nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2009
In de brief van 4 september 2009 (2009D41169) verzocht de voorzitter
van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mij
om informatie over de beoogde datum van indiening van de voorstellen voor
gemeentelijke herindeling, opdat de Kamer hiermee rekening kan houden in het
tijdschema voor de parlementaire behandeling. Door middel van deze brief,
geef ik invulling aan dit verzoek. Bovendien informeer ik u in deze brief
over de voortgang in het herindelingdossier Vecht en Venen.
Planning indiening nieuwe wetsvoorstellen tot gemeentelijke
herindeling.
Om uw kamer ter wille te zijn ten aanzien van de agendering, heeft het
onze voorkeur om waar mogelijk voorstellen tot herindeling zoveel als mogelijk
gebundeld aan te bieden. Zoals ik nu kan voorzien zijn er twee momenten van
indiening van een groep van wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling
bij uw kamer.
De eerste groep betreft de volgende voorstellen:
• het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Lith en
Oss;
• het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Eijsden
en Margraten;
• het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Andijk,
Medemblik en Wervershoof;
• het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Bodegraven
en Reeuwijk;
• het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Bolsward,
Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel.
De ministerraad heeft op 2 oktober jl. ingestemd deze voorstellen
om advies te zenden aan de Raad van State. Bij voorspoedige doorgang zullen
de voorstellen medio oktober 2009 aanhangig worden gemaakt bij de
Raad van State. Vanuit de ervaringen in het verleden met adviesaanvragen voor
gemeentelijke herindeling kan ommekomst van de Raad van State in redelijkheid
worden verwacht binnen vier weken.
Ommekomst binnen deze termijn maakt het mogelijk het wetsvoorstel medio
november bij uw kamer aanhangig te maken.
Een tweede groep van voorstellen bevat de volgende herindelingen:
• het voorstel van wet tot herindeling van de gemeenten Bussum, Muiden,
Naarden en Weesp;
• het voorstel van wet tot herindeling van de gemeenten Scherpenzeel,
Renswoude en Woudenberg;
• het voorstel van wet tot herindeling van de gemeenten Bergen, Gennep
en Mook en Middelaar.
Deze voorstellen zijn aanhangig gemaakt bij de Raad van State. In de adviesaanvraag
voor het voorstel van wet tot herindeling van de gemeenten Bussum, Muiden,
Naarden en Weesp is daarbij aanvullend op de reguliere adviesaanvraag aandacht
gevraagd voor de gevolgde procedure en voor alternatieven. Het kan zijn dat
hierdoor de advisering door de Raad van State meer tijd in beslag neemt dan
gebruikelijk bij voorstellen tot herindeling. Afhankelijk van het tijdstip
van ommekomst van de voorstellen van de Raad van State en het karakter van
de adviezen van de Raad wordt bepaald of de planning van deze drie wetsvoorstellen
gelijktijdig kan blijven verlopen. Hoewel ons streven erop is gericht deze
drie voorstellen gelijktijdig aan te bieden, geeft deze onzekerheid aanleiding
tot een voorbehoud. Het leek mij goed om u hierover nu reeds te informeren.
In ieder geval is mijn streven erop gericht om alle wetsvoorstellen vóór
1 december 2011 bij uw Kamer in te dienen.
Met betrekking tot uw planning van de parlementaire behandeling wil ik
u verzoeken rekening te houden met de volgende overwegingen. De betrokken
gemeenten beogen een herindeling per 1 januari 2011. Met het oog hierop
is het wenselijk dat besluitvorming in de Eerste Kamer bij voorkeur wordt
afgerond voor het zomerreces 2010 en uiterlijk vóór 17 september
2010. Dit stelt de betrokken gemeenten in staat om de termijnen te halen die
de kieswet stelt met betrekking tot de voorbereiding voor herindelingsverkiezingen.
Voortgang Vecht en Venen
Tot slot wil ik u informeren over de voortgang van het variantenonderzoek
voor het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Abcoude, Breukelen,
De Ronde Venen en Loenen (TK 31 840).
Tijdens de behandeling van dat wetsvoorstel op 14 mei 2009, heb ik
uw Kamer toegezegd te onderzoeken of er alternatieve varianten zijn voor deze
voorgestelde herindeling die op meer draagvlak kunnen rekenen dan het huidige
wetsvoorstel. Gezien het tijdsverloop sindsdien, informeer ik u langs deze
weg over de stand van zaken.
Allereerst heb ik op uw verzoek de gemeente Maarssen in het onderzoek
betrokken. Naar aanleiding daarvan heb ik in een bestuurlijk overleg op 17 juni
2009 met delegaties van de vijf betrokken gemeentebesturen en van de provincie
Utrecht een onderzoeksopzet besproken waarin de randvoorwaarden zijn geformuleerd
en de processtappen en planning zijn vastgelegd.
Vervolgens zijn deze zomer de in uw Kamer toegezegde herindelingscans
in de vorm van een financieel variantenonderzoek ten behoeve van de besluitvorming
in de gemeenteraden opgesteld. Hierin is een aantal potentiële
herindelingsvarianten financieel doorgelicht. Diezelfde herindelingsvarianten
zijn getoetst aan het beleidskader gemeentelijke herindeling en de randvoorwaarden
van het onderzoek.
Bovendien hebben de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen aanvullend
een nader onderzoek uitgevoerd naar de potentiële samenwerkings- en herindelingsvariant
waarin deze drie gemeenten een rol spelen.
Op basis van de genoemde onderzoeken zullen de betrokken gemeenteraden
uiterlijk 23 oktober 2009 een raadsbesluiten nemen welke herindelingsvariant(en)
hun voorkeur heet. Daaropvolgend verwacht ik u in de tweede helft van november
2009 te kunnen informeren over de uitkomsten van het variantenonderzoek en
over het verdere vervolg van het wetsvoorstel. Daarmee kan, wanneer uw planning
dat toelaat, besluitvorming in uw kamer nog dit jaar plaatsvinden.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten