28 834
Goedkeuring van het op 25 juni 1998 te Aarhus totstandgekomen Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 20 mei 2003

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel dat tot doel heeft de goedkeuring van het Verdrag van Aarhus (in het vervolg: verdrag) en onderschrijven het doel van het Verdrag, namelijk het vergroten van de betrokkenheid van burgers en milieuorganisaties bij de bescherming van het milieu. Het Verdrag en de uitvoering daarvan passen in het algemene streven naar het vergroten van openheid en openbaarheid van informatie en past in de gedachte van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Ook de leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en onderschrijven het doel van het Verdrag.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de goedkeuring van het te Aarhus totstandgekomen Verdrag en achten de ratificatie van het Verdrag van belang. De voorgestelde wetswijzigingen (28 835) zijn een technische uitwerking van het Verdrag en vloeien logischerwijs voort uit de ondertekening door Nederland vijf jaar geleden. Omdat de voorgestelde goedkeuring wat deze leden betreft te lang op zich heeft laten wachten en overwegende dat er slechts bescheiden wettelijke aanpassingen nodig zijn, stellen deze leden geen aanvullende vragen en dringen aan op snelle ratificatie van het Verdrag. De leden verzoeken de regering daarom alles in het werk te stellen om de ratificatie op zo kort mogelijke termijn plaats te laten vinden.

Gevolgen van het Verdrag voor de Europese Unie

Gestart is met de uitwerking van het Verdrag in diverse handleidingen en protocollen (bijvoorbeeld voor emissieregistratie). De leden van de CDA-fractie zijn met de regering van mening dat het van belang is om nauw betrokken te zijn bij de uitwerking van het Verdrag.

Niettemin vinden deze leden dat het advies van de Raad van State ook serieus gewogen moet worden. De Raad van State verzoekt de regering in overweging te nemen met ratificatie te wachten tot de Europese richtlijnen tot stand zijn gekomen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering meer zicht te geven op de termijnen waarbinnen de totstandkoming van de Europese richtlijnen verwacht mag worden, mede in relatie tot internationale stappen om te komen tot de uitbouw en ontwikkeling van het Verdrag van Aarhus.

De leden van de VVD-fractie merken op dat alvorens de Europese Unie het verdrag kan ratificeren, de communautaire regelgeving met het Verdrag van Aarhus in overeenstemming moet worden gebracht. Dit zal gebeuren aan de hand van een aantal nieuwe Europese richtlijnen.

De regering heeft ervoor gekozen om de koppeling tussen de goedkeuringsprocedure van het Verdrag en de implementatie van deze richtlijnen los te laten. In haar advies merkt de Raad van State op dat het de voorkeur verdient om deze koppeling in stand te houden aangezien er over twee belangrijke richtlijnen een gemeenschappelijk standpunt is geformuleerd en deze snel kunnen worden vastgesteld. De regering acht dit echter van ondergeschikt belang en wil de voortrekkersrol behouden die Nederland heeft gespeeld bij de totstandkoming van dit Verdrag. Door het Verdrag snel te ratificeren zal Nederland door het Verdrag als partij worden aangemerkt en meer invloed kunnen uitoefenen op de politieke en beleidsmatige keuzes die moeten worden gemaakt bij de verdere uitbouw van het Verdrag.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat met het advies van de Raad van State niet te lichtvaardig dient te worden omgesprongen. Het behoud van de voortrekkersrol van Nederland is naar de mening van deze leden niet zonder meer bovengeschikt aan de gevolgen van de ratificatie van dit Verdrag voor de wet- en regelgeving, burgers, bedrijven en overheden in Nederland. De leden vragen de regering aan te geven op welk moment wordt verwacht dat de Europese richtlijnen zullen worden vastgesteld. Tevens verzoeken de leden de regering een overzicht te geven van alle verwachte besluiten en onderwerpen die in het kader van de verdere uitbouw van het Verdrag tot dat moment zullen worden behandeld.

Gevolgen van het Verdrag voor Nederland

Gelijktijdig met het voorstel tot goedkeuring van het Verdrag is een wetsvoorstel ingediend ter uitvoering van dit Verdrag (28 835). Dit maakt een gelijktijdige behandeling mogelijk. De leden van de CDA-fractie maken hun oordeel over de goedkeuring van het Verdrag mede afhankelijk van de consequenties die het Verdrag heeft voor de Nederlandse wet- en regelgeving. Over deze consequenties is een aantal kritische vragen gesteld. Afhankelijk van de beantwoording van die vragen zullen deze leden hun definitieve standpunt met betrekking tot de goedkeuring van het Verdrag bepalen.

De gelijktijdige behandeling van het voorliggende wetsvoorstel met het wetsvoorstel tot uitvoering van het Verdrag (28 835) maakt een goede afweging, tussen enerzijds het belang van het koppelen en anderzijds het belang van het ontkoppelen van de ratificatie van het Verdrag en de vaststelling van Europese richtlijnen, mogelijk. De bepaling van het standpunt van de leden van de VVD-fractie over de ratificatie van het Verdrag zal afhangen van de antwoorden van de regering op de vragen over de consequenties van dit Verdrag voor Nederland.

De voorzitter van de commissie,

Buijs

De griffier van de commissie,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Schultz van Haegen (VVD) en Samsom (PvdA).

Plv. leden: Crone (PvdA), Griffith, MPA (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Van den Brand (GL), Kamp (VVD), Terpstra (VVD), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Meijer (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer-Mudde (SP), Vos (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Van Geel (CDA), Vacature (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Örgü (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Cornielje (VVD) en Wolfsen (PvdA).

Naar boven