nr. 17
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2010
Bij brief van 19 februari 2010 (2010Z03386/2010D09851) heeft de vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om informatie
betreffende de aanhangige wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling. U
heeft in uw verzoek aangegeven dat de gevraagde informatie nodig is om een
voorspoedige voortgang en tijdsplanning van de parlementaire behandeling van
de onderhavige wetsvoorstellen te bevorderen.
Beoogd wordt om de nota’s naar aanleiding van de verslagen van de
diverse wetsvoorstellen op twee momenten aan te bieden aan de Kamer.
Het eerste moment is voor 18 maart 2010. Het betreft de nota’s
naar aanleiding van de verslagen van de wetsvoorstellen:
• Samenvoeging van de gemeenten Bodegraven en Reeuwijk;
• Samenvoeging van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel
en Wymbritseradiel;
• Samenvoeging van de gemeenten Margraten en Eijsden;
• Samenvoeging van de gemeenten Lith en Oss;
• Samenvoeging van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen, en
van de gemeenten Abcoude en De Ronde Venen.
Het tweede moment is voor 13 april 2010 en betreft de nota’s
naar aanleiding van de verslagen van de wetsvoorstellen:
• Samenvoeging van de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik;
• Samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar;
• Samenvoeging van de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg,
wijziging van de grens tussen de nieuwe gemeente en de gemeenten Barneveld
en Utrechtse Heuvelrug en een wijziging van de grens tussen de provincies
Gelderland en Utrecht.
Wat betreft het voorstel tot wet van de samenvoeging van de gemeenten
Bussum, Muiden, Naarden en Weesp kan ik u nog geen uitsluitsel geven, omdat
er nog geen verslag door de Kamer is uitgebracht.
In verband met de demissionaire status van het kabinet, wil ik ten aanzien
van de voorstellen nu slechts wijzen op eerder door mij aan uw Kamer gezonden
informatie over het verdere verloop van het proces.
In mijn brief van 5 oktober 2009 (kamerstuk 28 750, nr. 12)
heb ik u kenbaar gemaakt het wenselijk te achten dat de besluitvorming in
de Eerste Kamer bij voorkeur zou worden afgerond voor het zomerreces van 2010
en uiterlijk vóór 17 september 2010. Dit vanwege het belang
van inwerkingtreding per 1 januari 2011.
De precieze voortgang en tijdsplanning van de parlementaire behandeling
van de onderhavige wetsvoorstellen in de Kamer laat ik vanzelfsprekend geheel
aan u over.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten