nr. 39
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2006
U hebt gevraagd naar de stand van zaken rond de uitvoering van de motie-Bos
c.s.1, waarin de regering wordt gevraagd te werken
aan de totstandkoming van een bilateraal verdrag met Marokko inzake familierecht,
waarin wederzijdse erkenning en registratie van huwelijk en scheiding kan
worden geregeld. Tevens heb ik u tijdens een algemeen overleg op 29 juni
2005 over achterlating (kamerstuk 29 742, nr. 19) toegezegd om u te informeren
over de uitkomsten van de gemende commissie Integratie van Marokkanen in Nederland.
In deze brief zal ik op beide aspecten ingaan.
Motie Bos c.s. inzake bilateraal verdrag met Marokko
Zoals bericht bij de beantwoording van kamervragen van de leden Dijsselbloem
en Arib2, ingezonden op 17 februari 2005,
zijn er met ingang van 5 februari 2004 belangrijke veranderingen in het
Marokkaanse familierecht tot stand gekomen. Door deze wijzigingen zijn veel
problemen in het familierechtelijke rechtsverkeer tussen Nederland en Marokko
sterk verminderd. Zo zijn bijvoorbeeld de mogelijkheden van erkenning in Marokko
van in Nederland gesloten huwelijken en van Nederlandse echtscheidingen en
van erkenning in Nederland van Marokkaanse huwelijksontbindingen uitgebreid
en vereenvoudigd. Voor wat betreft de registratie van een huwelijk geldt,
dat een huwelijk dat in Marokko naar Marokkaans recht rechtsgeldig is gesloten,
ook in Nederland erkend kan worden.
In gesprekken met de Marokkaanse autoriteiten tijdens de laatste vergadering
van het Comité Mixte (17–18 mei 2005) is met name de uitvoering
van de nieuwe Marokkaanse wet aan de orde gekomen.
Het maken van afspraken op uitvoeringsniveau heeft mijn voorkeur boven
een bilateraal verdrag. Het laatste is overigens ook slechts in beperkte mate
mogelijk. Dit is met name omdat voor het grootste deel van het familierechtelijk
terrein dat hier aan de orde is, zoals echtscheiding, gezag, alimentatie
en kinderontvoering, er exclusieve externe competentie van de EG bestaat.
Nederland heeft derhalve niet de vrijheid om bilaterale verdragen met betrekking
tot zulke onderwerpen te sluiten. Het overleg dient om deze reden gericht
te zijn op het maken van afspraken op uitvoeringsniveau. Tijdens de laatste
vergadering van het Comité Mixte, bijvoorbeeld, is er van Marokkaanse
zijde gemeld, dat de overheid informatiepakketten heeft opgesteld over trouwen
in het buitenland. Deze maatregel is genomen om meer kennis te verspreiden
over de nieuwe mogelijkheden. Daarnaast is gesproken over bestaande mogelijkheden
die het vaststellen en het bewijs van de identiteit vergemakkelijken.
Momenteel wordt bezien welke onderwerpen in een volgende bijeenkomst van
het Comité Mixte aan de orde kunnen worden gesteld.
Daarnaast breng ik telkens opnieuw de wens van het kabinet onder de aandacht,
zowel in het Comité Mixte als in de gemengde commissie integratie (zie
hieronder) dat het Marokkaanse recht het mogelijk zal maken van de Marokkaanse
nationaliteit afstand te doen, in ieder geval voor personen van de derde generatie
die zulks wensen en reeds een andere nationaliteit bezitten. Echter, ook op
dit gebied lopen de standpunten van de Marokkaanse en de Nederlandse regeringen
nog te veel uiteen, om hierover afspraken te kunnen maken.
Gemengde Commissie Integratie Marokkanen in Nederland
Deze gemengde commissie is in leven geroepen tijdens mijn bezoek aan Marokko
in juni 2005 en bestaat uit hoogambtelijke vertegenwoordigers van Nederland
en Marokko. Het doel van deze gemengde commissie is om wederzijdse uitwisseling
van ervaringen te bevorderen die inzicht kunnen bieden in het begrijpen en
oplossen van knelpunten in de integratie van Marokkanen in Nederland.
Ik heb het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI)
gevraagd om een monografie samen te stellen waarin de positie van de Marokkaanse
gemeenschap in Nederland wordt geschetst. Deze monografie «Marokkanen
in Nederland: een profiel» doe ik u hierbij toekomen.1 Het document dient als basis voor de besprekingen van de werkgroep
en is in het Engels en in het Frans beschikbaar. De monografie is besproken
tijdens de eerste vergadering van de gemengde commissie, die 20–21 maart
2006 heeft plaatsgevonden te Rabat, Marokko.
Bijgevoegd vindt u het verslag van de besprekingen1, dat op 6 april 2006 getekend is door beide voorzitters tijdens
het bezoek van Marokkaanse minister Chekrouni aan Nederland. Tijdens dit bezoek
is tevens het werk en doel van de gemengde commissie aan de orde gesteld.
Besloten is om een expertbijeenkomst te organiseren waarbij de leden van de
gemengde commissie een gesprek zullen voeren met vertegenwoordigers van de
Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Tevens zullen er van Marokkaanse zijde
voorstellen voor activiteiten op het gebied van onderwijs en arbeidsmarktparticipatie
worden ingediend. Hierover zal overleg worden gepleegd met het verantwoordelijke
ministerie in Nederland.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M. C. F. Verdonk