28 684
Naar een veiliger samenleving

17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 104
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2006

Voor de behandeling van de Justitiebegroting 2007 wil ik u informeren over de wijze waarop ik opvolging geef aan enkele toezeggingen die op het terrein van de bestrijding van financieel-economische criminaliteit zijn gedaan. Tevens wil ik u informeren over de wijze waarop ik omga met de motie van de leden Weekers (VVD) en Van Haersma Buma (CDA) die is ingediend bij het Algemeen Overleg over het Veiligheidsprogramma op 17 oktober 2006 (Kamerstukken II 2006–2007, 28 684, nr. 97).

Het betreft de volgende toezeggingen:

1. in het AO van 10 maart 2005 (kamerstuk 17 050, nr. 295) over faillissementsfraude is toegezegd dat er een actualisatie van het actieplan faillissementsfraude zal komen;

2. in de begroting van 2005 is aangegeven dat er een visienota financieel-economische criminaliteit zal komen, waarin nadruk zal worden gelegd op nieuwe verschijningsvormen en op het gebruik van nieuwe werkwijzen;

3. in de Voortgangsrapportage over bestrijding van financieel-economische criminaliteit (Kamerstukken II, 2004–2005, 17 050, nr. 276) van 17 november 2004 is aangegeven dat er een Beleidsbrief bijzondere opsporingsdiensten zal worden opgesteld;

4. in de begroting voor het jaar 2005 is een visienota over de bestrijding van witwassen aangekondigd.

Op 14 november 2006 heb ik u schriftelijk geïnformeerd over het Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007 (Kamerstukken II, 2006–2007, 28 824, nr. 30).

In dit kader is opgenomen dat er op het gebied van de opsporing van financieel-economische criminaliteit en het gebied van de bestrijding van cybercrime programma’s zullen komen om de aanpak van deze criminaliteit te versterken. De uitvoering van de hierboven genoemde toezeggingen heb ik onderdeel gemaakt van deze afspraak die ertoe strekt om via een programma versterking te verkrijgen van de bestrijding van financieel-economische criminaliteit in zijn geheel. Hiervoor wordt nu een visiedocument ontwikkeld met daarin uitgangspunten bij de aanpak van fraude. Tegelijkertijd wordt een plan van aanpak opgesteld waarin de aanpak van witwassen en ontneming wordt meegenomen.

Het terrein van de fraudebestrijding is complex. Er zijn vele in aard uiteenlopende vormen van fraude te onderkennen, waardoor een eenvoudige en eenduidige aanpak niet goed mogelijk is. Ook is een veelheid van instanties met ieder hun eigen optiek en belang betrokken bij de aanpak van fraude. Het genoemde programma dient enerzijds om meer samenhang en afstemming aan te brengen, anderzijds om te komen tot concrete operationalisering.

Met mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal ik de komende tijd uitwerking geven aan dit voornemen. In het voorjaar 2007 zal ik u over de uitwerking en de inrichting van het programma informeren.

In de genoemde motie van de leden Weekers en Van Haersma Buma werd mij verzocht de Tweede Kamer vóór de behandeling van de Justitiebegroting te informeren.

In de motie wordt de regering verzocht «een knelpuntenanalyse te maken van internationale ontnemingszaken» en «een plan van aanpak te maken om de ontneming van crimineel geld een stevige impuls te geven door te investeren in een structurele uitbreiding van financiële recherchecapaciteit die wordt gedekt uit de verwachte extra opbrengst en anderzijds door multidisciplinaire teams met FIOD/ECD structureel in een dadergerichte aanpak te laten werken».

Bij de bespreking in uw Kamer heb ik aangegeven deze motie als een steun in de rug van het regeringsbeleid te ervaren en opgemerkt dat een knelpuntenanalyse voor de behandeling van de Justitiebegroting waarschijnlijk niet klaar kan zijn. Ik heb wel de toezegging gedaan de Tweede Kamer nog vóór de Justitiebegroting te informeren over het beleid betreffende (internationale) ontnemingen.

Mijn beleidsvoornemens betreffende ontneming maak ik eveneens onderdeel van mijn voornemens tot versterking van de bestrijding van financieel-economische criminaliteit in zijn geheel. De in de motie gevraagde knelpuntenanalyse wordt in dit programma opgenomen.

In Europees verband zijn diverse instanties bezig hun positie op het terrein van het internationaal ontnemen inhoud te geven. Het gaat daarbij om het vergemakkelijken van de uitwisseling van de informatie op dit terrein. Ook deze ontwikkelingen zullen meegaan in het plan van aanpak witwasen en ontneming. Daarbij wordt nagegaan of het mogelijk is het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) als nationaal Expertisecentrum Ontnemingen tot «contact point» uit te bouwen.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven