nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet personenvervoer 2000 in verband met een verbod op het ter beschikking
stellen van vergunningbewijzen aan derden.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
24 februari 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet personenvervoer
2000 te wijzigen in verband met de opneming van een verbodsbepaling betreffende
het ter beschikking stellen van vergunningbewijzen aan derden, zulks mede
ter verbetering van de aanpak van de illegale verhandeling van taxivergunningen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
Artikel 5a
1. De vervoerder die openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer
verricht, alsmede de bestuurder van een bus of auto waarmee openbaar vervoer,
besloten busvervoer of taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat
in de bus of auto waarmee dat vervoer wordt verricht een geldig vergunningbewijs
aanwezig is.
2. De vervoerder die taxivervoer verricht, alsmede de bestuurder van een
auto waarmee taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat in de auto
waarmee dat vervoer wordt verricht het vergunningbewijs zichtbaar voor de
reiziger aanwezig is.
3. Vergunningbewijzen kunnen op aanvraag door Onze Minister worden verstrekt
aan de vergunninghouder.
B. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Het is de houder van een vergunning verboden een vergunningbewijs al
dan niet tegen betaling ter beschikking te stellen van een derde ten behoeve
van het verrichten van vervoer, als bedoeld in artikel 4.
3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op degene aan wie
door de houder van een vergunning een vergunningbewijs ter beschikking is
gesteld.
C. Artikel 103 komt te luiden:
Artikel 103
Overtreding van de artikelen 4 en 11, tweede en derde lid, zijn misdrijven.
ARTIKEL II
Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 3° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet
personenvervoer 2000 «artikel 4» vervangen door: de artikelen
4 en 11, tweede en derde lid.
2. In onderdeel 4°, wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet
personenvervoer 2000 «de artikelen 11» vervangen door: de artikelen
5a, eerste en tweede lid, 11, eerste lid.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Verkeer en Waterstaat,