28 712
Wijziging Belastingplan 2003 Deel I

nr. 7
VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG

Vastgesteld 12 december 2002

De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 4 december overleg gevoerd met staatssecretaris Van Eijck van Financiën over de wijziging van het Belastingplan 2003 Deel I.

Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Tichelaar

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Berck

Stenografisch verslag van een wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Financiën

Woensdag 4 december 2002

18.00 uur

De voorzitter: Giskes

Aanwezig zijn 8 leden der Kamer, te weten:

Hofstra, De Nerée tot Babberich, Van der Velden, Vendrik, De Ruiter, Bussemaker, Giskes en Tichelaar,

alsmede de heer Van Eijck, staatssecretaris van Financiën.

Aan de orde is:

het wetsvoorstel Wijziging Belasting plan 2003 Deel I (novelle) (28712).

Eerste termijn van de commissie

De heerHofstra(VVD)

Mevrouw de voorzitter. De VVD-fractie is verheugd over de afloop van het najaarsoverleg en over de vertaling daarvan in het Belastingplan 2003. Vooral de uitkomst van het overleg over het spaarloon heeft onze instemming. Wij hadden een amendement ingediend dat ertoe strekte het spaarloon onverkort te handhaven, overigens, met de prettige steun van D66.

De voorzitter:

Doelt u op de motie die wij indienden, maar die u niet steunde?

De heerHofstra(VVD)

Nee, ik doel op het amendement dat wij hebben ingediend met als strekking het spaarloon in zijn oude vorm te handhaven. Wij hebben destijds gezegd dat die handhaving een goed signaal aan de sociale partners zou zijn. Ik ben nu dus erg blij, omdat een deel van de vermindering is weggenomen. Hulde daarvoor.

Een belangrijk punt van het regeerakkoord is het reorganiseren van het systeem van de Melkertbanen. Dat blijft structureel intact en met de nadrukkelijke instemming van de werkgevers en de werknemers. Ook dat verheugt ons zeer.

In 2003 zullen wij merken wat er met de levensloopregeling gebeurt. Ik herhaal mijn waarschuwing: wij hebben daar niet veel geld voor en laten we ons daarom niet te rijk rekenen. We zien dus later wel hoe het hiermee gaat. Voor de bespreking van dit plan is deze kwestie niet van belang.

Er zijn gedetailleerde koopkrachtplaatjes gepresenteerd, maar zoals bekend hechten wij daar niet zozeer aan. Inmiddels doet dat de staatssecretaris ook niet meer. Dat blijkt uit zijn relativerende toelichting bij de koopkrachtplaatjes.

Mevrouw de voorzitter. Wij zijn niet voor het amendement-Vendrik, want hij houden van lage tarieven en niet van een verhoging daarvan.

Samenvattend: wij zijn blij met het voorstel van de regering en wij zullen van harte bevorderen dat dit zo snel mogelijk naar de Eerste Kamer kan worden gezonden.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Voorzitter. Ik verkeerde in de veronderstelling dat wij vandaag alleen de novelle zouden behandelen en dat we dus alleen zouden spreken over de twee punten die nog in het belastingplan moeten worden opgenomen. Er worden echter nu over meer elementen opmerkingen gemaakt.

Ik heb geconstateerd dat het bedrag voor het spaarloon is verhoogd. Het is jammer dat de levensloopregeling met ingang van 1 januari 2003 niet kan worden ingevoerd. Ik heb hierover een andere opvatting dan de heer Hofstra. Dit onderwerp zal gegarandeerd de komende tijd aan de orde komen. Het verheugt mij voorts dat zonder belastingheffing het spaarloon twee jaar eerder kan worden gedeblokkeerd. Vooral vanwege de bestedingen in deze tijd van het jaar, sinterklaastijd en de jaarwisseling, is dat een heel goede zaak.

Ik wil deze gelegenheid niet gebruiken om over het resultaat van het najaarsoverleg te spreken. Wel wil ik opmerken dat het het CDA buitengewoon verheugt dat in dat overleg overeenstemming is bereikt over het pakket.

Wat dit wetsvoorstel betreft: wij kunnen ons helemaal vinden in de strekking ervan. Wij hopen dat het snel door het parlement behandeld zal zijn. Ten slotte: wij zijn tegen aanneming van het amendement van de heer Vendrik.

De heerVan der Velden(LPF)

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de voorgaande spreker. Ook de LPF is blij met het feit dat dit resultaat snel is bereikt en wij zullen evenmin het amendement van de heer Vendrik steunen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Voorzitter. Het is jammer dat voordat het debat goed is begonnen, mijn amendement al wordt afgeschoten. Ik wijs erop dat aanneming van mijn amendement de voorgaande twee sprekers bij de verkiezingen heel wat uitleg zal besparen. Er wordt nu namelijk een nieuwe nominale premie ingevoerd, zonder dat compensatie wordt geboden...

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Voorzitter. Wij hebben er nooit bezwaar tegen om in verkiezingstijd uit te leggen dat iets wordt gedaan wat buitengewoon goed is. Ook hebben wij geen er geen moeite mee om iets slechts te presenteren als dat in het belang van het land is. Dan nemen wij daar ook verantwoordelijkheid voor.

De heerVendrik(GroenLinks)

Ik hoor de heer De Ruiter, die naast mij zit, nu zeggen: dat hebben wij gemerkt.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Hoezo?

De heerVendrik(GroenLinks)

Het CDA is een dure verkiezingsbelofte met betrekking tot de reparatie van de stijging van de nominale premies niet nagekomen. De LPF is haar belofte niet nagekomen met betrekking tot de koopkracht voor de minima. Het amendement-Tonkens zorgt ervoor dat de stijging van de zorgkosten inkomensafhankelijk wordt verdisconteerd. Het is juist in 2003 nodig om de mensen met de smalste beurs te sparen en om ervoor te zorgen dat in het geval een nieuw kabinet kiest voor stijging van de nominale premies, wat god verhoede, er werkelijk compensatie wordt geboden. Het is dus niet uitgesloten dat de nominale premies worden gebruikt als financieringsbron voor het zorgstelsel. Ik zou daarom menen dat mijn amendement iets meer aandacht van beide collega's verdient.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Voorzitter. De heer Vendrik doet het nu voorkomen dat er helemaal geen compensatie wordt geboden. Hij moet de koopkrachtplaatjes nog maar eens bestuderen. Hij zal dan merken dat de geboden compensaties hun uitwerking hebben gehad.

De voorzitter: Tichelaar

De heerVendrik(GroenLinks)

Voorzitter. Jammer! Ik hoop dat de staatssecretaris met wat meer gevoel voor de materie op het amendement wil reageren. Dit is een serieuze aangelegenheid en ik vertrouw er daarom op dat hij mijn amendement serieus zal bespreken. Ik krijg daarop van hem dus graag een reactie.

Hoe staat het met de koopkrachtplaatjes na aanneming van deze novelle? Voorzitter. Er doet zich iets raars voor. De novelle voorziet in een verhoging van het bedrag dat jaarlijks maximaal mag worden gespaard in het kader van de spaarloonregeling alsmede in de verwerking van een aantal andere maatregelen waartoe men in het najaarsoverleg heeft besloten. De uitwerking van deze maatregelen betekent vergroting van de afstand tussen mensen met een uitkering en de mensen met betaald werk. Dat zal het rechtstreekse gevolg zijn. Ik heb goede herinneringen aan andere tijden, toen ik bijvoorbeeld tijdens de behandeling van het belastingplan samen met de CDA-fractie ten strijde trok tegen dit soort effecten. Ik meen nu een coalitiepartner te hebben verloren. Dat is heel erg jammer. Ik vraag het kabinet of het effect dat ik aangaf, is beoogd. Is dit voor het kabinet acceptabel, een toename van de afstand tussen loon en uitkering? Ik ben er niet voor. Ik zou denken dat het kabinet op deze manier des te meer mijn amendement in de schijnwerpers heeft gezet en de aanneming ervan noodzakelijk maakt. Dat zou er immers toe leiden dat de laagste inkomens, al dan niet verkregen met betaald werk, niet nog meer achterstand oplopen ten opzichte van de gemiddelde inkomens.

Voorzitter. Mijn tweede punt betreft iets wat zeker even ernstig is: het koopkrachtplaatje zegt nu minder dan ooit wat er gebeurt. In het najaarsoverleg is afgesproken dat de contractloonstijging in 2003 beperkt moet blijven tot 2,5%, maar die afspraak is niet in de berekeningen verwerkt. Wij krijgen dus een beeld gepresenteerd dat eigenlijk niets zegt. Voorzover de stijging van 2,5% in 2003 doorwerkt in de uitkeringen, wordt het beeld alleen maar slechter. Het wordt slechter voor alle inkomensgroepen en in ieder geval voor de mensen op het minimum. Ik wil nu graag van de staatssecretaris horen waarom hij dit zeer gemankeerde koopkrachtbeeld heeft gepresenteerd. Het is namelijk niet compleet, omdat de afspraken van het najaarsoverleg er niet in zijn verwerkt. Ik vraag het kabinet om in ieder geval voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volgende week – daarbij is wat mijn fractie betreft inkomenspolitiek een belangrijk item – een actueel koopkrachtbeeld te presenteren. Dat lijkt mij toch wel het minste wat het kabinet kan doen. Graag krijg ik dus te horen wat de reden is voor deze presentatie alsmede de toezegging dat ons volgende week wel een helder beeld zal worden gegeven.

Op welke manier is men gekomen tot hetgeen nu voor ons ligt? Men heeft het percentage voor de contractloonstijging uit de MEV gebruikt. Die stijging geldt echter niet meer, want er is een nieuwe afspraak gemaakt. Dus blijft onze vraag: hoe groot is precies de doorwerking van de afspraken in het najaarsoverleg op de gemiddelde contractloonstijging? Die stijging zal niet 2,5% zijn, want er is al een aantal cao's afgesloten die in 2003 leiden tot een contractloonontwikkeling van een aantal procenten. Daarom moet het beeld geactualiseerd worden. Dit lijkt mij tamelijk vanzelfsprekend.

Voorzitter. Ik heb voorts een vraag waarop het antwoord relevant is voor ons werk volgende week. Op pagina 1 van de memorie van toelichting van de novelle staat een financieel staatje. Daarin is aangegeven: de financiering van deze novelle en de regulariseringsregeling voor de Melkertbanen. Volgens dit staatje zal in 2003 sprake zijn van een onderuitputting van 40 mln bij het uitgavenkader. Waaruit maak ik dit op? De "Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen" kost 170 mln, maar die uitgave wordt gedurende de jaren 2003 en 2004 gedaan. Dat betekent een uitgave van 85 mln in 2003 en een uitgave van 85 mln in 2004. Bij de dekking is aangegeven dat de "Doorwerking spaarloon via referentiemodel (gespreid over 2003 en 2004)" 90 mln oplevert. Deel ik dit bedrag weer door twee, dan geldt: 45 mln in 2003 en 45 mln in 2004. Dat betekent dat er extra ruimte is. Wat betekent dit voor de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die wij volgende week bespreken? Ik vraag dit nu, omdat dit overleg de laatste gelegenheid is om het kabinet dit voor te leggen. De beantwoording van de feitelijke vragen in het kader van de begroting SZW is namelijk al afgerond. Voorafgaand aan de begrotingsbehandeling spreken wij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet meer en men weet hoe een begrotingsbehandeling verloopt. Daarbij geldt: kort, snel en hevig. Toch lijkt mij de informatie waarom ik nu vraag, tamelijk relevant. Vooral, omdat het kabinet, helaas, de gereserveerde 38 mln voor de Lang-laagregeling inzet als dekking voor een tijdelijk pakket. Wij hebben aanneming van de desbetreffende motie zeer ontraden en er dus niet voorgestemd. Doen we eindelijk eens een keer iets voor mensen met een minimumuitkering en dan wordt het geld meteen ingepikt. Als inderdaad met het uitgavenkader voor 2003 geld overblijft, wil ik dat graag horen. Wij weten er volgende week dan een heel mooie bestemming voor.

Voorzitter. Ik begrijp dat het vandaag vooral over de novelle moet gaan, maar in deze novelle wordt ook de uitkomst van het najaarsoverleg weergegeven en als de feiten niet helder worden, weet ik wel wat er volgende week gebeurt.

Ter dekking van het hele pakket komt 90 mln beschikbaar vanwege de doorwerking van het spaarloon via het referentiemodel. Wij hebben ons nogal ingespannen om te kunnen achterhalen hoe dit werkt, maar ik begrijp het niet. Staatssecretaris, legt u mij eens stap voor stap uit waar die 90 mln ineens vandaan komt.

Mijn laatste vraag: kunt u mij uitleggen hoe het mogelijk is dat koud een paar maanden na de presentatie van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ineens een bedrag van meer dan 100 mln gebruikt kan worden ter dekking van het najaarspakket? Deze begroting is nog niet eens van kracht, wij hebben haar nog niet besproken en het jaar 2003 is nog niet begonnen, maar er is wel ineens 100 mln beschikbaar. Dat vind ik knap. De conclusie moet zijn dat, deze staatssecretaris iets achter de hand heeft gehouden – als dit zo is, had ik dat graag bij de algemene financiële beschouwingen geweten – of dat de begroting niet deugt. Het is van tweeën één. Ook op dit punt wil ik graag helderheid, want die is nodig om het totale pakket te kunnen beoordelen.

MevrouwGiskes(D66)

Voorzitter. Ik wil graag van de heer Vendrik horen waar hij die 100 mln heeft ontdekt.

De heerVendrik(GroenLinks)

Op pagina 2 van de memorie van toelichting staat aangegeven:

  • - 50 mln aan terugontvangsten arbeidsmarkt;

  • - 10 mln aan onderuitputting WIW-dienstbetrekkingen;

  • - 42 mln aan onderuitputting scholingsactiveringsbudget.

Bij elkaar is dit ruim 100 mln. Het gaat hierbij om meevallers, om onderuitputting dan wel terugontvangsten, waarvan wij niets wisten. Deze meevallers waren niet in de begroting van SZW aangegeven. Als dat wel was gebeurd, was er natuurlijk een bestemming aangegeven.

De voorzitter:

De heer De Ruiter vervangt het lid Kant. Ik begrijp dat de leden er geen bezwaar tegen hebben dat hij namens haar hier het woord voert.

De heerDe Ruiter(SP)

Voorzitter. Noch mevrouw Kant noch mevrouw Gerkens kon deze vergadering bijwonen en daarom voer ik nu het woord. Ook ik wil terugblikken op het najaarsoverleg. De uitkomst van dat overleg moet in de Tweede Kamer worden vastgesteld. Zeker geldt dat voor de begroting waarin de effecten ervan worden verwerkt. Mij lijkt dat ook in de SER over de uitkomsten van het najaarsoverleg moet worden gesproken.

Er is veel goeds gebeurd. Er is in het najaarsoverleg gesproken over de WAO en er is iets gedaan aan koopkrachtreparatie. Met die reparatie ben ik blij, maar tegelijk constateer ik dat de afstand tussen werkenden en niet-werkenden is vergroot en dat de tweedeling dus toeneemt. Het spaarloon hebben wij bijna helemaal gerepareerd. Waarvan ik echter niets begrijp, is het verhaal van de Melkertbanen. Ook omdat dit daarvoor de laatste mogelijkheid is voor de behandeling van de begroting van SZW, wil ik er nu enkele opmerkingen over maken.

Er wordt nu 170 mln ingezet voor de ID-banen. Dat is een verdubbeling ten opzichte van het aanvankelijke voornemen. Daar staat wel een bezuiniging van 680 mln tegenover. Eerst hadden wij 8000 euro per arbeidsplaats beschikbaar en nu 16.000. Ik hoor graag van de staatssecretaris op welke manier je hiervan structureel bijvoorbeeld een conciërge op een school kunt betalen. Mijn indruk is dat hier sprake is van een fopspeen. Hooguit heeft men hieraan iets voor de duur van maximaal twee jaar. Meer zit er niet in. Dan heb ik het nog niet over verbetering van de arbeidsvoorwaarden en salarissen van mensen met een Melkertbaan.

Evenals de heer Vendrik vind ook ik dat er een erg merkwaardige financiering wordt gepresenteerd. Er wordt nu namelijk een deel van het geld gebruikt dat bedoeld was voor mensen met een heel laag inkomen. Daarvoor gold die Lang-laagregeling. Er wordt daarvan 42 mln ingezet voor verbetering van het inkomen van mensen die een heel laag inkomen hebben, maar daarvoor heel hard moeten werken. Mevrouw Bussemaker was erbij toen ik deze week hierover in Rotterdam iets zei. Het klopt wat ik daar naar voren bracht: dit is geld weghalen bij de allerarmsten en het geven aan de mensen die het wat minder arm hebben. Zo'n financiering staat de SP in ieder geval niet voor.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Voor de Lang-laagregeling was een bedrag ingeboekt, maar er is nog geen wet tot stand gekomen op grond waarvan dit bedrag kon worden uitgegeven. Als daar geen wet voor is, moet je een andere manier zoeken om het geld te kunnen uitgeven. Ik meen dat met het najaarsakkoord een goede weg is gevonden om iets voor de minima te kunnen doen. U moet dus niet net doen of er niets voor de minima wordt gedaan.

De heerDe Ruiter(SP)

Dit is heel leuk bedacht, voorzitter, allemaal fantastisch, maar wij hadden ook kunnen afspreken om het geld dat over is te reserveren voor de mensen met de allerlaagste inkomens en dat in een later stadium uit te geven. Dit is echter twee keer armoedebeleid. Dat het CDA daarvoor heeft gekozen, het zij zo.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Zijn hier de verkiezingscampagnes niet voor, voorzitter, want dit is gewoon...

De voorzitter:

Ik vind dat wij de orde van de vergadering in acht moeten nemen. Ik sta toe dat er telkens kort een zijweg wordt bewandeld, maar we moeten wel in aanmerking nemen dat een voorstel van wet en een amendement daarop van GroenLinks aan de orde zijn. De heer De Ruiter kan zijn betoog vervolgen, maar ik verzoek hem zich te beperken tot het onderwerp van deze vergadering. Anders zullen wij ongetwijfeld buitengewoon interessante aspecten behandelen, maar die betreffen dan een onderwerp dat niet is geagendeerd.

De heerDe Ruiter(SP)

En toch vind ik dat sommige elementen aan de orde kunnen zijn, omdat dit de laatste gelegenheid voor de behandeling van de begroting is om ze te bespreken. Overigens, als de heer De Nerée zijn mond had gehouden, was ik al klaar geweest.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Als u zomaar van alles zegt, kan ik mijn mond niet houden.

De heerDe Ruiter(SP)

Zeker wel. Effe dimmen!

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

Maar dat kunt u ook.

De heerDe Ruiter(SP)

Voorzitter. Ik wilde iets zeggen over het amendement van de heer Vendrik. Ik vind dat een zeer sympathiek amendement. Wel zeg ik tegen de heer Vendrik: ik laat het de economen van de SP nog een keer doorrekenen.

MevrouwBussemaker(PvdA)

Voorzitter. Het resultaat dat ons is gepresenteerd, bevat veel positieve punten. Wel vraag ik mij af: was al die heisa en al die onrust wel nodig? Belangrijke besluiten zijn teruggedraaid. Wij zijn in ieder geval blij dat er nog een vakbeweging is. Ik stel namelijk vast dat meer ondanks dan dankzij het kabinet en de coalitiepartijen op een aantal voor ons wezenlijke punten verbeteringen zijn aangebracht.

Er is nu geld voor de Lang-laagregeling en daar ben ik blij om. Het kabinet had hier echter zelf voor kunnen zorgen. De coalitiefracties wilden daarvoor geen geld uittrekken, want zij hebben met de motie-Van Beek het geld voor iets anders besteed. Daarom ben ik benieuwd wat de VVD-fractie nu zal doen. Gaat zij er nu zonder meer mee akkoord dat de aangenomen motie op een andere manier wordt uitgevoerd en het geld dus op een andere manier wordt besteed? Graag krijg ik hierop antwoord. Tegen de CDA-fractie zeg ik dat er heel wel een betere oplossing met betrekking tot de Lang-laagregeling kan worden gevonden, namelijk door gebruik te maken het initiatiefwetsvoorstel van mijn collega Noorman-den Uyl. Dat voorstel kan voor het eind van het jaar behandeld worden en op 1 januari ingaan. Dus iedereen die voor de mensen waarvoor de Lang-laagregeling is bedoeld structureel iets wil regelen, krijgt daartoe uitgebreid de kans.

Is in de koopkrachtplaatjes ook datgene verwerkt wat is gesteld in noot 1 op bladzijde 2 van de memorie van toelichting bij de novelle? Daar wordt gesproken over een verlaging van de AWF-premie voor de werkgevers en een verhoging ervan voor de werknemers. Verder sluit ik mij aan bij de vragen van de heer Vendrik over de koopkrachtplaatjes. Ik vind ze namelijk ook niet helder. Volgende week zullen wij er bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op terugkomen.

Ik wil voorts een vraag stellen over de afspraken met betrekking tot de ID-banen. Zo langzamerhand kan ik er geen touw meer aan vastknopen. Eerst was er 80 mln beschikbaar, later 124 mln en nu wordt een bedrag van 170 mln vermeld. Het geld komt grotendeels uit de eigen zak van de vakbeweging, waarvoor zij zeer te prijzen is. Ik begrijp dat de vakbeweging dit bedrag in de jaren 2003 en 2004 wil uitgeven. Bij het bedrag dat aan de uitgavenkant wordt vermeld, gaat het echter alleen maar om een uitgave voor 2003. Betekent dit dat wij zomer volgend jaar met een probleem zitten? Of krijgen wij in 2004 een probleem? Gaat het hier om een financiering voor mogelijkerwijs twee jaar en, zo ja, wat moeten de mensen daarna? Ik begrijp nu dat de instellingen de banen dan moeten betalen. Er zijn wel leuke discussies geweest over de zogenaamde enveloppen, maar of het geld dat daarin zit structureel beschikbaar is, is nog de vraag. Daarom doe ik nu via deze staatssecretaris een dringend beroep op de regering om de Kamer voor de behandeling van de begroting van SZW klip en klaar uit te leggen hoe dit zit.

Tot slot wil ik duidelijkheid met betrekking tot het bedrag van 130 mln. Dat is zomaar verdwenen. Lodewijk de Waal heeft hierover in een interview met NRC Handelsblad iets gezegd. Dat is een relevant interview, want het gaat ook over het spaarloon, dus ook over de novelle. De heer De Waal zegt dat er eerst 550 mln beschikbaar was ofwel 66% en daarna 422 mln. Niemand wist op een gegeven moment op welke manier die 130 mln was verdwenen. Wel had de heer De Waal ergens in de kantlijn van zijn stukken gezet: HH; ofwel: Hans Hoogervorst. Wij zouden graag horen of nog is te traceren waar die 130 mln is gebleven.

De voorzitter:

Ik meen dat de heer Hofstra wil reageren.

De heerHofstra(VVD)

Mevrouw Bussemaker heeft mij een vraag gesteld en ik meen dat het een goede gewoonte is een vraag te beantwoorden. Wellicht heeft zij de motie-Van Beek, de motie waarover zij sprak, gelezen.

MevrouwBussemaker(PvdA)

Ja.

De heerHofstra(VVD)

Dan hebt u gezien dat wij de desbetreffende post wilden inzetten voor arbeidsmarktverbetering, in welke vorm dan ook. Achteraf stel ik vast dat dit een verstandige move van ons was, want op deze manier konden wij het najaarsoverleg tot een goed eind brengen. Het ging hiermee dus net als met het spaarloon. Het geld wordt nu door de regering besteed op een manier die in de motie wordt voorgestaan.

MevrouwGiskes(D66)

Voorzitter. Ook D66 is blij dat het in ieder geval is gelukt de kwesties die in het najaarsoverleg aan de orde waren, op te lossen. Ik herhaal dat men steeds meer uitkwam op datgene wat met de motie van D66 en GroenLinks wordt gevraagd, de motie die is ingediend bij de algemene politieke beschouwingen. Met de motie werd gevraagd het spaarloon zoveel mogelijk in stand te houden, al dan niet met het inzetten van de 500 mln die was gereserveerd voor lastenverlichting. Ik constateer dat men een aardig eind in onze richting is gekomen.

De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)

De sociale partners hebben nu echter bepaald hoe gehandeld moet worden. De Kamer wilde op een gegeven moment een greep in de kas doen en die 500 mln gebruiken om het spaarloon in stand te houden. Het was echter de bedoeling van het CDA dat de sociale partners voor een invulling van het benodigde bedrag zouden zorgen. Wij zijn blij dat dat ook is gebeurd.

De heerDe Ruiter(SP)

Dat is dus iets anders dan zelf de verantwoordelijkheid nemen.

MevrouwGiskes(D66)

Wij menen dat je op een andere manier met de sociale partners moet omgaan. Wij moeten ze niet op deze manier tevreden stellen en ze in de waan laten dat zij zelf voor de oplossing hebben gezorgd. Wat nu gebeurt, vindt eigenlijk iedereen zinnig. Dan kun je zoiets beter maar meteen doen. Dat scheelt een hoop tijd en een hoop gedoe.

Bij lezing van de novelle viel het ons op dat een aantal effecten niet is doorberekend. Ik vind het daarom lastig in te stemmen met het gepresenteerde koopkrachtbeeld. Uit de tekst blijkt dat van alles niet in aanmerking is genomen. Op bladzijde 3 van de memorie van toelichting staat bijvoorbeeld dat de endogene doorwerking van de contractloonstijging en de inflatie niet is verwerkt. Er wordt ook geen rekening gehouden met de positieve inkomenseffecten van de regeling voor de langdurige minima. Waarom niet? Pas als wij weten hoe groot de doorwerking van alle effecten is, kunnen wij eventueel onze zegen geven aan het beeld dat in de novelle wordt geschetst.

Ik begrijp dat de arbeidskorting wordt verhoogd. Mijn veronderstelling wordt hiermee bevestigd, namelijk dat de arbeidskorting niet wordt gebruikt overeenkomstig de doelstelling die eraan ten grondslag ligt. Zij wordt namelijk naar believen verhoogd, verlaagd en eigenlijk alleen maar gebruikt als inkomensinstrument. Op zichzelf is dit een interessante aanwending, maar het is de vraag of je daarvoor deze korting altijd zou moeten gebruiken.

Nu is de arbeidskorting dus verhoogd, maar ik meen dat men juist had moeten zoeken naar mogelijkheden om de positie van de minima te verbeteren. Een belangrijk deel van de minima krijgt namelijk niet de arbeidskorting. Daarom begrijp ik deze actie niet helemaal. Het koopkrachtbeeld dat nu resulteert, geeft ons echter niet direct het gevoel dat er iets ernstig misgaat. Met zijn amendement wil de heer Vendrik iets doen aan de verhoging van de nominale premie. D66 is er op uit met het ziektekostenstelsel de kant op te gaan die nu wordt aangegeven. Zolang er maar netjes voor compensatie wordt gezorgd, zijn wij daarover te spreken. Wij hebben er dus geen behoefte aan om bij iedere verandering van de nominale premie, wijzigingsvoorstellen te steunen. Het risico zou zijn dat iedere keer als de nominale premie verandert, je andere specifieke elementen ook moet veranderen. Als je niet oppast, vererger je dan het probleem van de armoedeval. Met belangstelling luisteren wij naar de discussie en na afloop zullen wij ons stemgedrag ten aanzien aan het amendement bepalen.

De heerVendrik(GroenLinks)

Dit begrijp ik niet. Misschien kunt u uitleggen wat u niet begrijpt van het amendement.

MevrouwGiskes(D66)

Ik vraag mij af of het nodig is een wijziging in het voorstel aan te brengen. U suggereert dat er nu iets niet goed gaat. Als uw amendement niet wordt aangenomen, zou het voorstel van het kabinet verkeerd uitwerken. Het kabinet komt met een nominale premie en uw suggestie is dat die resulteert in een verkeerd inkomensplaatje. Bepaalde groepen zouden tekort worden gedaan. Onze stelling is dat je met de ziektekosten wel degelijk de kant op moet die nu wordt aangegeven. We lopen dus eigenlijk vooruit op de stelselherziening. Telkens checken wij welk inkomensbeeld een voorstel tot gevolg heeft. Tot op heden hebben wij niet de indruk dat er iets misgaat. Daarom zien wij geen aanleiding tot verandering. Wij staan ook niet te trappelen met de tarieven in de belastingsfeer ergens boven de 50% uit te komen. Ik weet overigens ook niet welk inkomensplaatje aanneming van het amendement oplevert. Ik weet daarom niet precies wat de effecten ervan zouden zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, de staatssecretaris en zijn ondersteunende ambtenaren tien minuten de gelegenheid te bieden om zich voor te bereiden op een reactie op de inbreng van de leden.

Verder stel ik voor dat de staatssecretaris de vragen die het beleidsterrein van zijn collega's in het kabinet betreffen, doorgeleidt. De antwoorden zouden met spoed naar de leden gezonden moeten worden.

De heerVendrik(GroenLinks)

Ik begrijp uw punt, voorzitter, maar laat ook gezegd zijn dat het kabinet zelf de uitkomst van het najaarsoverleg budgettair en fiscaal presenteert met de memorie van toelichting die bij de novelle hoort. Het zou daarom vreemd zijn als wij de bewindspersoon die hier aanwezig is niet konden aanspreken op datgene wat staat in de novelle die hij zelf heeft gepresenteerd.

De voorzitter:

Hij heeft een maximale inspanningsverplichting, maar als de vragen beleidsterreinen betreffen waarover hij niet gaat, kan niet van hem verlangd worden dat hij er antwoord op geeft. Die vragen moet hij doorgeleiden naar zijn collega's in het kabinet. Na de schorsing spreken wij af op welke termijn u de antwoorden zullen bereiken. Er wordt dus recht gedaan aan uw inbreng, maar ook aan de positie van deze staatssecretaris.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De vergadering wordt van 18.30 uur tot 18.40 uur geschorst.

Eerste termijn van de regering

StaatssecretarisVan Eijck

Voorzitter. Wie had gedacht dat wij op deze manier nog in conclaaf zouden treden? De vorige beschouwingen rondde ik namelijk af met de mededeling dat ik ze zag als het einde van een buitengewoon boeiend proces. Echter, het proces blijkt door te gaan en het blijft boeiend. Vandaag zal het zijn climax bereiken. Ik begrijp dat ik dit moet toelichten. Dat zal ik doen.

Geachte leden van de Kamer, ik wil u thans graag een nota van wijziging voorleggen. Zij is het duveltje uit het doosje.

MevrouwGiskes(D66)

Is het een nota van wijziging bij de novelle?

StaatssecretarisVan Eijck

Ja, zij komt vers van de pers. Zij zal u straks gepresenteerd worden.

MevrouwGiskes(D66)

Daar was dus die schorsing voor nodig.

StaatssecretarisVan Eijck

Die heeft er uiteraard wel iets mee te maken. Deze nota van wijziging is overigens maar heel kort. Zij betreft het volgende.

Zowel in de verklaring van het kabinet als op de regeringswebsite en met andere berichtgeving is melding gemaakt van de einduitkomsten van het najaarsoverleg. In het najaarsoverleg is vastgelegd dat wij de spaarloonregeling in stand houden, maar dat maximaal per jaar 613 euro zou mogen worden gespaard. Voor het handhaven van de spaarloonregeling op deze manier werd een bepaald bedrag uitgetrokken. Over de manier waarop dat bedrag wordt opgebouwd, kom ik straks te spreken. Echter, na het doorrekenen van de effecten, bleek dat het maximaal te sparen bedrag per jaar 615 euro moest zijn. Dat betekent dat in de novelle die het kabinet en u is aangeboden uiteindelijk het bedrag van 615 euro staat. Echter, het Verbond van verzekeraars, de Verenging van banken en tal van andere instellingen was eerder doorgegeven dat het zou gaan om 613 euro. Zodra zij dat vernamen, vermeldden zij dat bedrag in de folders en andere relevante berichtgevingen. De instellingen zouden nu hun documentatiemateriaal moeten aanpassen. Ik wijs erop dat zij het met de invoering van het belastingplan al redelijk zwaar te verduren hadden in verband met allerlei maatregelen. Ik denk hierbij aan de lijfrentepremie, de spaarloonregeling en meer van dergelijke zaken. Verder geldt dat ik een groot voorstander ben van het tegengaan van hoge administratieve lasten. Ik zou het dus erg vervelend vinden als ik met een nieuwe wijziging de sector in de problemen bracht. De nota van wijziging die ik de Kamer nu aanbied, heeft in ieder geval de goedkeuring van minister Hoogervorst, minister De Geus en alle andere bewindslieden die in dit verband zijn geraadpleegd. Zij gaan akkoord met vermelding in de novelle van het bedrag dat aanvankelijk was genoemd, namelijk 613 euro om op die manier administratieve lasten voor de sector te voorkomen.

Voorzitter. Mevrouw Bussemaker vroeg waar die 30 mln is gebleven. Voor mij was het de eerste keer dat ik een najaarsoverleg kon meemaken en ik zeg expliciet dat het niet de laatste keer hoeft te zijn. Zo'n overleg is een zeer fascinerend proces. Tijdens de onderhandelingen worden voortdurend voorstellen van verschillende kanten gedaan, bijvoorbeeld met betrekking tot het spaarloon. Aan de orde was op een gegeven moment de mogelijkheid van het volledig in stand houden van de bestaande spaarloonregelingen, dus ook van de premiespaarregeling en de winstdelingsregeling. Uiteindelijk werd door de heren Hoogervorst en De Geus, maar ook door mij klip en klaar aangegeven welk bedrag zou worden gereserveerd, namelijk 340 plus 82. Daarmee kwamen wij afgerond uit op 420 euro.

De heer De Waal wees er vervolgens op dat een bedrag van 550 mln zou worden ingezet. Er bleek dus een verschil te zijn van 130 mln. Daarna is helder aangegeven waardoor dat verschil was ontstaan. Het idee was aanvankelijk dat het kabinet bereid was om verder te gaan en om dus meer geld in te zetten. Na enige discussie is besloten de onderhandelingen op dit verschil niet stuk te laten lopen. Als de werkgevers en de werknemers de helft van het bedrag voor hun rekening zouden nemen, zou het kabinet dat ook doen. Daartoe heeft men vervolgens besloten. In de krant heeft echter gestaan dat door Financiën een rekenfout is gemaakt. Ik vind zo'n opmerking erg vervelend, want dit is helemaal niet zo. In de onderhandelingen zijn verschillende varianten de revue gepasseerd. In mijn optiek is het nooit de vraag geweest of het juist was om de laatste variant te accepteren. Daaraan is nooit getwijfeld.

MevrouwBussemaker(PvdA)

In de krant staat dat de regering de Harry Wijnschenkmethode heeft toegepast. De regering zou namelijk de 130 mln die vrijkwam met de afschaffing van het premiesparen en de winstdelingsregeling hebben opgeteld bij de 422 mln die elders was gevonden, terwijl de 130 mln al als bezuiniging was ingeboekt. Men zou dus twee keer hetzelfde geld hebben uitgegeven. Daarom spreekt men ook van de Harry Wijnschenkmethode. Wat is uw reactie hierop?

StaatssecretarisVan Eijck

Van die vergelijking heb ik ook kennisgenomen, maar ik laat haar geheel voor rekening van zowel de vragensteller in het interview als degene die de vragen beantwoordde. De vraag was echter: hoe is dat verschil ontstaan? Welke gedachte lag ten grondslag aan deze oplossing? Totaal was 840 mln voor de spaarloonregeling beschikbaar. Indertijd is de gedachte gerezen om daarvan tweederde of 60% te handhaven. Later is de mogelijkheid geopperd om de winstdelingsregeling en de premiespaarregeling te laten vervallen. Als dat was gebeurd en tegelijk 60% van het spaarloon was gehandhaafd, zouden wij te maken krijgen met het bedrag dat ons allen bekend voorkomt, namelijk 420 euro. Echter, als je het hele palet in stand houdt en daarbij 60% of 66% hanteert, kom je op dat hogere bedrag uit. Er is dus niet twee keer hetzelfde geld uitgegeven, maar bij het bespreken van de varianten zijn verschillende bedragen genoemd. Sommige bedragen heeft men bij elkaar opgeteld en het bedrag dat toen ontstond het HH-bedrag genoemd. Vervolgens zei men: dat geld hebben wij niet gekregen. Ik zeg nogmaals: er is klip en klaar gezegd wat de inzet van het kabinet was.

De heerVendrik(GroenLinks)

Voorzitter. Ik geloof ook niet dat het ministerie van Financiën een rekenfout heeft gemaakt; ik geloof dat de minister van Financien een foutje heeft gemaakt. Hij heeft op een gegeven moment een ander bedrag genoemd dan het bedrag dat het kabinet wilde inzetten om het spaarloon te laten herleven. Hij sprak over 550 mln en niet over de 420 mln, het bedrag dat hij wel had moeten noemen als het kabinet trouw was gebleven aan zijn eigen nota van wijziging. De indruk is ontstaan dat die 130 mln wel degelijk ter tafel is gekomen, maar dat is dus niet het geval. Er is wel 130 mln toegevoegd aan het budget voor herleving van het spaarloon in 2003, maar de werknemers hebben dat bedrag moeten betalen, want het is afgetrokken van het budget dat beschikbaar was voor conditionele lastenverlichting. Eerst was het namelijk bestemd voor verlaging van de WW-premie voor de werknemers. Nu is er 130 mln beschikbaar voor het spaarloon en 152 mln voor arbeidskorting. Vervolgens doen de werkgevers voor 32,5 mln mee. Dus ze blijven zuinig. Maar dit is het beeld. Het kabinet is niet met extra geld over de brug gekomen nadat de minister van Financiën een foutje had gemaakt. Dat is dus helder.

StaatssecretarisVan Eijck

Dat is voor mij absoluut niet helder. De minister van Financiën heeft helemaal geen fout gemaakt. Hij heeft tijdens de onderhandelingen met de sociale partners een aantal varianten besproken. Zojuist heb ik gezegd welke twee varianten aanleiding waren voor een misverstand. De ene variant hield in het gehele palet van de spaarregelingen voor 66% in stand houden en het andere het vervallen van de premiespaarregeling en de winstdelingsregeling met instandhouding van 60% van de rest. Ik vond het verbazingwekkend dat er opeens een konijn uit de hoge hoed kwam en dat werd gezegd: eigenlijk hebben wij recht op 130 mln meer. Overigens, pas in laatste instantie is door de sociale partners gezegd: wij hadden het idee dat een groter gebaar zou worden gemaakt. Dat grotere gebaar zag men graag verdisconteerd in het inzetten van die 130 mln. Daarover heb ik zowel met minister Hoogervorst als met de minister-president overleg gevoerd. Uiteindelijk is tot datgene besloten wat ik zojuist aangaf. Het is ook verwoord in de toelichting: als dus de sociale partners 65 mln voor hun rekening zouden nemen, zouden wij dat ook doen. Van een rekenfout is geen sprake geweest, noch bij de minister noch bij het ministerie.

De heer Vendrik voelt zich overvallen door de bedragen die in de tabellen worden genoemd. Ik vind dat vreemd, want de tabel in de memorie van toelichting is exact dezelfde tabel die door het ministerie van SZW en het ministerie van Financiën op 28 november is gepresenteerd en de bedragen komen dus niet als een duveltje uit een doosje.

Er is gevraagd waarom in de koopkrachtplaatjes niet de afspraak van 2,5% contractloonstijging tussen werkgevers en werknemers is verrekend. De reden daarvoor is in de memorie van toelichting aangegeven. Er is daarbij aangegeven welke relativeringen in dat verband gelden. Mij dunkt dat die relativeringen nodig zijn. Je kunt geen indicaties geven zonder onderbouwing. Als met endogene factoren geen rekening wordt gehouden, moet je dat uitdrukkelijk vermelden. Dat er met endogene factoren geen rekening wordt gehouden, hoeft de leden overigens niet te verbazen. Met de berekeningen van het ministerie van Financiën wordt namelijk nooit rekening gehouden met endogene factoren. Of het nu gaat om willekeurige afschrijvingen, het continentaal plat of iets anders, altijd geldt dat de endogene factoren niet door het ministerie van Financiën in aanmerking worden genomen. Er zijn wel berekeningen waarmee dat wel gebeurt, maar dat zijn de berekeningen van het Centraal planbureau. De berekeningen van het CPB voor dit onderwerp zijn nog niet helemaal klaar. Ik zal aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen om deze CPB-berekeningen zo snel mogelijk door te geleiden naar de Kamer, zodat zij weet waaraan zij toe is. Die berekeningen kunnen dan worden betrokken bij de behandeling van de begroting van SZW. Wij hebben dus nadrukkelijk de inspanningsverplichting om ervoor te zorgen dat deze cijfers zo snel mogelijk voor de Kamer beschikbaar komen. Een deel van de berekeningen is al ontvangen. Met die berekeningen wordt het totaalbeeld geschetst. Dus daarmee wordt ook aangegeven wat de uitkomst is als de contractloonstijging van 2,5% in aanmerking wordt genomen en wat vervolgens het effect is op de koopkracht. Nogmaals, het is niet gebruikelijk dat bij de berekeningen door het ministerie van Financiën gedragseffecten worden betrokken.

MevrouwGiskes(D66)

Dat is bekend en daarom viel het op dat dit expliciet werd vermeld. Die vermelding riep de vraag op of u van plan was de endogene factoren in aanmerking te nemen.

StaatssecretarisVan Eijck

Deze opmerking is terecht. Ik hecht eraan de Kamer zo juist mogelijk te informeren. Misschien is men er in het verleden altijd van uitgegaan dat endogene factoren niet in aanmerking werden genomen en vond men het ook gewoon dat niet werd vermeld dat ze niet bij de berekeningen werden betrokken. Als dat het geval is, is deze vermelding van mij inderdaad uniek, maar ik schaam me er ook weer niet voor.

Voorzitter. Er zijn vragen gesteld over het referentiemodel. We hebben iemand in ons midden die buitengewoon kundig is en die u kan uitleggen wat dit model inhoudt. Echter, die uitleg zal dermate technisch zijn dat ik de leden daarmee niet wil belasten. Zelf zou ik zo'n uitleg niet eens kunnen reproduceren. Als er behoefte aan is, willen wij nog wel kort op papier zetten hoe het referentiemodel werkt. Dan wordt misschien duidelijk hoe dat zit met die schuif en die 2003-2004-variant. Wij kunnen er nu wel oeverloos over praten, maar beter lijkt mij een uitleg op papier te zetten. Nu lijkt het er misschien op dat sommige bedragen in twee jaar in plaats van in één jaar worden uitgegeven.

Ik zeg erbij dat sommige vragen het beleidsterrein van mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betreffen. Ik weet dat deze vergadering voor de Kamer de laatste gelegenheid voor de behandeling van de begroting SZW is om die vragen te stellen, maar voor de beantwoording ervan is dit niet het geschikte gremium. Dat had het wel geweest als de minister en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor deze vergadering waren uitgenodigd. Zij kunnen dus veel beter dan ik antwoord geven op de vragen over bijvoorbeeld de Melkertbanen. Ik voel mij nu niet geroepen op die vragen in te gaan.

MevrouwBussemaker(PvdA)

Wilt u dan wel voldoen aan ons dringende verzoek om voor de begrotingsbehandeling van SZW ons een stuk van de regering te zenden met een uiteenzetting van de berekeningen die hier worden gepresenteerd. Als wij namelijk bij de begrotingsbehandeling dit soort technische vragen moeten stellen, wordt die behandeling daardoor bemoeilijkt.

StaatssecretarisVan Eijck

Daar heeft u gelijk in. Wij moeten dit verzoek inderdaad doorgeleiden.

De heerVendrik(GroenLinks)

Ik snak naar een schriftelijke uitleg van het referentiemodel, ik verlang ernaar...

StaatssecretarisVan Eijck

Eigenlijk vraagt u: kunt u nu toch nog mondeling... De voorzitter schudt zijn hoofd.

De heerVendrik(GroenLinks)

Maar misschien kan in de schriftelijke reactie ook nog op een specifiek punt worden gereageerd. Ik had dat in de termijn van de minister aan de orde willen stellen, maar zo schieten wij toch niet op. Het gaat mij erom dat bij ons verwarring is ontstaan door de zinsnede "Een verhoging van het spaarloon gaat gepaard met een lastenverschuiving van werknemers naar werkgevers". Die zin kun je namelijk op twee manieren interpreteren. Er kan sprake zijn van versmalling van de premiegrondslag door het herintroduceren dan wel het verhogen van het spaarloon. Is dat het effect? Het is ook mogelijk dat de financiering van de verhoging van het spaarloon door het achterwege laten van de verlaging van de WW-premie voor werknemers zorgt voor het effect dat hier wordt aangegeven. Omdat hierover bij ons grote verwarring bestaat, vraag ik of dit in de brief heel helder en stapsgewijs uiteengezet kan worden.

StaatssecretarisVan Eijck

Wij zullen dit in de brief uitleggen.

Voorzitter. Er is verder gevraagd hoe het zit met die onderuitputting. Voor de behandeling van de begroting van SZW zal een nota van wijziging worden ingediend en daarin zal expliciet aandacht aan dit punt worden besteed. Ik zal er nadrukkelijk op toezien dat dit gebeurt. Daar kunt u mij op afrekenen.

Voorzitter. Nu nog het pièce de résistance: de beoordeling van het amendement dat door de heer Vendrik op de novelle is ingediend. Het is logisch dat de heer Vendrik met zijn amendement nu een financiële verandering probeert te realiseren. Bij de behandeling van de begroting van SZW heeft hij hiertoe niet de mogelijkheid.

Het amendement voorziet in een verhoging van de tarieven van de inkomstenbelasting en de loonbelasting met 0,30%. Het levert budgettair 740 euro op en dat bedrag wordt gebruikt als dekking voor het amendement-Tonkens. Het belastingplan omvat een pakket aan maatregelen dat onder andere voorziet in de verhoging van de nominale ziekenfondspremie met 89 euro. Wat ons betreft vloeit daaruit een evenwichtig koopkrachtbeeld voort. De GroenLinks-fractie beoogt met haar voorstel de verhoging van de ziekenfondspremie in 2003 te voorkomen. Daartoe wil zij de opbrengst van de verhoging van de tarieven van de IB en LB gebruiken voor het ongedaan maken van de verlaging van 718 euro van de rijksbijdrage aan de Algemene kas voor de ziekenfondsverzekering. De hoogte van de nominale ZF-premie is door de ziekenfondsen vastgesteld. Tenzij zij besluiten de premie opnieuw vast te stellen en dus ook nieuwe informatiefolders te laten drukken – hier geldt dus weer het verhaal van die banken en verzekeraars die in hun folders het bedrag van 613 euro hadden staan – komt een eventuele lagere ziekenfondspremie voor rekening van de reserves van die ziekenfondsen. Het amendement-Tonkens dat voorziet in de aanpassing van de rijksbijdrage voor de Algemene kas van de ziekenfondsverzekering, is ingediend op de begroting van VWS en hierover zal donderdag worden gestemd. Zonder aanpassing van deze rijksbijdrage leidt een verhoging van de tarieven van de IB en de LB tot een verslechtering van de koopkracht. Met verlaging van de nominale ZF-premie zou een onevenwichtig koopkrachtbeeld ontstaan. De middeninkomens zouden dan fors moeten inleveren en de minima vrijwel niets. Overigens meen ik dat het wijzigingsvoorstel ook een overdekking van 18 mln euro heeft. Wij ontraden aanneming van dit amendement.

Tweede termijn van de commissie

De heerVendrik(GroenLinks)

Voorzitter. Wij krijgen dus nog een uitleg met betrekking tot de koopkrachtplaatjes en met betrekking tot het referentiemodel. Met de nota van wijziging van SZW wordt ons ook nog uitgelegd hoe het zit met die onderuitputting in het uitgavenkader in 2003 van 100 mln. Wij zien op dat punt een uitgebreide verklaring tegemoet. Ik voel mij namelijk als parlementariër een beetje in het pak genaaid. Voordat een nieuw begrotingsjaar ingaat, blijkt er ineens 100 mln aan onderuitputting te zijn. Dan klopt er iets niet en is er iets met de begroting aan de hand. Ik vind dus dat deze opmerking moeten worden doorgeleid naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit is voor mij een serieus punt, want ik vind dat een begroting waarheidsgetrouw moet zijn. Nu lijkt zij dat niet te zijn. Dat kan niet. In de loop van een jaar kan blijken dat er verschillen zijn. Er zijn dan allerlei procedures voor reparatie, maar ik baal ervan dat er nu, terwijl de voorbereiding van de begrotingsbehandeling is afgerond, ineens 100 mln over blijkt te zin. Bij de algemene beschouwingen hebben wij hierover niets gehoord. Ik hoop dan ook dat er een goede uitleg komt. Ik wijs erop dat een parlement afhankelijk is van een goede informatievoorziening van de zijde van het kabinet. Dan kan het niet dat een kabinet liegt. Zo kunnen wij niet met elkaar omgaan. Ik mag ervan uitgaan dat een begroting een waarheidsgetrouw beeld schetst en als dan ineens 100 mln vrijvalt, is er iets aan de hand. Dan behoeft dat uitleg en het is aan het kabinet... maar goed, de boodschap is helder.

Tot slot wil ik nog iets zeggen over mijn amendement. Wat ik doe, is de laagste inkomens sparen en de rekening elders leggen. Dat is precies de politieke strekking van mijn amendement. Nu suggereert de staatssecretaris dat het amendement geen effect heeft voor de laagste inkomens, maar wel voor de middeninkomens, maar dat klopt niet. Het amendement is lastenneutraal en saldoneutraal. Wat ik doe is het verplaatsen van de lastenverzwaring die voortvloeit uit het belastingplan en alle maatregelen voor 2003. De minima zullen er met mijn voorstel veel beter vanaf komen dan met het voorstel van de staatssecretaris. Ik zeg dit ook daarom, omdat de staatssecretaris lid is van een partij die voor de verkiezingen een heel duidelijke belofte aan de minima heeft gedaan. Er is niet door de LPF-mensen een voetnoot aangebracht met de opmerking: als het slecht gaat met de economie van Nederland, vervalt deze verkiezingsbelofte. Ik vind daarom dat deze belofte serieus mag worden genomen, juist door deze staatssecretaris.

Daarnaast kan ik mij niet voorstellen dat dit kabinet zonder definitief besloten te hebben over een verhoging van de nominale premie – we hebben namelijk nog niet gestemd over de begroting van VWS – de oren moet laten hangen naar de zorgverzekeraars die een nominale premiestijging al in hun folders hebben staan. Als dat zo is, klopt het systeem niet. Het kabinet doet een voorstel dat nog niet is geaccordeerd door de Kamer. Dat doen wij pas morgen. Als een parlement die verhoging wil terugdraaien, kan de staatssecretaris toch niet zeggen: maar de zorgverzekeraars hebben dit al in hun folders staan. Ik begrijp wel dat hij het amendement afwijst, maar de argumentatie ervoor maakt mij boos. Ik neem aan dat hij dat merkt. Over de systematiek van de nominale premie zal de komende jaren ongetwijfeld veel herrie ontstaan en als de uitleg van de staatssecretaris zou gelden, zouden wij in feite machteloos zijn. Zodra het kabinet besluit om de nominale premie te verhogen, voeren de zorgverzekeraars die verhoging door. Willen wij die verhoging vervolgens terugdraaien, dan hebben wij het nakijken. Dan klopt het systeem dus niet. Als dit het gevolg is van het hanteren van het huidige systeem, moet het kabinet besluiten de nominale premie wettelijk te regelen en dan een wettelijk maximum vaststellen. Het parlement kan er dan op een ordentelijke manier met het kabinet over spreken. Nu is de nominale premie een ventiel om een bepaald inkomensbeeld te voorkomen, terwijl dat ventiel er niet zou moeten zijn. Misschien wil de staatssecretaris hierop nog ingaan.

Tweede termijn van de regering

StaatssecretarisVan Eijck

Voorzitter. Dit debat zorgt ervoor dat ik bijna spijt krijg van het niet-aanvaarden van het lijsttrekkerschap van de LPF. In die hoedanigheid had ik hier nog lang over kunnen spreken. Er wordt met het amendement namelijk een politieke keus voor de lastenverdeling gemaakt en het kabinet ontraadt het maken van die keus. Er is echter ook het aspect van de administratievelastendruk in het algemeen. Dat aspect heb ik en marge van mijn betoog genoemd. Verder proberen wij de belastingtarieven niet verder te verhogen. Van verschillende zijden is het effect bestudeerd van de uitruil met aan de ene kant een verhoging van de IB- en LB-tarieven met 0,3% en aan de andere kant een verlaging van de ziekenfondspremie. Dat effect is als niet wenselijk geclassificeerd. Dat wij het daar in politiek opzicht niet over eens zijn, is helder. Het zij zo. Daar moeten wij niet boos om worden; dit is nu eenmaal niet anders.

De voorzitter:

De heer Vendrik sprak de staatssecretaris aan op zijn achtergrond, als lid van een politieke partij. Dat is echter niet juist, want de staatssecretaris is hier als vertegenwoordiger van de Kroon en niet als vertegenwoordiger van de LPF.

Tot slot deel ik de Kamer mee dat morgenmiddag na de lunch wordt gestemd.

Sluiting 19.09 uur.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Rosenmöller (GroenLinks), Giskes (D66), Crone (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Van Oven (PvdA), Hofstra (VVD), Van Hoof (VVD), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Atsma (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Alblas (LPF), Van As (LPF), Teeven (Leefbaar Nederland), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Van der Velden (LPF) en Van Loon-Koomen (CDA).

Plv. leden: Bakker (D66), Bos (PvdA), Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), B.M. de Vries (VVD), Blaauw (VVD), Kortenhorst (CDA), Luchtenveld (VVD), Mosterd (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Gerkens (SP), Van den Doel (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Ferrier (CDA), Koenders (PvdA), Eberhard (LPF), Stuger (LPF), Jense (Leefbaar Nederland), Jan de Vries (CDA), De Graaf (LPF), Mastwijk (CDA), Hoogendijk (LPF) en Rambocus (CDA).

Naar boven