28 763
Wijziging van een tweetal bepalingen van de Opiumwet

A
NADER RAPPORT1

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 7 januari 2003, aangeboden aan de Koningin door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Blijkens de mededeling van de Directuer van Uw Kabinet van 13 november 2002, no. 02.005.156, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 14 november 2002, nr. W13.02.0496/III, bied ik u hierbij aan.

De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een correctie van technische aard op te nemen in het wetsvoorstel. Het betreft de aanpassing van 11, zesde lid, van de Opiumwet. Daarin was het verdwijnen van het onderscheid tussen onderdeel a en onderdeel b van lijst II van die wet ten onrechte niet verwerkt. Deze (tweede) wijziging heeft op haar beurt geleid tot aanpassing van het intitulé en de considerans van het wetsvoorstel.

Ik moge U, mede namens de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. J. de Geus


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven