28 712
Wijziging Belastingplan 2003 Deel I

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

1. Inleiding

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal is in behandeling het wetsvoorstel 28 607 inzake de wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 deel I). Op 28 november 2002 heeft het Najaarsoverleg met de sociale partners plaatsgevonden. Het onderhavige wetsvoorstel beoogt de uitkomsten van dit overleg op te nemen in het Belastingplan 2003 deel I.

2. Uitkomsten Najaarsoverleg

In het Najaarsoverleg van 28 november 2002 hebben het kabinet en de sociale partners gesproken over het Centraal Akkoord gericht op loonmatiging in 2003. Het kabinet heeft aangegeven dit akkoord te ondersteunen via lastenverlichting. Het pakket van maatregelen ziet er als volgt uit:

 Budgettair (bedragen in mln euro)
Intensivering 
  
Aan de lastenkant: 
AWF-premieverlaging werkgevers217,5
Verhogen maximumbedrag spaarloonregeling tot € 615130
Verhoging arbeidskorting met € 30152,5
  
Aan de uitgavenkant: 
Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen:170
– wv basisregeling: 80 mln (gespreid over 2003 en 2004) 
– wv additioneel (extra in subsidieregeling ipv premieafdrachtskorting): 90 mln (gespreid over 2003 en 2004) 
  
Verbetering uitvoering WIW-banen (eenmalig; in 2003) 40
Regeling voor langdurige minima 20
  
Totaal730
Dekking 
  
Aan de lastenkant: 
Conditionele lastenverlichting500
  
Aan de uitgavenkant: 
Begroting SZW in 2003: 98
– wv 38 mln (Motie Van Beek Lang en Laag) 
– wv 50 mln (Terugontvangsten Arbeidsmarkt) 
– wv 10 mln (Onderuitputting WIW-dienstbetrekkingen) 
VNG: 42 mln (onderuitputting scholings- en activeringsbudget) 42
Doorwerking spaarloon via referentiemodel (gespreid over 2003 en 2004)1 90
  
Totaal730

1 Een verhoging van het spaarloon gaat gepaard met een lastenverschuiving van werknemers naar werkgevers.

Dit niet beoogde effect wordt geneutraliseerd door een verlaging van de Awf-premie voor werkgevers en een verhoging van Awf-premie voor werknemers waardoor de vergoeding aan arbeidskosten in de collectieve sector lager uitvalt (referentiemodel).

3. Fiscale maatregelen

Dit wetsvoorstel bevat de uitwerking van de fiscale maatregelen die onderdeel uitmaken van bovenstaand pakket. Het betreft de volgende maatregelen:

Tabel 2 Fiscale maatregelen n.a.v. Najaarsoverleg opgenomen in dit wetsvoorstel (bedragen in mln euro's)

Maatregelentransbedrag 2003
Verhogen maximumbedrag spaarloonregeling tot € 615– 130
Verhoging arbeidskorting met € 30– 152,5

De maatregelen in dit wetsvoorstel zijn additioneel ten opzichte van het Belastingplan 2003 zoals dit bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal is ingediend.

Tabel 3 Totaalbeeld wijzigingen t.o.v. Belastingplan 2003

 Belastingplan 2003, zoals ingediend bij Eerste KamerNJO; AdditioneelTotaal
Verhoging arbeidskorting€  84+ €  30€ 114
Maximuminleg spaarloon€ 470+ € 145€ 615

Een maximuminleg van de spaarloonregeling van € 615 leidt ertoe dat met deze regeling in 2003 een totaal budgettair beslag van (afgerond) € 550 mln gemoeid is.

De aanpassingen van de arbeidskorting en het maximumbedrag van de spaarloonregeling, zoals voorgesteld in dit wetsvoorstel, gaan in op 1 januari 2003. De verwerking van de verhoging van de arbeidskorting in de loonbelastingtabellen op basis waarvan de loonheffing wordt ingehouden, zal met toepassing van artikel 25, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 per 1 april 2003 plaatsvinden.

4. Koopkrachtbeeld

Kolom 1 van tabel 4 laat het koopkrachtbeeld zien zoals dat na de derde nota van wijziging van het Belastingplan 2003 deel I voorlag. Dit is gebaseerd op de contractloonstijging en inflatie zoals die in de MEV 2003 is opgenomen. Zowel het verslechterde economische beeld als het afgesloten Centraal Akkoord hebben een endogene doorwerking op deze variabelen en zullen daarmee het koopkrachtbeeld beïnvloeden. De tweede kolom laat evenwel alleen het effect van de maatregelen zien ten opzichte van de derde nota van wijziging, en dus niet van de endogene doorwerking op contractloonstijging en inflatie. Dit omdat geen raming beschikbaar is van de endogene doorwerking van enerzijds het akkoord en anderzijds het verslechterde beeld op contractloonstijging en inflatie.

Voorts geldt dat in de tweede kolom geen rekening is gehouden met de positieve inkomenseffecten van de regeling voor langdurige minima zoals afgesproken in het Centraal Akkoord.

Tabel 4: koopkrachtbeeld 2003 (inclusief niet-standaard effecten) en mutatie als gevolg van najaarsoverleg

  3e NvWMutatie t.o.v. 3e NvW agv NJO
Alleenstaanden zonder kinderen   
Sociale minima – 0,3%0,0%
Minimumloon – 0,4%0,3%
Modaal – 1,5%0,2%
2*modaal – 1,3%0,2%
Alleenverdieners met kinderen   
Sociale minima – 0,4%0,0%
Minimumloon   0,1%0,3%
Modaal – 1,3%0,2%
2*modaal – 1,6%0,2%
Alleenverdieners zonder kinderen   
Sociale minima – 0,7%0,0%
Minimumloon – 0,4%0,3%
Modaal – 1,4%0,2%
2*modaal – 1,4%0,2%
Ouderen (alleenstaand)   
AOW   0,1%0,0%
AOW + 5000 – 0,3%0,0%
AOW + 15 000 – 0,1%0,0%
Ouderen (gehuwd 65+/65+)   
AOW   0,0%0,0%
AOW + 5000   0,4%0,0%
AOW + 15 000   0,0%0,0%

Artikelsgewijze toelichting

In dit wetsvoorstel is opgenomen een wijziging van de arbeidskorting. In het Belastingplan 2003 deel I was een verhoging van de arbeidskorting voorzien van € 119. Bij tweede nota van wijziging is dit bedrag vervangen door € 50. Bij derde nota van wijziging is dit laatste bedrag vervangen door € 84. Nu wordt dit bedrag verder verhoogd tot € 114.

Verder is opgenomen een wijziging van het maximaal te sparen bedrag van de spaarloonregeling. In het Belastingplan 2003 deel I was opgenomen de volledige afschaffing van de werknemersspaarregelingen, inclusief de spaarloonregeling. Bij tweede nota van wijziging is geregeld dat de spaarloonregeling blijft bestaan, zij het met een lager maximaal te sparen bedrag (€ 470). In dit wetsvoorstel wordt het maximaal te sparen bedrag van de spaarloonregeling verhoogd tot € 615.

De Staatssecretaris van Financiën,

S. R. A. van Eijck

Naar boven