28 805
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea en Administratief Akkoord voor de toepassing van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea; 's-Gravenhage, 3 juli 2002

nr. 166a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 18 oktober 2002 en het nader rapport d.d. 13 februari 2003, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 27 september 2002, no. 02.004437, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea en Administratief Akkoord voor de toepassing van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea; 's-Gravenhage, 3 juli 2002, (Trb. 2002, 139), met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 september 2002, no.02.004437, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 18 oktober 2002, nr. W12.02.0417/IV, bied ik U hierbij aan.

Het Verdrag en het Administratief Akkoord met de Republiek Korea bevatten onder meer handhavingsafspraken met betrekking tot de socialeverzekeringswetten die leiden tot informatie-uitwisseling tussen de Verdragsluitende Partijen.

De Raad van State maakt inzake dit onderwerp de volgende kanttekening.

Het Verdrag bevat in artikel 18 een bepaling over de vertrouwelijkheid van informatie. Ingevolge dit artikel wordt de omgang met de informatie die door een Verdragsluitende Partij wordt ontvangen, beheerst door de nationale wetten van die Verdragsluitende Partij inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens.

Gegevensverstrekking aan een derde land dient te voldoen aan de criteria die zijn vermeld in artikel 25 van de richtlijn betreffende persoonsgegevens van natuurlijke personen.1 De Raad wijst in dit verband op het advies van de Raad met betrekking tot het Verdrag inzake sociale zekerheid met Zuid-Afrika.2

Gelet op het voorgaande adviseert de Raad in de toelichtende nota in te gaan op de vraag of met artikel 18 van het Verdrag wordt voldaan aan de criteria van de hiervoor bedoelde richtlijn. Zo niet, dan verdient het aanbeveling daar alsnog zorg voor te dragen.

Conform het advies van de Raad van State is de toelichtende nota met een passage aangevuld.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag en bedoeld Akkoord worden overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer


XNoot
1

Richtlijn nr.95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG L 281).

XNoot
2

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika inzake sociale zekerheid; 's-Gravenhage, 16 mei 2001. Advies Raad van State en nader rapport, Kamerstukken II 2001/02, 28 073, nr. 85a en A, blz. 1 en 2.

Naar boven