nr. 166a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 18 oktober
2002 en het nader rapport d.d. 13 februari 2003, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 27 september 2002, no. 02.004437, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, bij de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea en Administratief Akkoord
voor de toepassing van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Korea; 's-Gravenhage, 3 juli 2002, (Trb. 2002,
139), met toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 september
2002, no.02.004437, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 18 oktober 2002, nr. W12.02.0417/IV, bied ik U hierbij aan.
Het Verdrag en het Administratief Akkoord met de Republiek Korea bevatten
onder meer handhavingsafspraken met betrekking tot de socialeverzekeringswetten
die leiden tot informatie-uitwisseling tussen de Verdragsluitende Partijen.
De Raad van State maakt inzake dit onderwerp de volgende kanttekening.
Het Verdrag bevat in artikel 18 een bepaling over de vertrouwelijkheid
van informatie. Ingevolge dit artikel wordt de omgang met de informatie die
door een Verdragsluitende Partij wordt ontvangen, beheerst door de nationale
wetten van die Verdragsluitende Partij inzake de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens.
Gegevensverstrekking aan een derde land dient te voldoen aan de criteria
die zijn vermeld in artikel 25 van de richtlijn betreffende persoonsgegevens
van natuurlijke personen.1 De Raad wijst in dit
verband op het advies van de Raad met betrekking tot het Verdrag inzake sociale
zekerheid met Zuid-Afrika.2
Gelet op het voorgaande adviseert de Raad in de toelichtende nota in te
gaan op de vraag of met artikel 18 van het Verdrag wordt voldaan aan de criteria
van de hiervoor bedoelde richtlijn. Zo niet, dan verdient het aanbeveling
daar alsnog zorg voor te dragen.
Conform het advies van de Raad van State is de toelichtende nota met een
passage aangevuld.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag
en bedoeld Akkoord worden overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M. Rutte, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het
verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. G. de Hoop Scheffer
XNoot
1Richtlijn nr.95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens
(PbEG L 281).
XNoot
2Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika
inzake sociale zekerheid; 's-Gravenhage, 16 mei 2001. Advies Raad van State
en nader rapport, Kamerstukken II 2001/02, 28 073, nr. 85a en A, blz.
1 en 2.