nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2003
Middels deze brief wil ik u informeren over de recente uitbraak van Aviaire
Influenza in Nederland.
Verloop van gebeurtenissen vanaf vrijdag 28 februari
Op vrijdag 28 februari om 17.00 uur heeft de Gezondheidsdienst voor Dieren
(GD) bij de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) melding gedaan
van gezondheidsproblemen op zes pluimveebedrijven. Deze bedrijven zijn dezelfde
avond nog bezocht door specialistenteams van de RVV. De RVV constateerde bij
enkele bedrijven een zeer hoog sterftecijfer onder het pluimvee. Die avond
is er intensief contact geweest tussen diensten van mijn departement. Dit
heeft ertoe geleid dat reeds enkele uren later het besluit is genomen voor
een vervoersverbod in het gebied rondom de betrokken bedrijven.
Op dat moment was de diagnose voor Aviaire Influenza (AI) nog niet te
stellen en konden de symptomen ook wijzen op New Castlle Disease (NCD) of
Infectieuze Laryngotracheïtis (ILT).
Op zaterdag 1 maart 2003 is om 1.30 uur in de Gelderse Vallei een gebied
van circa 10 km rond de betrokken bedrijven vastgesteld, waarbinnen vervoersbeperkingen
gelden voor pluimvee, pluimveemest en eieren. Gelijktijdig is voor heel Nederland
een verzamelverbod vastgesteld. Daarnaast is een verbod ingesteld om pluimvee
en broedeieren buiten Nederland te brengen.
Op zaterdag 1 maart heb ik besloten dat het vervoersverbod zoals dat in
de gebieden gold vanaf 01.30 uur, vanaf 12.00 uur ook in te stellen
voor de rest van Nederland, met uitzondering van consumptie-eieren. De Nederlandse
maatregelen zijn genomen in nauw overleg met de Europese Commissie, die de
Nederlandse aanpak als voortvarend en adequaat heeft beoordeeld. Hierbij zij
opgemerkt dat deze maatregelen zijn genomen op basis van slechts één
verdenking van Aviaire Influenza. De maatregelen zijn zaterdag
1 maart besproken in het Basisoverleg met het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven
heeft de maatregelen onderschreven.
Op zondagmiddag 2 maart wezen de eerste testuitslagen van het CIDC te
Lelystad op een hoog-pathogene H7-stam van Aviaire Influenza. De definitieve
uitslag is pas bekend over circa twee weken als de officiële EU-voorgeschreven
testen zijn uitgevoerd. De risico's voor de volksgezondheid van deze vorm
van Aviaire Influenza zijn verwaarloosbaar klein. Desalniettemin zullen conform
de EU-bestrijdingsrichtlijn 92/40/EEG en een advies van de Voedsel- en Waren
Autoriteit dierlijke producten van de verdachte bedrijven waar mogelijk worden
teruggehaald, voorzover het producten zijn met een productiedatum vanaf 22 februari.
Besloten is dat ondanks het feit dat de officiële testuitslagen nog
niet bekend zijn, de bestrijding in gang wordt gezet en plaatsvindt conform
de bestaande draaiboeken. Daarom zijn de volgende maatregelen reeds in gang
gezet:
• Ruimen van pluimvee in een straal van 1 km rond de besmettingshaarden,
waarbij verdachte bedrijven prioriteit krijgen.
• In een zone van minimaal 10 km rond de besmettingshaarden zijn
via de Regeling Vervoersbeperkingsgebieden Pluimvee 2003 bepalingen van kracht
die overeenkomen met de maatregelen die genomen worden in een toezichtsgebied.
Er is formeel pas sprake van een toezichtsgebied als de uitslag van de EU-voorgeschreven
test bekend is.
• De RVV is gestart met de screening van bedrijven in een straal
van 3 km rond de besmettingshaarden.
• De AID ziet met hulp van de politie toe op naleving van de regelgeving.
Hiervoor zijn circa 500 medewerkers beschikbaar.
Dodingsmethoden en welzijnsmaatregelen
Op dit moment is reeds een aanvang gemaakt met de ruiming van de verdachte
bedrijven met de beschikbare apparatuur waarbij doding op het bedrijf plaatsvindt.
Bezien wordt of het verantwoord is het ruimen van de overige klinische verdachte
bedrijven in de 1 km-zone plaats te laten vinden in een slachterij in het
gebied. Daarnaast wordt de mogelijkheid van gebruik van Deense en Belgische
methoden nader onderzocht.
Met het oog op welzijnsproblemen zal de afvoer van vleeskuikens en eendagskuikens
buiten de 10 km-gebieden worden toegestaan. Ik zal hiertoe een regeling publiceren.
Ik beraad mij nog of deze mogelijkheid ook wordt gecreëerd binnen de
10 km gebieden.
Communicatie
Conform het handboek Communicatie bij crises is op zaterdagochtend 1 maart
een aantal acties ondernomen ten behoeve van een snelle en efficiënte
communicatie. Zo is een begin gemaakt met het dossier Vogelpest op Internet.
In dit dossier zijn opgenomen de afgekondigde maatregelen en relevante andere
informatie. Wanneer nodig zal het dossier worden aangepast en uitgebreid.
Ook is op zaterdag een aanvang gemaakt met het instellen van het departementaal
communicatieteam en het regionaal communicatieteam. Dit laatste zal gehuisvest
worden bij het regionale crisisteam in Garderen.
Vanaf zaterdagmiddag 15.00 uur is het LNV-loket opengesteld (0800–2 233 322).
Hier kunnen boeren, maar ook andere betrokkenen, terecht met hun vragen over
de vogelpest. Op zaterdag en zondag is er enkele honderden keren
gebeld, onder meer door boeren, particulieren, consumenten, politie, douane
en voerleveranciers.
Op teletekst pagina 461 wordt samen met LTO-Nederland informatie gegeven
over de maatregelen en de stand van zaken.
Financiële gevolgen
De vogelpestcrisis zal voor de sector en voor de overheid financiële
gevolgen hebben. De sector zal mogelijk voor tientallen miljoenen euro's aan
omzet missen. Bovendien zal de sector vanwege de bestaande afspraken in het
kader van het diergezondheidsfonds tot een maximum van € 11,4 mln.
de bestrijdingskosten betalen. De Europese Unie vergoedt de helft van de kosten
van schadeloosstelling en reiniging en ontsmetting.
Indien de nationaal te dragen kosten de € 11,4 mln. overstijgen,
dan zal de Rijksoverheid deze voor haar rekening nemen.
Ik zal uw Kamer schriftelijk op de hoogte houden van de komende ontwikkelingen.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
C. P. Veerman