28 817
Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de aanscherping van een aantal voorschriften betreffende de bekostiging van het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs

nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2003

Op 30 september 2003 heb ik de Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel «Korte Klap» (Kamerstuk 28 817, nr. 5) aan uw Kamer gezonden. Ik heb vernomen dat u dit wetsvoorstel eerst wil behandelen als het eindrapport van de Commissie Schutte is gepubliceerd. Om onderstaande redenen breng ik de urgentie onder uw aandacht om zo spoedig mogelijk tot plenaire behandeling van het wetsvoorstel over te gaan.

Aanvankelijk heb ik voorgesteld om het wetsvoorstel in te laten gaan met ingang van het collegejaar 2003 -2004 om zo spoedig mogelijk de noodzakelijk gebleken aanscherpingen in de wet en ook in de praktijk te effectueren. Om het wetsvoorstel in elk geval met ingang van het collegejaar 2004 – 2005 te laten ingaan is spoedige behandeling van het wetsvoorstel gewenst. Alleen dan kunnen instellingen in staat worden gesteld om goede voorbereidingen te treffen.

Het is mij gebleken dat niet in alle gevallen wetswijziging is vereist om rekenschap in de huidige regelgeving voor het hoger-, wetenschappelijk- en beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie te realiseren. Zoals dit ook tot uitdrukking wordt gebracht in de notities Helderheid in de bekostiging van respectievelijk de HO- en BVE-sector, die als bijlagen zijn meegestuurd bij de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel «Korte Klap». Uit genoemde notities blijkt dat in de meeste gevallen verheldering van de regelgeving zonder nadere wetgeving kan worden opgelost. Het wetsvoorstel «Korte Klap» en de notities Helderheid in de bekostiging vormen gezamenlijk een samenhangend pakket aan maatregelen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. D. S. M. Nijs

Naar boven