nr. 2
MOTIE VAN HET LID VAN VELZEN C.S.
Voorgesteld 28 november 2002
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de ambtsvoorganger van de staatssecretaris van Defensie
op 16 maart 2000 namens de Staat der Nederlanden heeft ingestemd met de taakstelling
van KPMG om te komen tot een bindend advies om het conflict tussen de heer
Spijkers en het ministerie van Defensie te slechten;
overwegende, dat de ambtsvoorganger van de staatssecretaris van Defensie
in brieven aan de Kamer op 21 maart 2000 en op 4 juli 2002, alsmede in een
brief aan de advocaten van de heer Spijkers op 4 juli 2002 heeft bevestigd,
genoemd KPMG-advies op voorhand als bindend te accepteren, en hij dit na het
uitbrengen van genoemd KPMG-advies op 12 juli 2002 en 16 juli 2002 nogmaals
schriftelijk aan genoemde advocaten heeft bevestigd;
overwegende, dat uit de brieven van de ambtsvoorganger van de staatssecretaris
van Defensie aan KPMG van 21 mei 2001, 12 april 2002 en 16 april 2002, waarin
hij commentaar geeft op zowel de conceptovereenkomst tussen Spijkers en Defensie
als op de daarbij behorende conceptbrieven, blijkt dat de ambtsvoorganger
van de staatssecretaris van Defensie geen commentaar heeft geleverd op de
term «misleiding» in deze conceptovereenkomst, terwijl hij deze
term bovendien heeft overgenomen in een door hem zelf in mei 2001 opgestelde
conceptexcuusbrief aan de heer Spijkers;
overwegende, dat de ambtsvoorganger van de staatssecretaris van Defensie
in ieder geval vanaf 17 mei 2001 op de hoogte was van het conceptrapport
van KPMG en op geen enkel moment bezwaar heeft gemaakt tegen de daarin gebruikte
term «misleiding»;
overwegende, dat de ambtsvoorganger van de staatssecretaris van Defensie
op 12 juli 2002 de heer Spijkers heeft verzocht in te stemmen met het advies
en hieruit voortkomende overeenkomsten en op 16 juli 2002 nogmaals
heeft bevestigd dat het ministerie van Defensie aan het inmiddels uitgebrachte
rapport gebonden was;
verzoekt de regering het bindende KMPG-advies onverkort en zo spoedig
mogelijk uit te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Velzen
Timmermans
Lambrechts
Van Gent