nr. 18
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2010
De vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft
mij bij brief van 12 maart 2010 (kenmerk 2010Z04167/2010D12796) verzocht
om uw Kamer te informeren of, en zo ja op welke wijze, ik mogelijkheden zie
de nu vrijvallende tijd bij de behandeling van de controversieel verklaarde
wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling te benutten om het draagvlak
voor deze voorstellen tot gemeentelijke herindelingen in de betreffende regio’s
te versterken.
Allereerst wil ik u aangeven dat ik de besturen van de betrokken gemeenten
en provincies heb geïnformeerd over het feit dat de wetsvoorstellen tot
herindeling door uw Kamer controversieel zijn verklaard. Ook de gevolgen voor
de uitgestelde gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart jongstleden heb
ik in dat verband toegelicht.
Het verzoek van de vaste commissie begrijp ik als een uiterste poging
om de gevolgen die de controversieelverklaring heeft voor de betrokken gemeenten
te verzachten. Dit verzoek waardeer ik ook om deze reden. De controversieelverklaring
brengt voor de betrokken gemeenten veel onzekerheden met zich mee. Wanneer
er mogelijkheden zouden zijn om deze onzekerheden te verkleinen, dan zou ik
deze zeker benutten.
Echter op de vraag of ik mogelijkheden zie om in de huidige situatie het
draagvlak te vergroten, moet ik u ontkennend antwoorden. Deze mogelijkheden
zie ik, op dit moment en vanuit de huidige situatie, niet. Dat wil ik graag
toelichten.
Voorafgaand aan het vaststellen van de herindelingsadviezen is er door
de betrokken gemeenten en provincies een meerjarig traject gevolgd dat heeft
geleid tot de nu voorliggende voorstellen. In de aanloop naar het vaststellen
van het herindelingsadvies hebben de betrokken gemeenteraden, provinciale
staten, colleges van burgemeester en wethouders en colleges van gedeputeerde
staten activiteiten ontplooit om het maatschappelijke en bestuurlijke
draagvlak voor de voorstellen vast te stellen of te vergroten. Deze inspanningen
hebben geleid tot het draagvlak dat op dit moment aanwezig is.
Ten aanzien van het draagvlak voor de controversieel verklaarde wetsvoorstellen
heb ik geconstateerd dat dit draagvlak voldoet aan de eisen die hieraan gesteld
worden in het Beleidskader gemeentelijke herindeling. In de memorie van toelichting
heeft de regering ook blijk gegeven van haar afwegingen en uiteindelijk geconcludeerd
na een zorgvuldige beoordeling dat de wetsvoorstellen de toets van het zowel
het vorige als het vigerende Beleidskader gemeentelijke herindeling doorstaan.
Sinds de indiening van de herindelingsadviezen heb ik mij laten informeren
over de ontwikkelingen zoals die zich binnen de betrokken regio’s hebben
voorgedaan. Vanwege de grote waarde die zowel uw Kamer alsook ik hechten aan
bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak voor herindelingsvoorstellen, heb
ik bovenop de inspanningen van de betrokken provinciebesturen en gemeentebesturen
zelf ook inspanningen gepleegd om het draagvlak voor de voorstellen te onderzoeken
en indien mogelijk te vergroten. Deze activiteiten wil ik nog even voor u
op een rij zetten.
Bergen, Gennep en Mook en Middelaar
Sinds de vaststelling van het herindelingsadvies op 13 februari 2009
heb ik contacten onderhouden met het betrokken provinciebestuur en het gemeentebestuur
van Bergen. In het voorjaar van 2009 heb ik bestuurlijk overleg gevoerd met
het voltallige college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen.
In het najaar van 2009 heb ik bestuurlijk overleg gevoerd met de verantwoordelijk
gedeputeerde, de heer Driessen.
Bussum, Muiden, Naarden en Weesp
Over het voorstel ben ik op verzoek van de gemeenten in overleg getreden
met de betrokken burgemeesters. Gezamenlijk zijn wij tot de conclusie gekomen
dat het goed zou zijn om in dit geval een commissie van wijzen in te stellen.
Na afronding van de rapportage door de commissie, heeft het gemeentebestuur
van Bussum mij op de hoogte gesteld van zijn voornemen om door middel van
samenwerking tot een oplossing te komen. Hiervoor heb ik aandacht gevraagd
in de adviesaanvraag aan de Raad van State. De Raad van State oordeelde dat
het wetsvoorstel voorziet in de beste oplossing voor de bestuurskrachtvraagstukken
die spelen in het gebied. Met een afvaardiging van het college en de gemeenteraad
van Bussum is overleg gevoerd na het uitkomen van het advies van de Raad van
State.
Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg
Het gemeentebestuur van Renswoude heeft mij per brief zeer uitgebreid
geïnformeerd over zijn standpunt aangaande deze herindeling alsmede zijn
visie op het samenwerkingsmodel van Renswoude met de gemeente Veenendaal.
Daarnaast heb ik bestuurlijk overleg gevoerd met het gemeentebestuur van Scherpenzeel
alsmede met het bestuur van de provincies Utrecht en Gelderland.
Mij is gedurende bovenstaande inspanningen niet gebleken dat er realistische,
alternatieve mogelijkheden voorhanden zijn om het draagvlak voor de betrokken
herindelingsvoorstellen te versterken. Gemeenteraden hebben op inhoudelijke
gronden hun afwegingen gemaakt en deze vastgelegd in de zienswijzen op het
betrokken herindelingsvoorstel. Ik ben tot de conclusie gekomen dat deze inhoudelijke
overwegingen en gronden niet meer wijzigen door het voeren van aanvullend
bestuurlijk overleg. Daarbij is het zo dat de controversiële
status van de voorstellen door de gemeentebesturen die tegenstander zijn van
het voorstel, niet als een stimulans zal worden opgevat om alsnog tot een
oplossing te komen.
In dit stadium van het herindelingtraject en in deze fase van het wetgevingsproces,
mede in het licht van de controversiële status, is het naar mijn oordeel
weinig kansrijk om nog meer aanvullende acties te ondernemen om het draagvlak
voor deze voorstellen te vergroten. Ook wil ik bij de betrokken gemeentebesturen
geen valse verwachtingen wekken ten aanzien van de kansen die ik op dit moment
zie ten aanzien van de voortgang van de betrokken wetsvoorstellen. Als gevolg
van de controversieelverklaring, is het mijns inziens een te accepteren voldongen
feit geworden dat een nieuw kabinet zal besluiten over het vervolg van deze
herindelingsvoorstellen.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten