28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 692 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2022

Hierbij bied ik u de publicatie «Veiligheidsmonitor 2021» aan.

Met deze brief kom ik tevens tegemoet aan een toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Criminaliteitsbestrijding van 1 december 2021 (Kamerstuk 28 684, nr. 677) aangaande «het kijken naar specifieke gevoelens van onveiligheid van vrouwen en naar de regionale verschillen».

Veiligheidsmonitor 2021

De Veiligheidsmonitor is een grootschalige enquête, uitgevoerd in opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Hierin worden onder meer de ervaren leefbaarheid en overlast in de woonbuurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap van veelvoorkomende traditionele criminaliteit en online criminaliteit en het oordeel van de burger over het optreden van de politie onderzocht. In 2021 hebben ruim 170 duizend personen van 15 jaar en ouder de vragenlijst ingevuld. Het is mogelijk de landelijke uitkomsten geografisch uit te splitsen naar de ruim vijftig grootste (70-duizend-plus-)gemeenten, en de 10 regionale eenheden, 43 districten en 167 basisteams van politie.

Vernieuwingen in de monitor en gevolgen van de coronapandemie

De Veiligheidsmonitor is in 2021 grondig herzien vanwege de wens beter aan te sluiten op de maatschappelijke ontwikkelingen. Dit was in 2012 voor het laatst gebeurd. Concreet betekent dit dat nieuwe onderwerpen die breed in de maatschappelijke belangstelling staan, zijn toegevoegd. Zo is er aandacht voor discriminatie en online seksueel intimiderend gedrag. Ook aanvullende vragen over de tevredenheid van burgers over gemeentelijke handhavers en de zichtbaarheid van de politie zijn toegevoegd. Verder heeft er een verandering plaatsgevonden in de wijze waarop de gegevens worden verzameld. Het onderzoek is voor het eerst geheel als internetenquête uitgevoerd, papieren vragenlijsten zijn niet meer gebruikt.

Onvermijdelijk gevolg van dit herontwerp is dat niet alle uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 één op één vergelijkbaar zijn met die van eerdere edities. Om toch trends en ontwikkelingen in beeld te kunnen brengen, zijn zogeheten omrekenfactoren berekend. Hiermee kan voor een aantal belangrijke indicatoren op het gebied van leefbaarheid, veiligheid en criminaliteit toch een vergelijking met eerdere jaren worden gemaakt.

Ten slotte is van belang dat de meting in 2021 gedurende de Covid-19 pandemie plaatsvond en niet uitgesloten kan worden dat dit van invloed is op de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021.

Beeld over 2021

In 2021 is wederom sprake van een daling van het gerapporteerde slachtofferschap van veel voorkomende traditionele criminaliteit ten opzichte van de vorige Veiligheidsmonitor (2019) (Bijlage bij Kamerstuk 28 684, nr. 614). 17,1 procent van de Nederlanders is in 2021 het slachtoffer geworden van een of meerdere vormen van traditionele criminaliteit, in 2019 was dit 20,9 procent. Per categorie van veel voorkomende criminaliteit kunnen onder andere de volgende constateringen worden gedaan:

  • 9,0 procent is in 2021 slachtoffer geworden van vermogensdelicten; een significante daling ten opzichte van 11,6 procent in 2019.

  • Ook slachtofferschap van vernielingen is gedaald: in 2021 geeft 6,0 procent van de ondervraagden aan slachtoffer te zijn geweest van vernielingen, in 2019 was dit 7,0 procent.

  • In het aandeel slachtofferschap van geweldsdelicten is met 5,2 procent in 2021 geen wezenlijke verandering te zien in vergelijking met 5,3 procent in 2019.

  • Slachtofferschap van online criminaliteit 1 is 16,9 procent in 2021. Vanwege de nieuwe, verbeterde vraagstelling is geen vergelijking mogelijk met eerdere jaren.

Ook op het gebied van onveiligheidsgevoelens in het algemeen is sprake van een stabilisatie. In 2021 voelde één op de drie burgers (33,0 procent) zich weleens onveilig. Dit is gelijk aan 2019. In 2021 voelde 13,9 procent zich weleens onveilig in de eigen buurt. Ook dit is gelijk aan 2019. In de cijfers van de door burgers ervaren ernstige sociale overlast2 is in 2021 met 9,1 procent een stijging te zien in vergelijking met 2019 (8,5 procent). Van de ondervraagde personen is 66,8 procent (zeer) tevreden over het laatste politiecontact in de eigen gemeente en 36,8 procent (zeer) tevreden over het functioneren van de politie in de buurt. Beide percentages zijn iets lager dan in 2019 (respectievelijk 69,4 procent en 38,4 procent).

De aangiftebereidheid bij traditionele criminaliteit was in 2021 nagenoeg gelijk aan die van 2019. Van 22,5 procent van alle ondervonden delicten werd aangifte gedaan.

Beeld over de periode 2012–2021

  • Op de middellange termijn (2012–2019) zijn flinke dalingen te zien in het ervaren slachtofferschap van traditionele criminaliteit. Het ervaren slachtofferschap van criminaliteit is gedaald van 30,3 procent in 2012 naar 17,1 procent in 2021. Dat is een daling van 43 procent. Op het gebied van vermogensdelicten, vernielingen en geweld zijn dalingen te zien van respectievelijk 49, 43 en 26 procent. Het aandeel slachtoffers van online criminaliteit3 nam toe met 22 procent.

  • Het percentage burgers dat ernstige sociale overlast ervaart is gedaald van 10,5 procent in 2012 naar 9,1 procent in 2021. Dit is een daling van 13 procent.

  • Het aandeel van de bevolking dat zich in het algemeen of in de eigen buurt weleens onveilig voelt is gedaald van respectievelijk 37,9 en 17,1 procent in 2012 naar 33,0 en 13,9 procent in 2021. Dat zijn dalingen van respectievelijk 13 en 19 procent.

  • Het aandeel burgers dat (zeer) tevreden is over de politie bij hun laatste politiecontact in de eigen gemeente is gestegen van 62,0 procent van de bevolking in 2012 naar 66,8 procent in 2021. Dit is een stijging van 8 procent.4

  • Het percentage burgers dat (zeer) tevreden is over het functioneren van de politie in de buurt is gestegen van 34,7 procent in 2012 naar 36,8 procent in 2021. Dat is een stijging van 6 procent.

Onveiligheidsgevoelens bij vrouwen en regionale verschillen

Tijdens het Commissiedebat over criminaliteitsbestrijding van 1 december 2021 heeft mijn voorganger toegezegd een brief te sturen die nader ingaat op de data uit de VM over onveiligheidsgevoelens bij vrouwen en de regionale verschillen. Dit naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Werf (D66) over welke specifieke onveiligheidsgevoelens in de Veiligheidsmonitor er zijn en wat het beeld is per regio. Op basis van de laatste VM 2021 kunnen we de volgende constateringen doen:

  • De meest recente cijfers laten zien dat 42 procent van de Nederlandse vrouwen zich weleens onveilig voelt in het algemeen. Dit is hoger dan bij mannen (24 procent). 3 procent van de vrouwen voelt zich vaak onveilig.

  • 17 procent van de Nederlandse vrouwen voelt zich weleens onveilig in de eigen buurt. Ook dit is hoger dan bij mannen (11 procent). Ruim 2 procent van de vrouwen voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt.

  • 5 procent van de vrouwen voelt zich ’s avonds op straat in de eigen buurt vaak onveilig. 4 procent rijdt of loopt vaak om in de buurt vanwege gevoelens van onveiligheid.

  • 16 procent van de vrouwen zegt vaak of soms respectloos behandeld te worden op straat tegen 13 procent van de mannen.

Er zijn regionale verschillen te zien. In sommige regio’s (naar eenheid) zijn de percentages hoger. In Amsterdam voelt 26 procent van de vrouwen zich weleens onveilig in de eigen buurt. In Rotterdam is dat 21 procent. De onveiligheidsgevoelens van vrouwen zijn het hoogst in de G4, namelijk 29 procent, gevolgd door de G40 met 20 procent, en de overige 70.000+ gemeenten met 14 procent.

De trendontwikkeling in Nederland van 2012 t/m 2021 laat zien dat er een daling is van onveiligheidsgevoelens onder vrouwen. In 2012 voelde 21 procent van de vrouwen zich weleens onveilig in de buurt. In 2021 is dit 17 procent. Sinds december jl. ligt mijn wetsvoorstel seksuele misdrijven bij de Raad van State. Onderdeel van het wetsvoorstel is een strafbaarstelling van seksuele intimidatie in het openbaar.

Voor alle overige uitkomsten verwijs ik u naar de Veiligheidsmonitor 2021, die raadpleegbaar is via: https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2022/09/veiligheidsmonitor-2021.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Vormen van online criminaliteit (gemeten door middel van de nieuwe vraagstelling): online oplichting en fraude, hacken, online bedreiging en intimidatie, overige online delicten.

X Noot
2

Ernstige last van: dronken mensen op straat, drugsgebruik of -handel, lastiggevallen worden door mensen op straat, rondhangende jongeren.

X Noot
3

Het gaat hier om online criminaliteit gemeten door middel van de oude vraagstelling. Het betreft: identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en online pesten.

X Noot
4

In 2019 zijn in het vragenlijstblok «tevredenheid laatste politiecontact» de antwoorditems gespecificeerd naar de plek waar het politiecontact plaatsvond. De uitkomsten van 2019 zijn gebaseerd op de eerste twee antwoorditems (buurt en elders in de gemeente) om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de voorgaande jaren.

Naar boven