A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 11 september
2002 en het nader rapport d.d. 12 november 2002, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de
Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 25 juli 2002, no. 02.003559, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de
Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie
van toelichting houdende wijziging van de Ziekenfondswet en de Wet financiering
volksverzekeringen mede in verband met het scheiden van de financiering van
de beheerskosten Zfw en AWBZ.
Met het wetsvoorstel wordt een scheiding aangebracht tussen de beheerskosten
Ziekenfondswet (Zfw) en de beheerskosten Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
(AWBZ). De Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel een tweetal
opmerkingen met betrekking tot het niet volledig scheiden van de beheerskosten.
Hij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk
is.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 25 juli
2002, no. 02.003559, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 11 september 2002, nr. W13.02.0335/III, bied
ik U hierbij aan.
1. Het beheerskostenbudget dat een ziekenfonds ontvangt in zijn hoedanigheid
van verbindingskantoor wordt uitgezonderd van artikel 21, tweede lid, Zfw.
Het saldo van baten en lasten over enig boekjaar van de beheerskosten en de
hiervoor ontvangen vergoedingen van een ziekenfonds in de hoedanigheid van
verbindingskantoor, dient het ziekenfonds onder te brengen in een reserve
uitvoering AWBZ. Voor het beheerskostenbudget dat het ziekenfonds ontvangt
in zijn hoedanigheid van uitvoeringsorgaan AWBZ blijft de overloop tussen
de beheerskostenbudgetten AWBZ en Zfw bestaan. Hierdoor blijft de scheiding
tussen de beheerskostenbudgetten AWBZ en Zfw onvolledig. Volgens de toelichting
wordt het niet wenselijk geacht uitvoeringsorganen AWBZ de mogelijkheid te
geven een aparte reserve uitvoering AWBZ aan te laten houden. Daarbij wordt
gewezen op het marginale karakter van het daarbij betrokken bedragentotaal
van bijna 3 miljoen euro.2
Niet wordt toegelicht waarom het aanhouden van een kleine reserve aanzienlijke
problemen zou geven en waarom eventuele tekorten niet in de AWBZ-sfeer zouden
kunnen worden gecompenseerd.
De Raad adviseert om de hiervoor bedoelde ontbrekende informatie alsnog
in de toelichting op te nemen. Indien er geen onoverkomelijke bezwaren zijn
tegen een oplossing in de AWBZ-sfeer adviseert de Raad daaraan de voorkeur
te geven in het verlengde van de voorgestelde scheiding in financiering.
2. Het is wenselijk dat niet alleen de beheerskostenbudgetten AWBZ gescheiden
zijn maar (dat) in de toekomst ook de kosten van de uitvoering van de Zfw
en de AWBZ worden gescheiden, aldus de memorie van toelichting.1 Met het voorgestelde artikel I wordt de wenselijk geachte situatie
niet bereikt. De behoefte aan transparantie2 kan
dienen als een motivering van een volledige scheiding van de budgetten Zfw
en AWBZ. Om te kunnen beoordelen of ook een gedeeltelijke scheiding van budgetten
opportuun is, is ten minste inzicht vereist in de verhouding tussen wel en
(nog) niet gescheiden kosten en inzicht in de toekomstplannen om ook de kosten
van de uitvoering van de Zfw en de AWBZ te scheiden. De Raad adviseert om
de toelichting op dit punt aan te vullen.
3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het
advies behorende bijlage.
Aan de opmerkingen van de Raad van State is gevolg gegeven door in de
Memorie van toelichting de ontbrekende informatie op te nemen. Tevens is de
memorie overeenkomstig de redactionele kanttekeningen van de Raad verduidelijkt.
De redactionele suggestie van de Raad inzake de omschrijving van het College
toezicht is evenwel niet opgevolgd; aldus wordt gehandeld overeenkomstig de
lijn die in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen is gevolgd
ten aanzien van het College zorgverzekeringen.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening
zal zijn gehouden.
De waarnemend Vice-President van de Raad van State,
E. L. Berg
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. J. de Geus
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 11 september
2002, no. W13.02.0335/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad
in overweging geeft.
Voorstel van wet
– De in artikel II, in artikel 40, tweede lid, van de Wet financiering
volksverzekeringen vermelde omschrijving van het College toezicht, gelet op
de reeds in artikel 1 van die wet opgenomen reeks omschrijvingen, naar die
reeks verplaatsen.
Memorie van toelichting
– De verwijzing naar paragrafen vergemakkelijken door deze te nummeren.
– De Inleiding meer begrijpelijk maken door in de lijn van de tweede
zin onder «Financiële paragraaf» te vermelden wat het oogmerk
van het wetsvoorstel is.