nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 17 december 2002
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel II wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «2.»
geplaatst.
2. Er wordt een eerste lid ingevoegd, luidende:
1. De voordracht voor het koninklijk besluit waarbij het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van de wet van 6 juni 2002
tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs
(Stb. 302) wordt vastgesteld, wordt niet eerder gedaan dan nadat de toetsingskaders,
bedoeld in artikel 5a.8, zevende lid, van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek, en de beleidsregels, bedoeld in artikel 6.2, vierde
lid, van die wet, zijn vastgesteld.
Toelichting
Deze nota van wijziging onderteken ik mede namens de Staatssecretaris
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Op dit moment lopen de procedures omtrent de vaststelling van de toetsingskaders
door de Nederlandse Accreditatie Organisatie (NAO) en beleidsregels van de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in verband met de toetsing
van de doelmatigheid volgens planning. Mede op verzoek van de Vaste Kamercommissie
voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van de Tweede Kamer wordt met deze
nota van wijziging zekerheidshalve geregeld dat er in geen geval een «gat»
valt tussen de op te heffen ACO-procedure en de nieuwe procedure. Hiermee
wordt bereikt dat er voldoende ruimte in de tijd bestaat voor constructief
overleg over de kaders en de beleidsregels. Indien dit overleg veel meer tijd
vergt dan nu voorzien, zou de vaststelling daarvan pas laat in het jaar kunnen
plaatsvinden waardoor een dergelijk «gat» zou kunnen ontstaan.
De adviescommissie onderwijsaanbod (ACO) heeft haar grondslag in artikel
6.3 van de WHW. Een aantal artikelen van de wet van 6 juni 2002 (Stb.
302), hierna te noemen: accreditatiewet, treedt in werking op bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstippen.
Door deze nota van wijziging wordt geregeld dat het koninklijk besluit,
als gevolg waarvan de ACO wordt opgeheven, niet eerder wordt vastgesteld dan
nadat:
* de toetsingskaders van de NAO zijn vastgesteld;
* de beleidsregels van de minister voor de doelmatigheidstoetsing zijn
vastgesteld.
Volgens de huidige planning zullen de toetsingskaders van de NAO op of
voor 1 juni 2003 zijn vastgesteld; overleg met de instellingen en de
beide Kamers der Staten-Generaal heeft dan plaatsgevonden evenals de goedkeuring
van die kaders door de minister. Voorts zullen naar verwachting de beleidsregels –
na overleg met de beide Kamers – op 1 mei 2003 vastgesteld kunnen
worden. De algemene voornemens op dit punt, zoals die in het HOOP opgenomen
zullen worden, zullen voor deze eerste keer samen met het concept van de beleidsregels
aan de Tweede en Eerste Kamer worden voorgelegd.
Ik ga er – mede op grond van de planning van de NAO – van
uit dat dit een reële planning is. Zoals ik reeds in de nota naar aanleiding
van het verslag (Kamerstukken II, 2002/03, 28 681, nr. 5, pag. 3) heb
aangegeven, is 1 oktober 2003 de uiterste datum waarop de toetsingskaders
van de NAO en de beleidsregels van de minister moeten zijn vastgesteld om
nog reëel mogelijk te maken dat een nieuwe opleiding per 2004–2005
kan starten, inclusief de werving van studenten voor een dergelijke opleiding.
Ik beschouw de datum van 1 oktober 2003 dan ook als de uiterste datum
waarop het koninklijk besluit kan worden vastgesteld als gevolg waarvan de
ACO wordt opgeheven.
Mochten de toetsingskaders en/of de beleidsregels niet voor 1 oktober
2003 vastgesteld zijn, dan zal de ACO alsnog een oordeel geven over de voornemens
omtrent het starten van een nieuwe opleiding op grond van het dan nog bestaande
artikel 6.3. Vanwege het gedynamiseerde CROHO kan de nieuwe opleiding –
indien de minister geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid om de rechten aan
de desbetreffende opleiding te onthouden – alsnog worden geregistreerd.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
A. D. S. M. Nijs