nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
intrekking van de Tijdelijke referendumwet.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
18 december 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wetsvoorstel, strekkende
tot opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum
door de regering niet wordt ondersteund en dat het daarom wenselijk is de
tijdelijke bepalingen die in functie en perspectief van deze wijziging zijn
vastgesteld, in te trekken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Tijdelijke referendumwet wordt ingetrokken.
ARTIKEL II
De Tijdelijke referendumwet blijft van toepassing op wetten en stilzwijgende
goedkeuringen van verdragen ten aanzien waarvan voor de dag waarop deze wet
in werking is getreden een besluit is genomen als bedoeld in artikel
110, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet, en op besluiten ten aanzien
waarvan voor de dag waarop deze wet in werking is getreden een besluit is
genomen als bedoeld in artikel 112 van de Tijdelijke referendumwet.
ARTIKEL III
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt
deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,