nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE KROM EN SPIES
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II wordt onderdeel D vervangen door:
D
Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt.
1. Het derde lid wordt vernummerd tot vijfde lid.
2. Er worden twee leden ingevoegd, luidende:
3. De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen. Het bestuursorgaan
kan de informatie eerst verstrekken nadat de verzoeker zich ten genoegen van
het bestuursorgaan heeft gelegitimeerd.
4. Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan
de verzoeker zo spoedig mogelijk om zijn verzoek te preciseren en is het hem
daarbij behulpzaam.
II
In artikel II wordt onderdeel E vervangen door:
E
Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt.
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt drie leden toegevoegd, luidende:
2. Onverminderd het derde lid geschiedt de verstrekking van informatie
zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het
verzoek. Indien de omvang of de gecompliceerdheid van de informatie een verlenging
rechtvaardigt, kan deze termijn worden verlengd met ten hoogste
vier weken. Van de verlenging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk
gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker.
3. Indien het bestuursorgaan besluit door een natuurlijke of rechtspersoon
aan hem verstrekte bedrijfs- of fabricagegegevens dan wel informatie betreffende
de beveiliging van bedrijven aan de verzoeker te verstrekken, wordt de informatie
niet eerder verstrekt dan twee weken nadat het besluit is bekendgemaakt. Indien
die persoon binnen die termijn bezwaar maakt tegen openbaarmaking, wordt de
in de eerste volzin genoemde termijn verlengd tot en met het einde van de
termijn voor het indienen van een bezwaarschrift.
4. Indien de in het derde lid bedoelde persoon bezwaar heeft gemaakt tegen
het in dat lid bedoelde besluit, wordt de werking daarvan opgeschort totdat
de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep
is beslist.
Toelichting
Onderdeel I geeft bestuursorganen de mogelijkheid om zich ervan te vergewissen
aan wie informatie wordt verstrekt, in het bijzonder in die gevallen waarin
informatie wordt gevraagd die betrekking heeft op de uitzonderingsgevallen
zoals vermeld in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Zulks mede
naar aanleiding van de ontwikkelingen sinds 11 september 2001.
Onderdeel II beoogt te voorkomen dat volgens de huidige rechtspraktijk
in een aparte procedure schorsende werking moet worden aangevraagd op het
besluit van een bestuursorgaan. Schorsende werking is daartoe de meest geëigende
en bij de huidige (proces)praktijk aansluitende oplossing.
De Krom
Spies