28 742
Goedkeuring van de regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 24 september 2002, nr. WDB02/598M (Stcrt. 184) tot buiten toepassing stellen voor een gedeelte van 2002 van willekeurige afschrijving milieu-investeringen, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 20 februari 2003

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De leden van de fractie van het CDA hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.

Kan worden toegelicht, uitgesplitst naar bedrijfstak, hoeveel concrete aanvragen nog zijn gedaan tussen 17 september 2002 – de dag dat de belastingvoorstellen bekend werden – en 26 september 2002, de dag van de buitenwerkingstelling van de regelingen? Kan voorts worden toegelicht om welke concrete investeringsbedragen het hier ging? Zou het niet rechtvaardiger zijn geweest om de aanvragen te maximeren op een bepaald bedrag? Heeft de regering deze mogelijkheid wel in overweging genomen?

Voorts vragen de leden van de CDA-fractie naar de uiteindelijke realisatie van het budgettaire beslag 2002, dat in december 2002 nog afhing van het aantal meldingen dat nog zou binnenkomen in het restant van het jaar 2002 voor investeringen die zijn gedaan voor 26 september 2002 en van de uitkomsten van controles van de individuele meldingen door Senter en de Belastingdienst.

Tenslotte vragen deze leden hoe de regering staat tegenover de budgettering van belastinguitgaven in het algemeen. Genoemde leden zijn van mening dat het vastleggen van een uitgavenkader voor belastinguitgaven op zich geen slechte zaak is, maar dat dat niet zou mogen leiden tot het buiten werking stellen van een maatregel gedurende het jaar. Zij verzoeken de regering op deze stelling te reageren.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Giskes (D66), Crone (PvdA), De Vries (VVD), De Haan (CDA), Atsma (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Van Beek (VVD), Kant (SP), Hoogervorst (VVD), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), fng ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Gerkens (SP), Rambocus (CDA), Tichelaar (PvdA), fng voorzitter, Varela (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA) en Heemskerk (PvdA).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Rutte (VVD), Kortenhorst (CDA), Mosterd (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), Nijs (VVD), De Ruiter (SP), Hofstra (VVD), Nicolaï (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Ferrier (CDA), Eerdmans (LPF), Van Bommel (SP), Van Geel (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Hermans (LPF), De Vries (CDA), Mastwijk (CDA), Stuurman (PvdA), De Grave (VVD), Kalsbeek (PvdA) en Verbeet (PvdA).

Naar boven