nr. 213
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 april 2009
Met genoegen bied ik u het rapport «Evaluatie Justitie in de buurt
nieuwe stijl, Verbindende netwerken in de veiligheidshuizen» aan.1
In 2004 trad het beleid «Justitie in de buurt nieuwe stijl»
in werking. Toen is aan uw Kamer toegezegd om de eerste resultaten hiervan
te evalueren. Uit «Justitie in de buurt nieuwe stijl» zijn de
Veiligheidshuizen ontstaan. Het onderzoeksrapport geeft een eerste beeld van
het functioneren van de Veiligheidshuizen. Daarbij moet wel opgemerkt worden
dat de meeste Veiligheidshuizen pas kort operationeel zijn. Dit onderzoeksrapport
heeft daarom meer de functie van een «0-meting». Als het landelijk
dekkend netwerk van Veiligheidshuizen is gerealiseerd zal een vervolgevaluatie
worden gehouden.
In de brief Veiligheid begint bij Voorkomen, die op 6 november 2007
naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstukken II 2007/08, 28 684, nr. 119),
is aangegeven dat in 2008 een uitbreiding van het aantal Veiligheidshuizen
in gang zal worden gezet, zodat uiterlijk in 2009 sprake zal zijn van een
landelijk dekkend netwerk. Dat vind ik van belang omdat de Veiligheidshuizen
een bijdrage leveren aan de doelstelling om de criminaliteit en overlast met
25% te reduceren in 2010 ten opzichte van 2002 en de recidive terug
te dringen met 10%.
Behalve een verbeterde afstemming in de strafrechtsketen, zorgen de Veiligheidshuizen
er voor dat er in toenemende mate een verbinding wordt gelegd met de bestuurlijke
trajecten (preventie en sluitende aanpak nazorg) en de zorgtrajecten (met
name in de geestelijke gezondheidszorg). Ook bieden de Veiligheidshuizen de
mogelijkheid om in te spelen op specifieke lokale problemen en lokale bestuursculturen.
Succesfactoren
Uit het onderzoek komt naar voren dat de tevredenheid over de samenwerking
en de integrale persoonsgerichte aanpak in de Veiligheidshuizen groot is.
Bij bijna alle Veiligheidshuizen krijgt deze samenwerking vorm in een
fysieke locatie. Deze samenwerking zorgt ervoor dat medewerkers makkelijk
bij elkaar binnenlopen, elkaar beter kennen en vertrouwen en meer informatie
delen. Hierdoor worden er in de casusoverleggen beter afgestemde trajecten
ontwikkeld en spreekt men elkaar meer aan op de gemaakte afspraken. Daarnaast
worden door deze wijze van samenwerken de doorlooptijden verkort. In de Veiligheidshuizen
wordt dus snel, gericht en op basis van meer volledige informatie over de
individuele casus samengewerkt. Hierbij speelt een belangrijke rol dat in
de casusoverleggen vooral creatieve professionals werken, die een aanpak bedenken
vanuit gewenste effecten, in plaats vanuit de regels van de eigen organisaties.
Dit gebeurt in ieder geval voor de thema’s jeugd, veelplegers en huiselijk
geweld. Daarnaast worden in een aantal Veiligheidshuizen ook andere thema’s
behandeld zoals overlast, drugsgerelateerde problematiek en de groepsaanpak.
De nazorg van ex-gedetineerden krijgt ook in steeds meer Veiligheidshuizen
vorm.
Risicofactoren
Uit het onderzoek komt een aantal risicofactoren naar voren, die betrekking
hebben op het formuleren van duidelijke doelen, het registreren van gemaakte
afspraken en managementinformatie en de afhankelijkheid van personen.
Deze risico’s zijn al eerder onderkend. Er zijn al meerdere projecten
opgezet om deze risico’s te verkleinen en te beheersen. Er is een kennisnetwerk
gestart, bestaande uit een landelijke website, die op 19 maart door de
Staatssecretaris van Justitie is gelanceerd, en een systeem van kenniskringen.
Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een landelijk
registratiesysteem voor Veiligheidshuizen. Naast de al lopende projecten zal
in 2009 een onderling auditsysteem ontwikkeld worden en zullen de Veiligheidshuizen
ondersteund worden bij het formuleren van concrete en meetbare doelen en het
monitoren hiervan. Daarbij wordt aangesloten op bestaande monitoren zoals
de monitor veelplegers en de recidivemonitor.
Conclusie
Er zijn in korte tijd 29 Veiligheidshuizen ontwikkeld. Het rapport concludeert
dat het beleid Justitie in de buurt nieuwe stijl, dat ten grondslag ligt aan
de ontwikkeling van Veiligheidshuizen, zich laat kenmerken als een open beleidskader.
De beleidsruimte die is gecreëerd, is tevens de kracht van het beleid.
Daardoor is het mogelijk gebleken de lokale aanpak van criminaliteit en overlast
verder en op maat te versterken. Verschillende lokale netwerken zijn en worden
met elkaar verbonden. Het Veiligheidshuis is een netwerk, waarin justitiepartners
samen met gemeente (lokale) zorgpartners persoonsgericht aan de aanpak van
veiligheidsproblemen werken.
Uit de evaluatie Justitie in de buurt nieuwe stijl blijkt dat de Veiligheidshuizen
een duidelijke plek hebben gekregen in de bestrijding van criminaliteit en
overlast. Hoewel veel Veiligheidshuizen nog maar kort operationeel zijn, blijkt
dat er al veel positieve resultaten zijn in de samenwerking en het ontwikkelen
van gerichte trajecten in individuele gevallen. Er is meer afstemming tussen
justitiepartners en zorgpartners.
Sinds 2004 zijn er belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van Veiligheidshuizen.
De komende jaren zullen de Veiligheidshuizen hun bijdrage blijven leveren
aan de bestrijding van criminaliteit en overlast. In 2009 wordt op basis van
goede praktijkvoorbeelden een proces ontwikkeld om de Veiligheidshuizen te
ondersteunen bij het formuleren van concrete en meetbare doelen en het monitoren
hiervan. In 2010 zal een vervolgevaluatie worden uitgevoerd. Hierin zal aandacht
worden besteed aan de resultaten die in de Veiligheidshuizen worden
behaald. Daarbij zal de effectiviteit van in Veiligheidshuizen toegepaste
methodieken nader onderzocht worden.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin