28 676 NAVO

Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2023

Het kabinet geeft met deze voortgangsrapportage inzicht in de Nederlandse militaire inzet aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied over de periode mei 2022 tot en met april 2023.1 Als gevolg van de grootschalige Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 is het dreigingsbeeld voor het gehele verdragsgebied, maar specifiek de oostflank, ingrijpend verslechterd. Dit heeft ook gevolgen voor de inzet aan de NAVO-oostflank, waaronder voor de militaire presentie in de regio en de bevelvoering. In deze voortgangsrapportage worden deze ontwikkelingen eveneens toegelicht.

De voortgangsrapportage bestaat uit vijf onderdelen:

  • 1. De geïntegreerde Nederlandse inzet aan de oostflank;

  • 2. Voortgang van de Nederlandse inzet;

  • 3. De Nederlandse inzet in Litouwen, Roemenië, Slowakije en Air Policing Polen en Bulgarije;

  • 4. Financiering;

  • 5. Vooruitblik op ontwikkelingen van NAVO-inzet aan de oostflank.

Essentie

De Nederlandse militaire inzet aan de NAVO-oostflank vormt een directe versterking van de collectieve afschrikking, verdediging van het NAVO-verdragsgebied en geruststelling (reassurance) van (de bevolking van) de gastlanden. Nederland ontplooide in NAVO-verband met korte aanlooptijd extra eenheden aan de oostflank in reactie op de Russische inval in Oekraïne en de hogere dreiging tegen het verdragsgebied. Dit versterkt de boodschap van eensgezindheid en solidariteit binnen het bondgenootschap. De NAVO onderstreept door de directe militaire aanwezigheid in de regio bovendien de boodschap dat het elke centimeter van het verdragsgebied zal verdedigen.

Nederland verdiept door de militaire inzet aan de oostflank de (operationele) samenwerking met strategische partners, waaronder met Duitsland in Litouwen en Slowakije, en met Frankrijk in Roemenië. De Nederlandse krijgsmacht doet via de inzet aan de oostflank daarnaast waardevolle ervaring op met het opereren binnen een context van (hybride) dreiging.

Het kabinet is van mening dat een actieve bijdrage aan de bescherming van het NAVO-verdragsgebied van fundamenteel belang is om de eigen en collectieve veiligheid te waarborgen. Het kabinet geeft de toekomstige inzet van de Nederlandse krijgsmacht aan de oostflank vorm aan de hand van wat de NAVO aan de bondgenoten vraagt. De benodigde militaire inzet voor alle drie de hoofdtaken van de krijgsmacht wordt hierbij meegewogen. Bij het vormgeven van de Nederlandse inzet aan de oostflank wordt, waar mogelijk, actief gebruik gemaakt van de kansen op het gebied van gereedstelling en training die inzet aan de oostflank biedt aan uitgezonden Nederlandse eenheden.

1. De geïntegreerde Nederlandse inzet aan de oostflank

NAVO-versterking oostflank

De NAVO-bondgenoten besloten na de illegale annexatie van de Krim door Rusland in 2014 tot de versterking van de afschrikking- en verdedigingsfunctie (de posture) aan de oostflank van het verdragsgebied. De enhanced Forward Presence (eFP) presentie in die Baltische Staten en Polen bestaat op dit moment uit circa 4.500 militairen, verdeeld over een viertal multinationale gevechtseenheden (MNBG’s). Als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 verslechterde het dreigingsbeeld voor het gehele verdragsgebied ingrijpend. De NAVO-bondgenoten namen diverse maatregelen om het NAVO-verdragsgebied verder te beschermen, Rusland af te schrikken en bondgenoten bij te staan. De SG NAVO riep de bondgenoten direct na de invasie op om op korte termijn bilaterale en/of multilaterale initiatieven in de regio te ontplooien en de militaire activiteiten in het NAVO-luchtruim te intensiveren.

Het bondgenootschap besloot tevens om een viertal extra Battle Groups aan de zuidoostflank van het verdragsgebied te ontplooien (Bulgarije, Hongarije, Slowakije en Roemenië). De NAVO-bondgenoten namen tijdens de Top in Madrid (juli 2022) besluiten over de versterking van de afschrikkings- en verdedigingsfunctie van de NAVO op de langere termijn. De huidige NAVO-activiteiten aan de oostflank zijn hier onderdeel van, in ieder geval zolang de Russische dreiging tegen het verdragsgebied voortduurt.

De Noord Atlantische Raad (NAR) heeft besloten om de eenheden van alle Battle Groups aan de oostflank onder bevel van SACEUR te brengen.2 SACEUR kan hiermee, binnen de politiek vastgestelde kaders, besluiten nemen over bijvoorbeeld verplaatsing van deze eenheden binnen het verdragsgebied. De NAR heeft SACEUR hiermee in staat gesteld om onmiddellijk te kunnen reageren op dreigingen aan de oostflank van het verdragsgebied. Binnen de nu geldende rules of engagement zijn alleen beperkte daadwerkelijke gevechtshandelingen in het kader van directe zelfverdediging toegestaan, bijvoorbeeld als eenheden onder SACEUR’s bevel direct worden aangevallen. Deze situatie geldt totdat de NAVO-bondgenoten daartoe besluiten.3

Nederlandse bijdrage oostflank

Nederland heeft tegen deze achtergrond de militaire presentie aan de gehele oostflank aanzienlijk versterkt. De militaire inzet bestond gedurende de rapportageperiode uit:

  • De MNBG in Litouwen met een compagnie van de 13e Lichte Brigade en vervolgens de 43e Gemechaniseerde Brigade (beide rotaties met circa 270 militairen) met vastgesteld nationaal kader tot en met 31 december 2024.4

  • De MNBG in Roemenië met een compagnie van de 11e Luchtmobiele Brigade (circa 150 militairen per rotatie) tot en met 30 juni 2023.

  • De AMDTF in Slowakije met een Patriot Fire Unit (circa 140 personen per rotatie) in de periode april – september 2022, gevolgd door een personele verlenging (4 tot maximaal 16 militairen) tot en met 31 december 2023.

  • Air Policing inzet in Bulgarije met 4 F-35 gevechtsvliegtuigen (circa 160 militairen) in de periode april tot en met mei 2022 en in Polen met 8 F-35 gevechtsvliegtuigen (circa 170 militairen) in de periode februari tot en met maart 2023.

Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de Nederlandse bijdragen aan de snelle interventiemachten van de NAVO en aan de permanente vlootverbanden: de Standing NATO Maritime Groups (SNMG’s).5 De SNMG 1 is hierbij afgelopen jaar ingezet in onder meer de Baltische Zee ter versterking van de collectieve afschrikking en verdediging aan de oostflank.

Dreigingsbeeld

Op dit moment is er geen directe militaire dreiging tegen het NAVO-verdragsgebied. Rusland heeft door zijn illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne opnieuw aangetoond militaire middelen te kunnen en willen inzetten om buurlanden te bedreigen, te controleren en zelfs binnen te vallen indien het hiertoe mogelijkheden ziet. De Russische nucleaire retoriek is sinds het begin van de oorlog in Oekraïne daarbij sterk toegenomen. De NAVO moet er bij het vormgeven van haar posture aan de oostflank daarom altijd vanuit gaan dat Rusland zich in de nabije toekomst militair herstelt, ongeacht de uitkomsten van de oorlog in Oekraïne.

De politieke en militaire samenwerking tussen Rusland en Belarus is verder verdiept. Rusland gebruikt het grondgebied van Belarus voor het stationeren, trainen en verplaatsen van eenheden die worden ingezet voor de illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Rusland is hierdoor in toenemende mate in staat de zogenaamde Suwalki-corridor tussen Belarus en Kaliningrad af te sluiten, waarmee NAVO-eenheden via land de toegang tot de Baltische Staten kan worden ontzegd. Roemenië is extra kwetsbaar door de nabijheid tot het front in Oekraïne en de herhaaldelijke schending door Rusland van het aangrenzende Moldavische luchtruim. De aanwezigheid van Russische militairen in de zelfverklaarde autonome republiek Transnistrië is zeker in deze context zorgelijk. De NAVO en de bondgenoten volgen de veiligheidssituatie aan de oostflank nauwgezet.

Hybride dreiging

Rusland blijft daarnaast aan de oostflank – en ook breder in het gehele NAVO-verdragsgebied – actief met cyberaanvallen en desinformatiecampagnes, veelal gericht op het ondermijnen van het vertrouwen van de bevolking in de eigen autoriteiten en in de NAVO-aanwezigheid in deze landen. NAVO en de EU spannen zich in, met behulp van de bijdragen van bondgenoten waaronder Nederland, in om de weerbaarheid van landen aan de oostflank te vergroten.

Algemene noties en aandachtspunten

Relaties met landen aan oostflank

Voor Nederland staan de bondgenootschappelijke solidariteit en het waarborgen van de collectieve veiligheid voorop in de samenwerking met NAVO-bondgenoten. Dat geldt in verhoogde mate voor de landen aan de NAVO-oostflank die voor Nederlandse militairen als gastland optreden. Tegelijkertijd versterkt de Nederlandse militaire presentie in het Balticum en in Zuidoost Europa de bredere bilaterale samenwerkingsrelatie met de landen in deze regio. Verschillende leden van de regering hebben gedurende de rapportageperiode meerdere bezoeken aan de landen in de regio gebracht. Daarbij is tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de banden met de gastlanden van Nederlandse militaire eenheden en de betreffende Framework Nations verder aan te halen, zoals bij het gezamenlijke bezoek van de Minister van Buitenlandse Zaken met zijn Franse ambtsgenoot aan Roemenië (januari), de bezoeken van de Minister van Defensie aan Roemenië (augustus), Litouwen (december) en Polen (februari). Ook liggen er, mede als gevolg van die langjarige samenwerking, kansen in de regio voor bijvoorbeeld het Nederlandse bedrijfsleven, waaronder de defensie-industrie.

Communicatie omtrent verlenging nationaal kader

De landen aan de oostflank achten de (directe) militaire aanwezigheid van NAVO-bondgenoten, waaronder Nederland, op hun grondgebied van groot belang voor de eigen veiligheid. Het is daarom belangrijk om tijdig en helder te communiceren over de (on)mogelijkheden tot voortzetting van de Nederlandse deelname aan de inzet. Dit om rust en duidelijkheid bij gastlanden te scheppen en gezamenlijk met partnerlanden afspraken te maken over eventueel benodigde opvolging.

Kansen training en gereedstelling

De Nederlandse inzet aan de oostflank is afhankelijk van ontwikkelingen in het dreigingsbeeld en de wijze waarop NAVO de afschrikking en verdediging aan de oostflank in reactie hierop op de langere termijn vormgeeft. Binnen deze kaders worden in het besluitvormingstraject rondom inzet aan de oostflank ook nadrukkelijk kansen geïdentificeerd en meegewogen ten aanzien van nationale doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van trainingsmogelijkheden en gereedstelling. De Air Policing inzet in Polen dient hierbij als voorbeeld. De inzet droeg zowel bij aan versterking van de NAVO-posture en bood tevens oefenmogelijkheden voor de Nederlandse F-35 gevechtsvliegtuigen. Inzet en nationale gereedstellingsdoelstellingen versterkten hier elkaar.

2. Voortgang van de Nederlandse inzet

Hoofddoelstellingen: afschrikking & geruststelling

De Nederlandse inzet aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied kent twee hoofddoelen: geloofwaardige afschrikking van Rusland en het geruststellen van bondgenoten in deze regio. De hoofddoelstellingen worden bereikt door het geheel aan op afschrikking en verdediging gerichte initiatieven van de NAVO. Het bondgenootschap beschikt via de NAVO Reactiemacht (NRF) en het NAVO Readiness Initiative over militaire capaciteiten waarmee het snel en met de juiste eenheden kan reageren op dreigingen. Nederland levert jaarlijks een significante militaire bijdrage aan deze snelle interventiecapaciteit van de NAVO.6 De directe militaire aanwezigheid aan de oostflank door de MNBG’s in de Baltische Staten, Polen en Zuidoost-Europa en de Air Policing inzet vormen hierop een essentiële aanvulling. Hierdoor kan de NAVO direct beschikken over militaire eenheden in deze regio die kunnen worden ingezet voor de collectieve afschrikking en verdediging. Ook de doorlopende Nederlandse inspanningen in het kader van het EU Permanent Structured Cooperation (PESCO) project militaire mobiliteit dragen bij aan het bereiken van de voor de oostflank gestelde hoofddoelen.

De Nederlandse inzet als onderdeel van de bredere NAVO-aanwezigheid kan aan de gehele oostflank op veel waardering rekenen. Er is brede steun voor de NAVO-inzet onder de lokale bevolking en de militaire presentie wordt ervaren als een wezenlijke bijdrage aan de veiligheid van de betreffende landen. De NAVO volgt de veiligheidsontwikkelingen in de regio nauwgezet en beziet op welke wijze de collectieve verdedigingsfunctie van de oostflank dient te worden versterkt. De diverse Framework Nations van de Battle Groups in de Baltische Staten, waaronder Duitsland, werken in dat kader parallel aan de versterking van hun militaire presentie aan de oostflank (zie kader enhanced Vigilance Activity Brigade).

Aanvullende resultaten oostflank

Door de meerjarige inspanningen aan de oostflank worden onderstaande aanvullende resultaten behaald, zowel binnen de internationale context waarin Nederland opereert als binnen Defensie.

Internationale context

In de internationale context wordt door de inzet aan de oostflank een bijdrage geleverd aan:

  • Betrouwbaar bondgenootschap: Nederland toont zich een actief en verantwoordelijk bondgenoot door de actieve bijdrage aan de afschrikking en verdediging van de NAVO. De Nederlandse zichtbaarheid en invloed binnen het bondgenootschap wordt hierdoor bestendigd.

  • Relatie met landen oostflank: de Nederlandse militaire bijdrage aan de oostflank verstevigt de samenwerkingsrelatie met landen in deze regio. Dit verdiept de samenwerking ook op andere dan de veiligheidsdossiers, zowel bilateraal als binnen de context van de NAVO als de EU.

  • Relatie met strategische partners: het gezamenlijk optreden verdiept de samenwerkingsrelatie met belangrijke strategisch partners Duitsland (in Litouwen en Slowakije) en Frankrijk (in Roemenië).

  • Verhogen interoperabiliteit: door het gezamenlijk optreden binnen de diverse multinationale initiatieven wordt de ervaring met het samenwerken met andere betrokken krijgsmachten binnen de NAVO versterkt.

Defensie

Voor de Defensieorganisatie draagt de inzet aan de oostflank bij aan het verhogen van de:

  • Operationele gereedheid: tijdens de rotaties is gebleken dat, mede vanwege de goede trainingsmogelijkheden, de inzet aan de oostflank ruimte biedt aan uitgezonden eenheden voor het realiseren van de vooraf gestelde trainingsdoeleinden. De inzet verhoogt hierdoor de operationele gereedheid van deze eenheden.7

  • Situational Awareness: de inzet aan de oostflank levert binnen de gehele keten van land- en luchtoptreden waardevolle ervaringen op. Dit betreft onder meer relevante kennis over de dynamiek aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied, en het opereren binnen een context van (hybride) dreiging. Hierbij valt te denken aan de omgang met elektronische oorlogsvoering, desinformatie en het verhogen van de weerbaarheid tegen inlichtingenoperaties.

3. Nederlandse inzet in Litouwen, Roemenië, Slowakije, Bulgarije en Polen

Onderstaand onderdeel gaat in op voortgang en effectiviteit van de verschillende individuele onderdelen van de Nederlandse inzet aan de NAVO-oostflank. Centraal staat de Nederlandse bijdrage aan vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen. Daarnaast komt de Nederlandse inzet beschreven in het kader van de MNBG in Roemenië, de AMDTF in Slowakije en de Air Policing inzet in Bulgarije en Polen.

Vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen

Nederlandse eFP bijdrage

Nederland (momenteel circa 270 militairen) vormt in Litouwen een Multinational Battle Group (MNBG) samen met Duitsland (560 militairen), België (200 militairen), Noorwegen (140 militairen) en Tsjechië (36 militairen). Duitsland levert hierbij als Framework Nation de commandant van de MNBG, en Nederland, met de grootste militaire bijdrage na Duitsland, de plaatsvervangend commandant. Nederland zet hierbij in op het leveren van de inzet die Litouwen in het kader van het National Defence Plan vraagt: een manoeuvre-element van compagniesgrootte. De inzet roteert veelal tussen de 13e Lichte Brigade (13 LtBrig) en de 43e Gemechaniseerde Brigade (43 MechBrig) van het Commando Landstrijdkrachten.

De langjarige Nederlandse bijdrage aan de MNBG draagt bij aan het verhogen van de ervaring met het gezamenlijk optreden met strategische partners waaronder Duitsland, Noorwegen en België. De eFP-inzet biedt, mede vanwege de goede trainingsmogelijkheden in de regio, de mogelijkheden aan inkomende rotaties voor het realiseren van de vooraf gestelde trainingsdoeleinden. Defensie zoekt, waar mogelijk, naar aanvullende trainingsmogelijkheden. Zoals met andere in de Baltische Staten aanwezige landen (waaronder de VS) of met bijvoorbeeld het staande NAVO-vlootverband voor de noordelijke regio (SNMG 1).

Verlenging en verhoging nationaal kader

Nederland heeft eind 2021 besloten om het aflopende nationale kader voor eFP te verlengen tot en met 31 december 2024 met als doel om duidelijkheid aan bondgenoten te geven en de operationele continuïteit van de inzet te waarborgen.8 Het nationaal kader voor eFP is gelijktijdig verhoogd van 270 naar 350 militairen. Dit met als doel om de voor de uitvoer van de rotaties benodigde additionele ondersteunende en specialistische capaciteit in te brengen en om een flexibele schil van aanvullende inzet te creëren voor de inbreng van additionele of experimentele capaciteit waar tijdens toekomstige rotaties gebruik van kan worden gemaakt.

enhanced Vigilance Activity Brigade (eVA)

Framework Nation Duitsland werkt, los van enhanced Foward Presence, aan een enhanced Vigilance Activity Brigade (eVA). De Russische invasie van Oekraïne heeft de Duitse inspanning rondom de eVA-brigade versneld. Deze brigade dient op termijn rond de 5.000 militairen te omvatten en bestaat voor het grootste gedeelte uit geoormerkte versterkingen in Duitsland met een korte reactietijd. Duitsland heeft recent in dit kader een voorwaarts commando element van circa 100 militairen ingebracht in Litouwen. De eVA-brigade betreft een zelfstandig Duits initiatief dat, vooruitlopend op de invulling van verdere NAVO-plannen ter versterking van de posture in de regio, wordt ondernomen. Duitsland zal daarom naar verwachting op korte termijn geen verzoeken doen aan partnerlanden om aan de eVA-brigade bij te dragen. Nederland en Duitsland staan in nauw contact om de militaire bijdragen in Litouwen met elkaar af te stemmen.

Terugblik: 2e helft 2022

De Nederlandse bijdrage in Litouwen in de tweede helft van 2022 bestond uit een gemotoriseerde compagnie van de 13e Lichte Brigade. De 13 LtBrig kon tijdens de rotaties gebruik maken van de gepantserde wielvoertuigen Boxer, Fennek en Bushmaster. Aan de rotatie werd specialistische capaciteit, op het gebied van materieel, munitie en voertuigonderhoud toegevoegd. Deze aanvullende functies hielpen de rotatie met het vervullen van de complexere taakuitvoering. Nederland leverde doorlopend ongeveer tien militairen aan de bataljonsstaf. Daarnaast leverde Nederland rond vijfentwintig staffunctionarissen in de MNBG en in het nationale ondersteuningselement.

De inkomende en uitgaande Nederlandse rotatie heeft volgens planning plaatsgevonden. De Nederlandse eenheden hebben de aan hen meegegeven taken en doelstellingen weten te behalen. Dit bleek onder meer tijdens de succesvolle afronding van de certificeringsoefening Iron Wolf in november 2022. Tijdens deze oefening, die door iedere rotatie wordt uitgevoerd, wordt de integratie van de MNBG in de Litouwse landmachtbrigade getoetst. De Iron Wolf oefening voor de huidige rotatie vindt plaats in mei 2023.

Inzet RAS-eenheid

Zoals eerder aan uw Kamer is gemeld, is van september tot december 2022 een robotiseringseenheid (RAS-eenheid) bestaande uit circa 17 personen tijdelijk toegevoegd aan de rotatie, als onderdeel van de flexibele aanvullende inzet.9 De inzet in Litouwen bood de gelegenheid om in samenwerking met 13 LtBrig nieuwe operationele- en technische inzichten op te doen. De eenheid is gedurende de inzetperiode niet geïntegreerd geweest in de Battle Group.

Vooruitkijken 1e rotatie 2023:

De Nederlandse bijdrage in Litouwen in de eerste helft van 2023 bestaat uit een compagnie van de 43e Gemechaniseerde Brigade.

Tijdens de Iron Wolf oefening in mei 2023 voegt Defensie een luchtverdedigingseenheid (Stinger) van pelotonsgrootte van circa 45 personen van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) toe aan de rotatie, als onderdeel van de flexibele aanvullende inzet. Over toekomstige invulling van de flexibele aanvullende inzet met belanghebbende operationele, juridische en/of (geo)-politieke gevolgen wordt uw Kamer geïnformeerd.

Aandachtspunten

Bezetting op Rukla

Framework Nation Duitsland heeft in februari 2022, op verzoek van Litouwen, 350 extra militairen naar Litouwen verplaatst. Deze Duitse eenheden waren reeds aan de MNBG toegewezen. Ook Noorwegen heeft afgelopen jaar extra militairen toegevoegd aan de MNBG. Daarmee omvat de MNBG op dit moment circa 1600 militairen.

Door deze versterking van de MNBG is er beperkt ruimte op de kazerne in Rukla. Framework Nation Duitsland heeft daarom aangegeven dat Nederland vanaf 1 januari 2023 tot nader bericht maximaal 250 militairen in kan brengen. Met oog op de binnen de rotatie van Nederland gevraagde taken zijn er op dit moment daarom circa 250 Nederlandse militairen in Litouwen. Deze situatie leidt op dit moment niet tot (operationele) beperkingen voor de rotatie. In het geval extra Nederlandse eenheden benodigd zijn voor de rotatie kunnen zij ook buiten Rukla worden ondergebracht.

Oefenterreinen

Als gevolg van de versterking van de Battle Groups en aanvullende bilaterale veiligheidsafspraken zijn er steeds meer buitenlandse eenheden in Litouwen aanwezig. Met name de toegenomen aanwezigheid van twee (roterende) bataljons militairen uit de VS zorgt voor toenemende druk op de in Litouwen beschikbare trainingsfaciliteiten. In de afgelopen periode zorgde deze situatie niet voor zodanige verdringingseffecten dat de uitgezonden Nederlandse eenheden niet kunnen voldoen aan hun vooraf gestelde trainingsvereisten. Litouwen werkt aan de uitbreiding van de beschikbare oefenterreinen.

Multinationale Battle Group in Roemenië

Sinds 2 augustus 2022 nemen circa 150 Nederlandse militairen van de 11e Luchtmobiele Brigade (11 LMB) deel aan de door Frankrijk geleide NAVO Battle Group in Roemenië. Daarnaast heeft Nederland tussen 23 juni en 22 oktober 2022 een genietaakteam van wisselende samenstelling ontplooid om constructiewerkzaamheden uit te voeren aan Camp Berthelot op het Joint National Training Centre in Cincu, waar de Battle Group is gestationeerd. Met het oog op het voorzettingsvermogen eindigt de inzet van 11 LMB tot 31 juni 2023. Belgische eenheden lossen Nederlandse eenheden in de Multinational Battle Group aansluitend af.

Resultaten

Het Joint National Training Centre in Cincu biedt goede trainingsmogelijkheden voor oefeningen en het op peil houden van de gereedheid. De aanwezigheid van partners als de Verenigde Staten, Frankrijk en Roemenië biedt daarnaast goede mogelijkheden om gezamenlijk optreden in coalitieverband te oefenen, onder andere door de ruime beschikbaarheid van helikopters van een Amerikaanse helikoptereenheid die gedurende de inzet elders in Roemenië aanwezig was. Een Luxemburgs peloton is vanaf maart 2023 in de Nederlandse compagnie geïntegreerd. Het genietaakteam heeft zijn constructiewerkzaamheden in hoog tempo uitgevoerd. Hiermee zijn de voorzieningen op Camp Berthelot en op het Joint National Training Centre langjarig significant verbeterd. Bijzonder punt van aandacht is de succesvolle inzet van reservisten en materieel in het kader van de adaptieve krijgsmacht.10

Air and Missile Defence Task Force (AMDTF), Slowakije

Een multidisciplinair team van Nederlandse militairen droeg deze rapportageperiode in NAVO-verband bij aan de versterking van de luchtverdediging van het verdragsgebied als onderdeel van de Air and Missile Defence Task Force (AMDTF) in Sliač, Slowakije. De AMDTF beschermt het NAVO-verdragsgebied en de bevolking tegen inkomende raketten. Duitsland is Framework Nation van deze inzet. Nederland leverde in de periode april – oktober 2022 met één Nederlandse Patriot-luchtverdedigingseenheid, totaal ondersteund door circa 210 militairen, een bijdrage aan de AMDTF. Zoals aan uw Kamer is gemeld heeft Nederland, zoals gepland, besloten de materiële inzet (de Patriot-systemen) niet te verlengen. Dit met het oog op de inzetbaarheid en de operationele gereedstelling van het DGLC.11 Nederland is met Framework Nation Duitsland en gastland Slowakije een verlenging van de inzet van een deel van het personeel overeengekomen in de periode vanaf 18 oktober 2022 tot en met 31 december 2023. Een multidisciplinair team van tussen de 4 en 16 militairen bemenst gedurende deze periode de Duitse Patriotsystemen. Op dit moment bestaat de Nederlandse bijdrage aan de AMDTF uit zes militairen.

Resultaten

Nederland versterkt door de gezamenlijke inzet in Slowakije de (operationele) samenwerkingsrelatie met Duitsland op het gebied van luchtverdediging. Nederlandse militairen leren daarbij de Duitse (operationele) werkwijzen en systemen beter kennen. Hierdoor kan ook bij een mogelijke toekomstige gezamenlijke inzet effectief en snel worden samengewerkt. Nederland heeft gedurende de rapportageperiode personele capaciteit ingebracht waar binnen de Duitse rotaties behoefte aan is. Hiermee wordt Framework Nation Duitsland ondersteund in haar taakuitvoering in het beschermen van het NAVO-luchtruim. Tot slot blijft Nederland met de personele verlenging betrokken binnen de AMDTF.

Air Policing in Bulgarije en Polen

Op verzoek van de NAVO leverde Nederland extra bijdragen aan het beschermen van het bondgenootschappelijk luchtruim vanuit Bulgarije en Polen.

Bulgarije

Nederland droeg in de periode april-mei 2022 bij met twee F-35 gevechtsvliegtuigen, inclusief circa 140 militairen ondersteunend personeel vanaf de luchtmachtbasis Graf Ignatievo in Bulgarije. Twee toestellen werden hierbij ingezet voor de bewaking van het NAVO-luchtruim, de overige twee toestellen stonden reserve. De vliegtuigen vervulden Quick Reaction Alert taken en waren direct inzetbaar voor het onderscheppen van onbekende vliegtuigen boven het NAVO-verdragsgebied. De inzet in Bulgarije betrof de eerste buitenlandse inzet van de Nederlandse F-35»s.

Polen

Nederland droeg in de periode februari-maart 2023 bij met acht F-35 gevechtsvliegtuigen en circa 170 militairen vanaf de luchtmachtbasis Malbork in Polen. De bijdrage bestond uit een combinatie van inzet (Air Policing) en afschrikking en training onder de vlag van versterking van de NAVO posture (vigilance-activiteiten). Voor beide bijdragen zijn in totaal acht F-35»s ingezet. Een genietaakteam van circa 35 personen heeft het kampement op de luchtmachtbasis op- en afgebouwd.

Resultaten

Nederland leverde via de inzet van de F-35 gevechtsvliegtuigen een significante bijdrage aan de bescherming van het NAVO-luchtruim aan de oostflank. De Nederlandse F-35»s onderschepten en escorteerden tijdens hun inzetperiode in Polen meerdere formaties Russische vliegtuigen die vanuit Kaliningrad het NAVO-luchtruim schonden. Door de aanwezigheid en vliegbewegingen van de Nederlandse gevechtsvliegtuigen werd de militaire presentie en daarmee de afschrikking van de NAVO aan de oostflank gedurende de inzetperiode versterkt. Het Commando Luchtstrijdkrachten deed door de inzet ervaring op met de inzet van de F-35 gevechtsvliegtuigen in NAVO-verband en de samenwerking met internationale partners. De inzet in Polen droeg eveneens bij aan het F-35 transitieprogramma en de benodigde trainingsmogelijkheden. Zo geeft Defensie invulling aan de materiële en personele vereisten van het F-35 transitieprogramma. Nederland beziet de mogelijkheden om ook in de toekomst bij te dragen aan Air Policing in NAVO-verband aan de oostflank.

4. Financiën

De Nederlandse inzet aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied heeft in 2022 in totaal 58,1 miljoen euro gekost.12 Dit bedrag omvat:

  • MNBG Litouwen: 34,1 miljoen euro

  • MNBG Roemenië: 11,2 miljoen euro

  • AMDTF Slowakije: 6,6 miljoen euro

  • Air Policing Bulgarije: 6,2 miljoen euro

De inzet aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied wordt bekostigd uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).

De totale uitgaven van de Nederlandse inzet in Polen in februari-maart 2023 worden geraamd op € 8 miljoen. De kosten voor Air Policing (€ 4 miljoen euro) worden gefinancierd uit het BIV. De kosten voor de trainingsactiviteiten (vigilance) bedragen € 4 miljoen euro en komen ten laste van de reguliere Defensiebegroting.

5. Vooruitblik NAVO-inzet oostflank

De NAVO bereidt zich voor op een langdurig verslechterde veiligheidssituatie. Om deze dreiging het hoofd te bieden zijn substantiële militaire bijdragen van bondgenoten nodig. Daarbij gaat het om zowel stand-by eenheden (op hoge gereedheid) als om troepen ter versterking van de directe militaire aanwezigheid aan de oostflank. De versterking van de collectieve verdediging aan de oostflank krijgt vorm in de regionale militaire verdedigingsplannen die op dit moment in ontwikkeling zijn. De NAVO-bondgenoten besluiten hier naar verwachting over tijdens de NAVO-top in Vilnius op 11 en 12 juli a.s. Nederland zal op basis van wat de NAVO van bondgenoten vraagt, bepalen hoe de militaire inzet aan de oostflank optimaal kan worden vormgegeven. Uw Kamer zal hierover nader worden geïnformeerd.

Het kabinet is van mening dat een actieve bijdrage aan de bescherming van het NAVO-verdragsgebied, waaronder aan de oostflank, ook in de toekomst van fundamenteel belang is om de eigen en collectieve veiligheid te waarborgen.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Het kabinet heeft uw Kamer een jaarlijks ijkmoment toegezegd over de doorlopende Nederlandse inspanning in Litouwen als onderdeel van eFP. Om een integraal beeld te schetsen van de Nederlandse inspanning aan de NAVO-oostflank gaat de rapportage ook in op de militaire bijdragen aan de multinationale Battle Group (MNBG) in Roemenië, de Air and Missile Defence Task Force (AMDTF) in Slowakije en de Air Policing inzet in Bulgarije en Polen.

X Noot
2

Kamerbrief commando-overdracht NAVO enhanced Forward Presence, 1 maart 2022, Kamerstuk 29 521, nr. 439.

X Noot
3

De NAR kan besluiten om SACEUR meer bevoegdheden te geven, bijvoorbeeld het mandaat voor volledige gevechtshandelingen indien het NAVO-verdragsgebied wordt aangevallen (een artikel 5 situatie). Het overgaan naar deze zogenoemde verdediging-fase vergt altijd een politiek besluit van de NAR en dus consensus onder alle bondgenoten.

X Noot
4

De door het kabinet gestelde kaders voor de bijdrage: aard, omvang en duur van de deelname aan de missie of operatie en (als van toepassing) welke nationale «caveats« gelden bij de uitvoering van het mandaat van de missie. Werd voorheen aangeduid als nationaal mandaat.

X Noot
5

Zie hiervoor de Kamerbrief Update Nationaal Plan NAVO en Nederlandse militaire bijdrage aan NAVO Air Policing, 22 december 2022, Kamerstuk 28 676, nr. 425 en Kamerbrief Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2022, 20 september 2022, Kamerstuk 34 919, nr. 94.

X Noot
6

Uw Kamer is geïnformeerd over de Nederlandse bijdrage aan de snelle interventiecapaciteit van de NAVO in de Kamerbrief over update nationaal plan NAVO en Nederlandse militaire bijdrage NAVO Air Policing, 22 december 2022, Kamerstuk 28 676, nr. 425.

X Noot
7

Uitzondering hierop vormde de inzet van de Patriot Fire Unit in Slowakije. Deze eenheid kon gedurende de inzet niet opwerken naar de benodigde operationele gereedheid voor deelname aan de snelle interventiecapaciteit van de NAVO.

X Noot
8

Kamerbrief verlenging van de Nederlandse bijdrage aan eFP, 5 november 2021, Kamerstuk 29 521, nr. 435.

X Noot
9

Kamerbrief verslag Informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 29-30 augustus en enkele overige zaken, 16 september 2022, Kamerstuk 21 501–28, nr. 246.

X Noot
11

Kamerbrief Nederlandse bijdragen naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, 19 augustus 2022, Kamerstukken 36 045 en 28 676, nr. 107.

X Noot
12

Om boekhoudkundige redenen is het alleen mogelijk om terug te kijken voor het jaar 2022.

Naar boven