente Midden-Delfland zal de uitkering op grond van de maatstaf herindeling uitkomen op ruim € 2,5 miljoen (ruim € 1 miljoen in het eerste jaar).

De effecten op de algemene uitkeringen zijn vooral het gevolg van het wegvallen van compensaties voor kleinschaligheid, die verwerkt zijn in het verdeelstelsel van het gemeentefonds. Door de schaalvergroting zijn die uiteraard niet langer noodzakelijk, zodat aangenomen mag worden dat de nieuwe gemeenten dit effect in hun nieuwe organisaties kunnen opvangen. De extra uitkeringen op grond van de maatstaf herindeling zijn bedoeld om de kosten van de overgang naar deze nieuwe organisaties te dekken.

De financiële positie van de samenstellende gemeenten is, gezien hun resultaten in de afgelopen jaren en de beschikbare reserves, als gunstig te beoordelen. Mede op grond van het genoemde overgangsregime zijn daarom in de komende jaren geen financiële problemen te verwachten. Met de provincie heb ik het vertrouwen dat de financiële levensvatbaarheid van de twee nieuwe gemeenten voldoende is verzekerd.

4 OVERIGE ASPECTEN

4.1 Datum van herindeling en verkiezingen

Bij een voorspoedige parlementaire behandeling zou de herindeling op 1 januari 2004 effectief kunnen worden. De parlementaire behandeling van de wet zal daartoe voor het zomerreces moeten zijn afgerond om voor de voorbereiding van de herindelingsverkiezingen voldoende tijd te hebben. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft dan voldoende tijd om de herindelingsverkiezingen te kunnen voorbereiden.

Indien de beoogde herindelingsdatum van 1 januari 2004 niet kan worden gehaald, zal de herindeling waarschijnlijk op 1 januari 2005 effectief zijn. In dit geval worden de herindelingsverkiezingen eind 2004 gehouden. De eerstvolgende reguliere gemeenteraadsverkiezingen vinden plaats in april 2006. Zonder nadere regeling zou dan de situatie ontstaan, dat de zittingstermijn van de nieuwe raden na de herindelingsverkiezingen slechts 1 jaar en 4 maanden bedraagt.

Een dergelijke situatie zou ongewenst zijn, en om die te voorkomen is een voor die omstandigheden gebruikelijke voorziening getroffen. Die behelst dat in het geval binnen twee jaar na de herindelingsdatum reguliere verkiezingen plaatsvinden deze verkiezingen niet te houden in de op grond van dit voorstel nieuw ingestelde gemeenten.

De zittingsduur van de nieuwe raden zal dan een periode van 5 jaar en 4 maanden beslaan: van 1 januari 2005 tot medio april 2010.

De nieuwe gemeentebesturen en de nieuwe gemeentelijke organisaties hebben hierdoor meer tijd om zich goed te verankeren in de na de herindeling ontstane bestuurlijke organisatie.

4.2 Naamgeving van gemeenten

Met betrekking tot de naamgeving van de nieuw te vormen gemeenten kan het volgende worden opgemerkt. In dit wetsvoorstel zijn de namen zoals opgenomen in het herindelingsadvies van de provincie Zuid-Holland, overgenomen. Mij is gebleken, dat deze namen ook door de betrokken gemeenten zelf worden gewenst. Daarbij teken ik overigens ten overvloede aan dat gemeenten op grond van artikel 158 van de Gemeentewet de bevoegheid hebben om desgewenst hun naam te wijzigen.

4.3 Overgang van personeel

Bij de verdere voorbereiding van de herindeling zal nader aandacht worden besteed aan de personele aspecten. Als gevolg van de samenvoeging zullen de ambtenaren van de op te heffen gemeenten De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen overgaan in dienst van de nieuwe gemeente Midden-Delfland. De ambtenaren van Maasland en Schipluiden zullen overgaan naar de nieuwe gemeente Midden-Delfland. Het is niet ondenkbaar, dat als gevolg van de nieuwe grens tussen de nieuwe gemeenten de gemeente Westland over relatief weinig en de gemeente Midden-Delfland over relatief veel medewerkers zal beschikken. Het provinciebestuur heeft dit ook gesignaleerd, en ik vertrouw er dan ook op, dat de betrokken gemeenten hierover goede afspraken maken, eventueel ondersteund door de provincie. Dit thema kan bovendien een aandachtspunt zijn bij de verrekeningen tussen de twee nieuwe gemeenten. De provincie heeft ook overigens aangegeven een actieve rol te willen vervullen, bij mogelijke complicaties in het fusieproces.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven