nr. 2
VOORSTEL
Het Reglement van Orde wordt als volgt gewijzigd.
I
Na artikel 17 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 17a. Themacommissies
1. De Kamer kan themacommissies instellen voor onderwerpen van groot maatschappelijk
belang die niet specifiek één ministerie aangaan.
2. Een themacommissie wordt ingesteld maximaal voor de duur van een zitting.
II
Artikel 90, eerste lid, wordt vervangen door:
1. Voorstellen van wet worden door het Presidium in handen van een vaste
of algemene commissie gesteld.
Toelichting
In ruime kring blijkt in de Kamer de behoefte te bestaan aan het instellen
van commissies die noch als hoofdtaak medewetgeving en controle op het regeringsbeleid
hebben (zoals vaste commissies), noch als taak onderzoek (zoals tijdelijke
commissies en enquêtecommissies), maar de hoofdtaak om de politieke
meningsvorming over belangrijke maatschappelijke vraagstukken te bevorderen.
Het Presidium stelt voor deze categorie van commissies apart in het Reglement
van Orde te vermelden als «themacommissies». Een dergelijke commissie
kan worden ingesteld voor ten hoogste de duur van een zitting.
In het verleden heeft de Kamer niet hiertoe willen besluiten, vooral uit
angst voor competentieproblemen met vaste commissies. Om deze problemen te
vermijden zal het Reglement van Orde volgens het voorstel onder II uitsluiten
dat themacommissies belast worden met het voorbereidende onderzoek van wetsvoorstellen
(en dus ook van begrotingsvoorstellen). Het Presidium stelt niet voor om de
themacommissies evenmin bevoegd te maken voor het onderzoek van
nota's, omdat het denkbaar is dat het kabinet nota's produceert die precies
het onderwerp van de themacommissie betreffen. Overigens ligt het meer voor
de hand dat de themacommissie zelf nota's produceren en aldus bij uitstek
de initiërende, agendabepalende functie van het parlement invullen.
Het voorstel sluit evenmin uit dat de themacommissies overleg met het
kabinet voeren. Het is echter niet de bedoeling dat dit overleg concrete beleidsvoornemens
voor de korte termijn betreft, omdat dergelijke beleidsvoornemens altijd voor
de verantwoordelijkheid van één of meer bewindslieden komen
en dus onderwerp kunnen zijn van een AO van één of meer vaste
commissies met die bewindslieden. Het overleg dat een themacommissie eventueel
met bewindslieden heeft zal eerder het karakter van brainstorming dragen en
in die zin niet principieel verschillen van hoorzittingen en rondetafelgesprekken
die de themacommissie belegt met andere betrokkenen dan bewindslieden. Omdat
het niet de bedoeling is dat het overleg actuele, urgente politieke problemen
betreft, zal het ook niet tot een plenair VAO kunnen leiden.
De themacommissie zal minstens éénmaal per jaar aan de Kamer
rapporteren over haar werkzaamheden en dat verslag zal wel aanleiding kunnen
zijn tot een plenair debat.
Als de Kamer dit voorstel aanvaardt zal het Presidium voorstellen om themacommissies
in te stellen voor de biotechnologie, voor het ouderenbeleid en voor de technologische
ontwikkeling. Uiteraard is het niet uitgesloten dat nog verdere themacommissies
worden ingesteld.
De Voorzitter,
F. W. Weisglas
De Griffier,
W. H. de Beaufort