nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
goedkeuring van het op 24 april 1986 te Straatsburg totstandgekomen Europees
Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale
niet-gouvernementele organisaties.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
20 januari 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 24 april 1986 te
Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid
van internationale niet-gouvernementele organisaties ingevolge artikel 91,
eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft,
alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 24 april 1986 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake
de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele
organisaties, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad
2002, 81, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 2002, 112, wordt
goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,