A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 6 november
2002 en het nader rapport d.d. 15 november 2002, aangeboden aan de Koningin
door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens
de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het advies van
de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 3 oktober 2002, no. 02.004534, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen, A.D.S.M. Nijs MBA, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt
het voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van de Wet
op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met versnelde
invoering toets nieuwe opleiding.
Het wetsvoorstel strekt ertoe de bestaande wijze van toelating van opleidingen
te beëindigen en de nieuwe wijze met toepassing van een kwaliteitstoets
zo snel mogelijk in te voeren. Het stelsel met de kwaliteitstoets kan alleen
functioneren indien het toetsingskader tijdig is vastgesteld. De verwachting
volgens de toelichting is dat dit in het voorjaar van 2003 het geval zal zijn.
De Raad van State wijst op de noodzaak van het beschikbaar zijn van het kader
omdat de nu bestaande wijze van toelating door de wetswijziging wordt beëindigd
en artikel 17.5 van de accreditatiewet vervalt. Willen er voor het jaar 2004 –
2005 opleidingen toegelaten kunnen worden dan zal het toetsingskader tijdig
vast moeten staan.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 oktober 2002,
nr. 02 004534, machtigde Uw Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 6 november 2002, No. W05.02 0428/III, bied ik U
hierbij aan.
De Raad van State heeft geadviseerd aandacht te schenken aan de noodzaak
van het tijdig beschikbaar zijn van de toetsingskaders.
De Raad wijst terecht op deze noodzaak. Bij het accreditatieorgaan is
de stand van zaken nagegaan. Hieruit is gebleken dat het accreditatieorgaan
met voortvarendheid het opstellen van de toetsingskaders ter hand heeft genomen.
Het accreditatieorgaan verwacht de toetsingskaders in de eerste maanden van
2003 ter goedkeuring aan mij aan te bieden. Naar aanleiding van het advies
van de Raad van State is in de memorie van toelichting op deze stand van zaken
ingegaan.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt in artikel I een nieuw onderdeel
D in te voegen. Het betreft een bepaling die de registratieprocedure vaststelt
voor opleidingen die met ingang van het studiejaar 2004–2005 in de bachelor-masterstructuur
worden verzorgd. De bepaling is aangepast aan de registratieprocedure zoals
die door het bovengenoemd wetsvoorstel wordt voorgesteld.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van het ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel
van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
A. D. S. M. Nijs