28 778
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met een verlenging van de termijn voorafgaande aan de beëindiging van de bekostiging van een bijzondere basisschool of de opheffing van een openbare basisschool

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 april 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 153 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt «gedurende 2 achtereenvolgende schooljaren of in het eerste en het derde schooljaar van 3 achtereenvolgende schooljaren» vervangen door: gedurende 3 achtereenvolgende schooljaren.

2. In het derde lid, eerste volzin, wordt «met ingang van 1 augustus volgend op de 2 achtereenvolgende schooljaren onderscheidenlijk met ingang van 1 augustus volgend op de 3 achtereenvolgende schooljaren» vervangen door: met ingang van 1 augustus volgend op de 3 achtereenvolgende schooljaren.

3. In het vierde lid wordt «in het tweede schooljaar van de 2 achtereenvolgende schooljaren onderscheidenlijk in het derde schooljaar van de 3 achtereenvolgende schooljaren» vervangen door: in het derde schooljaar van de 3 achtereenvolgende schooljaren.

B

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Artikel 158 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «gedurende 2 achtereenvolgende schooljaren of in het eerste en het derde schooljaar van 3 achtereenvolgende schooljaren» vervangen door: gedurende 3 achtereenvolgende schooljaren.

2. In het tweede lid wordt «met ingang van 1 augustus volgend op de 2 achtereenvolgende schooljaren, onderscheidenlijk met ingang van 1 augustus volgend op de 3 achtereenvolgende schooljaren» vervangen door: met ingang van 1 augustus volgend op de 3 achtereenvolgende schooljaren.

3. In het vierde lid, onder a, wordt «gedurende 2 achtereenvolgende schooljaren of in het eerste en het derde schooljaar van 3 achtereenvolgende schooljaren» vervangen door: gedurende 3 achtereenvolgende schooljaren.

Toelichting

In het belang van de scholen en ter vereenvoudiging van de regel, wordt voorgesteld eerst over te gaan tot beëindiging van de bekostiging of opheffing van een basisschool in de situatie dat een school drie achtereenvolgende schooljaren onder de opheffingsnorm heeft verkeerd. Niet langer kan daarmee ook een instabiel leerlingenverloop waarbij een school van drie achtereenvolgende jaren het eerste jaar niet, het tweede jaar wel en het derde jaar niet aan de opheffingsnorm voldoet, leiden tot de beëindiging van de bekostiging of opheffing.

Op basis van de gegevens van de afgelopen schooljaren, is de verwachting dat slechts een enkele school per jaar op basis van de nieuwe opheffingsbepaling langer kan worden bekostigd of in stand kan worden gehouden. De financiering daarvan kan worden opgevangen binnen de (zeer bescheiden) groei die nu in de begroting is geraamd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven