Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2017
Hierbij bied ik u de publicatie «Veiligheidsmonitor 2016» (hierna: VM) aan1.
De VM is een grootschalig jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek, uitgevoerd in
opdracht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Ministerie van Veiligheid
en Justitie. Hierin worden onder meer de ervaren leefbaarheid en overlast in de woonbuurt,
veiligheidsbeleving, slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit en cybercrime
en het oordeel van de burger over het optreden van de politie onderzocht. In 2016
hebben meer dan 80 duizend personen de uitgebreide vragenlijst ingevuld. Het is mogelijk
de landelijke uitkomsten geografisch uit te splitsen naar de vijftig grootste (70
000+) gemeenten, de 10 regionale eenheden, 43 districten en 167 basisteams van politie.
Heden zijn tevens de cijfers over de door de politie geregistreerde misdrijven in
2016 naar buiten gebracht door het CBS.
Beeld over 2016
De ontwikkelingen in het jaar 2016 laten ten opzichte van 2015 het volgende beeld
zien:
Ruim 17 procent van de Nederlanders is in 2016 het slachtoffer geworden van een of
meerdere vormen van criminaliteit; dit is vergelijkbaar met het percentage in 2015.
Het ervaren slachtofferschap van vermogensdelicten is iets gedaald ten opzichte van
2015 (11,5 procent in 2016 t.o.v. 12,2 procent in 2015), terwijl het ervaren slachtofferschap
van geweld- en vandalismedelicten gelijk is gebleven. Ruim twee procent is het slachtoffer
geweest van geweld en ruim zes procent is slachtoffer geweest van vandalisme. Ongeveer
een op de negen Nederlanders is in 2016 slachtoffer geweest van cybercrime2; dit is vergelijkbaar met 2015.
Bijna vijfendertig procent van de Nederlanders voelt zich wel eens onveilig in het
algemeen, terwijl ruim 16 procent zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt.
Voor beide percentages geldt dat deze zijn gedaald t.o.v. 2015. De algemene onveiligheidsgevoelens
van 35,6 procent in 2015 naar 34,7 procent in 2016 en de onveiligheidsgevoelens in
de buurt van 18,1 procent in 2015 naar 16,4 procent in 2016.
De door burgers ervaren ernstige sociale overlast3 is afgelopen jaar gelijk gebleven, waarbij wordt opgemerkt dat ervaren overlast door
buurtbewoners is gestegen (5 procent in 2015 en 5,4 procent in 2016). De tevredenheid
over het laatste politiecontact is afgelopen jaar toegenomen (60,3 procent in 2015
en 61,5 procent in 2016).
Beeld over deze kabinetsperiode (2012–2016)
Over de periode 2012–2016 is een aantal positieve ontwikkelingen te zien:
-
• Het ervaren slachtofferschap van criminaliteit is gedaald van 19,8 procent van de
bevolking in 2012 naar 17,3 procent in 2016. Dat is een daling van bijna 13 procent;
-
• Het percentage burgers dat ernstige sociale overlast ervaart is gedaald van 12,9 procent
in 2012 naar 11,8 procent in 2016. Dit betreft een daling van bijna 9 procent;
-
• Het aandeel van de bevolking dat zich in het algemeen wel eens onveilig voelt is gedaald
van 36,6 procent in 2012 naar 34,7 procent in 2016. Dat is een daling van ruim 5 procent.
Het aantal mensen dat zich in de eigen buurt wel eens onveilig voelt is eveneens gedaald
van 18 procent in 2012 naar 16,4 procent in 2016. Een daling van bijna 9 procent;
-
• Het aandeel burgers dat (zeer) tevreden is over de politie bij hun laatste politie
contact is gestegen van 58,6 procent van de bevolking in 2012 naar 61,5 procent in
2016. Dat is een stijging van 5 procent.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
S.A. Blok