28 684
Naar een veiliger samenleving

nr. 271
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2010

Tijdens het algemeen overleg van 10 februari jl. over de regeling Veiligheid kleine bedrijven heeft de staatssecretaris van Economische Zaken toegezegd uw Kamer nader te informeren over de wijze waarop in de nieuwe regeling wordt omgegaan met de ondernemers die in 2009 een aanvraag hebben ingediend die in verband met budgetoverschrijding niet kon worden gehonoreerd, en de wijze waarop uitvoering en de handhaving hierop plaatsvindt. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Inmiddels is de nieuwe regeling ter publicatie aan de Staatscourant gezonden. Verwachte datum van inwerkingtreding is 16 maart a.s.

Hoofdlijnen van de nieuwe regeling

Tijdens genoemd algemeen overleg zijn de volgende hoofdlijnen van de regeling vastgesteld:

• De VKB-regeling wordt voortgezet in 2010. Om zoveel mogelijk bedrijven te kunnen bedienen, wordt het maximale subsidiebedrag teruggebracht van € 10 000 naar € 1000 per ondernemer;

• De ca. 2800 aanvragen uit december 2009, die buiten de boot gevallen zijn, kunnen zo eenvoudig mogelijk worden omgezet naar een aanvraag 2010;

• Er komt een ruimhartige oplossing voor ondernemers die voor 31 januari 2010, vooruitlopend op de ontvangst van een subsidiebeschikking, al hadden geïnvesteerd in beveiligingsmaatregelen.

Doelgroepen van de nieuwe regeling en de wijze waarop deze worden bediend

De nieuwe regeling kent drie doelgroepen

1) Nieuwe aanvragers

Het gaat hier om ondernemers die in 2009 nog geen subsidie hebben aangevraagd in het kader van Veiligheid Kleine Bedrijven.

Deze ondernemers kunnen in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 1000. Dit is onderverdeeld in maximaal € 300 per beveiligingsscan (met € 50 eigen bijdrage per scan) en maximaal € 700 voor beveiligingsmaatregelen (50% subsidie). Uit oogpunt van budgetbeheersing moeten ondernemers nu wel een aanvraag doen vóórdat zij een scan laten uitvoeren.

2) Overgangsregeling 2009

Hier betreft het ondernemers die in 2009 een aanvraag hebben gedaan, maar geen subsidie hebben ontvangen in verband met budgetuitputting. Deze ondernemers hebben een beveiligingsscan laten doen en mogelijk al, vooruitlopend op de beschikking, maatregelen genomen. De overgangsregeling wordt aangeraden aan ondernemers die onder de coulanceregeling (zie groep 3) minder dan € 1000 zouden ontvangen.

Deze ondernemers komen, net als nieuwe aanvragers, in aanmerking voor een subsidie van maximaal € 1000. Hiermee kunnen beveiligingsscans en maatregelen worden bekostigd die na aanvraag in 2009 zijn gedaan. Het verschil met de nieuwe regeling 2010 is dat maatregelen, die voor de aanvraag in 2010 en na aanvraag in 2009 zijn genomen, wel subsidiabel zijn. De maximaal € 1000 is onderverdeeld in maximaal € 300 per beveiligingsscan (met € 50 eigen bijdrage per scan) en maximaal € 700 voor beveiligingsmaatregelen (50% subsidie).

3) Coulanceregeling 2009

Hier betreft het ondernemers die in 2009 een aanvraag hebben gedaan, maar geen subsidie hebben ontvangen in verband met budgetuitputting. Deze ondernemers hebben, in het vertrouwen dat er voldoende budgetruimte was, reeds geïnvesteerd in beveiligingsscan(s) en beveiligingsmaatregelen. Dit konden zij doen doordat, volgens het Kaderbesluit EZ-subsidies, na aanvraag van een subsidie reeds subsidiabele kosten mogen worden gemaakt. Als zij dit aantoonbaar hebben gedaan vóór 31 januari jl. (ruim nadat algemeen bekend gemaakt was dat er sprake was van budgetuitputting), kunnen zij in aanmerking komen voor de coulanceregeling.

Deze ondernemers krijgen een subsidie van maximaal € 300 per beveiligingsscan (met € 50 eigen bijdrage per scan) en 50% subsidie op beveiligingsmaatregelen die ze vóór 31 januari aantoonbaar hebben genomen of waartoe ze zich aantoonbaar hebben verplicht met een maximum van € 10 000.

De ondernemers uit de groepen 2 en 3 hebben tot 6 weken na publicatie van de overgangs- en coulanceregeling de tijd om een aanvraag in te dienen. Zij worden hier individueel over aangeschreven, en voorgelicht over de mogelijkheden van de overgangs- en coulanceregeling.

Voor de eerste twee doelgroepen is een totaalbudget beschikbaar van € 10 mln. Voor de coulanceregeling wordt een budget gepubliceerd van € 4 mln.

Wijze waarop de uitvoering en de handhaving hierop plaatsvindt

De monitoring van de nieuwe regeling is aanzienlijk versterkt, zodat eventuele overvraging van het budget in een veel eerder stadium zichtbaar wordt. In de regeling 2009 moest eerst een beveiligingsscan worden gedaan voordat subsidie kon worden aangevraagd (voor de beveiligingsscan en eventuele maatregelen). Nieuwe aanvragers voor de regeling 2010 moeten eerst een aanvraag doen voordat zij een scan kunnen laten uitvoeren en/of beveiligingsmaatregelen kunnen treffen. Op deze wijze is uitgesloten dat ondernemers nog langer, vooruitlopend op de subsidieaanvraag, subsidiabele kosten maken die later niet kunnen worden gehonoreerd. Na aanvraag en voor ontvangst van de beschikking mogen ondernemers volgens het Kaderbesluit EZ-subsidies subsidiabele kosten maken. Ondernemers worden er uitdrukkelijk op gewezen dat dit voor eigen risico is en dat zij pas zeker zijn van subsidie als zij een beschikking hebben ontvangen. Bij de overgangsregeling en de coulanceregeling moeten ondernemers binnen 6 weken na publicatie een aanvraag indienen. Na die termijn is dan ook zicht op de totale hoeveelheid aanvragen voor deze modules en het daarmee gepaard gaande budgetbeslag.

Ondernemers die in principe in aanmerking komen voor de overgangsregeling of de coulanceregeling, worden door Agentschap NL individueel aangeschreven met in de bijlage een zo eenvoudig mogelijk aanvraagformulier. Hierop hoeven ondernemers bijvoorbeeld niet opnieuw alle gegevens in te vullen die ze in hun aanvraag 2009 hebben ingevuld. Bovendien wordt voor de nieuwe aanvragers (groep 1) de mogelijkheid gecreëerd om een digitale aanvraag te doen.

De risico’s voor misbruik en oneigenlijk gebruik wijken feitelijk niet af van de risico’s die al golden voor de regeling 2009. Ondernemers uit de overgangsregeling (groep 2) hebben dezelfde bewijslast als de nieuwe aanvragers 2010 (groep 1). Zij moeten bij vaststelling van de subsidie (declaratie kosten) betaalbewijzen meesturen. Ondernemers die de coulanceregeling aanvragen, moeten aantonen dat zij de investeringen waar zij subsidie voor vragen daadwerkelijk hebben gedaan of hiervoor een juridische verplichting zijn aangegaan (bijvoorbeeld met betaalbewijzen of een contract). Bij twijfel kan nader bewijsmateriaal worden verlangd en kunnen tot vijf jaar na dato ter plekke controles worden verricht. Daarnaast wordt momenteel een nader protocol ontwikkeld om de kwaliteit van de scans optimaal te kunnen waarborgen. Daarmee is het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik voldoende beperkt. Al met al is mijn inschatting niet dat het hier om substantiële risico’s gaat. De risico’s worden bovendien nadrukkelijk gemonitord.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven