28 750 Gemeentelijke herindeling

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2011

In de procedurevergadering van de Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 maart 2011 is gesproken over de aanhangige wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling. In uw brief van 5 april 2011 (28 750-22/2011D17609), verzoekt u mij om het kabinetsstandpunt betreffende deze wetsvoorstellen kenbaar te maken. Met deze brief ga ik in op uw verzoek.

Op 11 maart 2010 heeft de Tweede Kamer drie aanhangig gemaakte wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling na het demissionair worden van het kabinet Balkenende IV controversieel verklaard. Deze wetsvoorstellen hebben met elkaar gemeen, dat er onvoldoende bestuurlijk draagvlak is bij de betrokken gemeenten. Het betreft de volgende wetsvoorstellen.

Samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar (32 240);

Samenvoeging van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg, wijziging van de grens tussen de nieuwe gemeente en de gemeenten Barneveld en Utrechtse Heuvelrug en een wijziging van de grens tussen de provincies Gelderland en Utrecht (32 241);

Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp (32 280).

Doordat de behandeling van deze wetsvoorstellen niet werd voortgezet, hebben de uitgestelde reguliere raadsverkiezingen van 3 maart 2010 alsnog in de betrokken gemeenten plaatsgevonden. Dit op grond van de Wet van 9 november 2009 tot verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor een wijziging van de gemeentelijke indeling met ingang van 1 januari 2011 in voorbereiding is (Stb. 2009, nr. 476). Deze verkiezingen hebben op 24 november 2010 plaatsgevonden. Het draagvlak voor de voorgestelde herindelingen is door deze verkiezingen niet toegenomen.

Om tot een zorgvuldige afweging rondom de wetsvoorstellen te komen, heb ik overleg gevoerd met de nieuw aangetreden gemeentebesturen en de betrokken gedeputeerden. Met deze brief wil ik u de standpuntbepaling van het kabinet, die mede op grond van deze overleggen tot stand is gekomen, kenbaar maken.

Per wetsvoorstel zal hieronder de standpuntbepaling nader worden toegelicht.

Samenvoeging van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg, wijziging van de grens tussen de nieuwe gemeente en de gemeenten Barneveld en Utrechtse Heuvelrug en een wijziging van de grens tussen de provincies Gelderland en Utrecht (32 241)

Tijdens de overleggen die ik met de besturen van de betrokken gemeenten heb gevoerd, heb ik vastgesteld dat de standpunten ten aanzien van het voorliggende wetsvoorstel niet zijn gewijzigd.

Het voorliggende wetsvoorstel kan rekenen op breed draagvlak van de besturen van de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg. Daarnaast wordt de beoogde samenvoeging van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg gesteund door provinciale staten en gedeputeerde staten van de provincies Utrecht en Gelderland. Daar staat tegenover, dat het voorliggende wetsvoorstel niet kan rekenen op enig draagvlak van het gemeentebestuur van Renswoude. Het gemeentebestuur van Renswoude is een voorstander van een intensieve samenwerkingsrelatie met de gemeente Veenendaal. Op 21 december 2010 hebben de gemeenten Renswoude en Veenendaal een samenwerkingsovereenkomst gesloten op basis waarvan de gemeente Veenendaal taken uitvoert op het gebied van gemeentelijke dienstverlening ten behoeve en in opdracht van de gemeente Renswoude.

De besturen van de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg hebben aangegeven, dat de gemeente Renswoude onlosmakelijk deel uitmaakt van het voorliggende voorstel om te komen tot een nieuwe, landelijke gemeente in het Valleigebied. Ingeval sprake zou zijn van de situatie dat de gemeente Renswoude geen onderdeel meer uitmaakt van de beoogde samenvoeging, ontstaat er voor Scherpenzeel en Woudenberg een nieuw afwegingsmoment, zo hebben de besturen van deze gemeenten aangegeven. De gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg willen, met andere woorden, niet zonder meer worden samengevoegd, wanneer Renswoude afvalt.

Op basis van het voorgaande constateert het kabinet dat het voorliggende wetsvoorstel – gelet op het standpunt van het gemeentebestuur van Renswoude – niet kan rekenen op draagvlak van de drie betrokken gemeentebesturen. Daarnaast stelt het kabinet vast dat de gemeentebesturen van Scherpenzeel en Woudenberg een nieuwe afweging willen maken voor de toekomst indien de gemeente Renswoude geen deel meer uitmaakt van de samenvoeging.

Het kabinet constateert dat er geen urgentie tot deze gemeentelijke herindeling bestaat: er ontstaan geen onoverkomelijke problemen wanneer nu geen herindeling plaatsvindt. Kwetsbaarheid van de gemeente Renswoude wordt met de samenwerking met de gemeente Veenendaal vooralsnog afdoende ondervangen. Het kabinet wil de ruimte geven aan Scherpenzeel en Woudenberg om een nieuwe afweging te maken en zal derhalve de Koningin verzoeken hem te machtigen het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg (32 241) in te trekken.

Samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar (32 240)

Uit de gevoerde overleggen blijkt dat het bestuurlijk draagvlak voor het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar is afgenomen. De gemeentebesturen van Mook en Middelaar en van Bergen kiezen voor behoud van zelfstandigheid. Zij geven de voorkeur aan intergemeentelijke samenwerking. Dit betekent dat twee van de drie gemeentebesturen deze beoogde gemeentelijke herindeling afwijzen. Voorts is uit de overleggen geen alternatief naar voren gekomen dat op meer bestuurlijk draagvlak kan rekenen. De betrokken gemeenten hebben aangegeven dat de regionale opgaven gezamenlijk (zullen) worden opgepakt.

Het kabinet heeft geconstateerd dat er geen onoverkomelijke problemen ontstaan wanneer geen herindeling plaatsvindt. Het kabinet wil de ruimte geven aan het provinciebestuur van Limburg om een nieuwe afweging te maken betreffende de bestuurskrachtversterking in de regio en zal derhalve de Koningin verzoeken hem te machtigen het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar (32 240) in te trekken.

Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden en Weesp (32 280)

Het bestuurlijk draagvlak voor het huidige wetsvoorstel is met de raadsverkiezingen enigszins afgenomen. De gemeentebesturen van Weesp en Muiden ondersteunen het huidige wetsvoorstel. Het gemeentebestuur van Naarden geeft nu de voorkeur aan samenvoeging met de gemeenten Muiden en Bussum. Het standpunt van het gemeentebestuur van Bussum is licht gewijzigd in die zin dat een samenvoeging met de gemeente Muiden op termijn bespreekbaar is. Het gemeentebestuur van Bussum heeft inmiddels het initiatief genomen om te komen tot samenvoeging van de ambtelijke organisaties van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum.

Op basis van de gevoerde gesprekken concludeer ik dat het breedst mogelijke bestuurlijke draagvlak bestaat voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden en een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp. Met behoud van zelfstandigheid en een grenscorrectie ten gunste van de gemeente Weesp wordt deze gemeente voldoende versterkt. Gezien de precaire positie van de gemeente Muiden en de daarmee samenhangende grote urgentie en behoefte aan duidelijkheid bij de betrokken gemeenten, acht ik het bestuurlijk niet verantwoord om de besluitvorming inzake dit wetsvoorstel langer uit te stellen.

Het huidige wetsvoorstel wil ik dan ook ter besluitvorming voorleggen aan de Tweede Kamer en en daarbij aangeven dat het kabinet zich niet zal verzetten tegen een wijziging van het voorstel langs de hierboven aangegeven lijn.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven