28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

Nr. 231 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2021

Voor het kerstreces heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken wat betreft de vogelgriepsituatie (Kamerstuk 28 807, nr. 230). Met deze brief informeer ik uw Kamer over de recente ontwikkelingen.

Deskundigengroep

De komende maanden trekken de wilde watervogels, die in het najaar naar Nederland gekomen zijn, weer terug naar hun broedgebieden. Dit betekent mogelijk een verandering van de risico’s voor de verspreiding van vogelgriep. Daarom is op 18 januari jl. aan de deskundigengroep dierziekten gevraagd een nieuwe analyse te maken van het actuele vogelgrieprisico en een inschatting te geven van de kans dat een pluimveebedrijf in Nederland besmet raakt met hoogpathogene vogelgriep (HPAI). De deskundigen concluderen dat het risico wat lager is dan tijdens hun eerdere analyse op 13 november, maar nog steeds hoog tot zeer hoog, omdat er nog steeds HPAI onder wilde vogels lijkt te circuleren. Daar komt bij dat het virus goed kan overleven in de omgeving vanwege lage buitentemperaturen. Ook zijn er nog besmettingen bij pluimveebedrijven in de ons omringende landen. Dat betekent dat ik op dit moment geen aanleiding zie de landelijke maatregelen aan te passen. Het verslag van de deskundigen vindt uw Kamer als bijlage bij deze brief1.

Wilde vogels

Na 27 november jl. zijn geen positieve monsters meer gevonden afkomstig uit de monitoring van de levende wilde vogels. In een deel van de monsters, die genomen worden van dood gevonden wilde vogels, wordt nog wel HPAI-virus gevonden, zij het minder vaak dan in november vorig jaar. Dit wijst erop dat het virus nog circuleert bij wilde vogels.

Besmettingen op bedrijven

5 januari jl. werd een nieuwe besmetting op een pluimveebedrijf in Nederland geconstateerd. Het betrof een kalkoenenbedrijf in Moergestel in de provincie Noord-Brabant. Het beschermings- en toezichtsgebied rondom Moergestel blijft tot 6 februari in stand. De andere, eerder ingestelde, beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgeheven.

Europa

In de ons omringende landen blijft de AI-situatie onrustig. Met name in Frankrijk en Duitsland worden nog veel besmette bedrijven gemeld. Sinds de eerste week van dit jaar werden er ook nog besmettingen met HPAI in commerciële pluimveebedrijven gemeld in Denemarken, Zweden, Hongarije, Polen, Oekraïne, Litouwen, Noord-Ierland. Dit heeft mede geleid tot de hoge inschatting van het risico voor Nederland.

Ophokplicht

Omdat het risico op insleep van vogelgriep voor pluimveebedrijven nog steeds hoog tot zeer hoog is, zal de ophokplicht voorlopig in stand blijven. Ik ben mij ervan bewust dat de 16-wekentermijn, dit is de termijn dat vrije-uitloopeieren ondanks de ophokplicht nog als vrije-uitloopei verkocht mogen worden, op 11 februari eindigt. Dit betekent dat deze eieren daarna tijdelijk als scharrelei worden verkocht. Voor de pluimveehouders, die vrije-uitloopeieren produceren, betekent dit dat zij tijdelijk een lagere prijs voor hun eieren krijgen.

Ik blijf de situatie de komende periode nauwgezet volgen. Zodra het risico voldoende afgenomen is zal ik maatregelen, eventueel regionaal, intrekken. Mijn ministerie houdt hierover nauw contact met de sector.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven