A
NADER RAPPORT1
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 7 januari 2003, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede
namens de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Blijkens de mededeling van de Directuer van Uw Kabinet van 13 november
2002, no. 02.005.156, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 14 november 2002, nr. W13.02.0496/III, bied ik u hierbij
aan.
De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een correctie van technische
aard op te nemen in het wetsvoorstel. Het betreft de aanpassing van 11, zesde
lid, van de Opiumwet. Daarin was het verdwijnen van het onderscheid tussen
onderdeel a en onderdeel b van lijst II van die wet ten onrechte niet verwerkt.
Deze (tweede) wijziging heeft op haar beurt geleid tot aanpassing van het
intitulé en de considerans van het wetsvoorstel.
Ik moge U, mede namens de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel
van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. J. de Geus