28 676 NAVO

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2022

In deze brief treft u het verslag van de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie (DMM) op 12 en 13 oktober jl. Ook wordt u geïnformeerd over een additionele Nederlandse bijdrage aan de training van Oekraïense militairen in het Verenigd Koninkrijk (operatie Interflex).

Verslag bijeenkomst NAVO-Ministers van Defensie

Op 12 en 13 oktober vond de bijeenkomst van NAVO-Ministers van Defensie (DMM) plaats in Brussel. De Ministers kwamen voor het eerst bijeen sinds de NAVO-Top in Madrid op 29 en 30 juni 2022, waar de bondgenoten belangrijke besluiten namen over onder meer de versterking van de gezamenlijke afschrikking en verdediging en het nieuwe Strategisch Concept. De bijeenkomst vond plaats tegen de achtergrond van de sabotage van de Nordstream gaspijpleidingen en de recent door Rusland afgekondigde gedeeltelijke mobilisatie, de illegale annexatie van vier Oekraïense deelregio’s, raketaanvallen op meerdere Oekraïense steden en de onacceptabele nucleaire retoriek uit het Kremlin. De Ministers spraken over de bescherming van het NAVO-verdragsgebied en de blijvende militaire steun aan Oekraïne. Finland en Zweden namen voor de eerste keer deel als genodigde landen, na goedkeuring van hun verzoek tot toetreding tijdens de NAVO-Top in Madrid.

De bijeenkomst in Brussel bestond uit een werkdiner met de Oekraïense Minister van Defensie en twee werksessies. In de eerste werksessie bespraken de Ministers de oorlog in Oekraïne, de bredere veiligheidssituatie en de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging. De tweede werksessie bood Ministers en de EU Hoge Vertegenwoordiger de gelegenheid om van gedachten te wisselen over NAVO missies en operaties. En marge van de bijeenkomst ondertekenden veertien landen, waaronder Nederland, een gemeenschappelijke verklaring over de versterking van de samenwerking op het gebied van gemeenschappelijke luchtverdediging (het European Sky Shield Initiative).

Op 12 oktober kwam de Ukraine Defense Contact Group (UDCG) voor de zesde keer bijeen. Deze groep van meer dan 50 gelijkgestemde landen sprak over (de coördinatie rond) de militaire steun aan Oekraïne voor de korte en de langere termijn.

Werkdiner over Oekraïne

De Ministers spraken hun afschuw uit over de Russische bombardementen op Oekraïense steden en de schijnbaar willekeurige aanvallen op civiele doelwitten. Verschillende bondgenoten kondigden een bijdrage aan de versterking van de Oekraïense lucht- en raketverdediging aan. Ook Nederland levert hieraan een militaire bijdrage (Kamerstukken 22 054 en 36 045, nr. 373). De Ministers benadrukten voorts eensgezind dat zij Oekraïne maximaal blijven steunen, zolang dat nodig is. Bondgenoten spraken ook over het partnerschap tussen NAVO en Oekraïne en de steun die de NAVO levert. Nederland spoorde de NAVO aan om verdere concrete plannen te maken om Oekraïne ook in de post-conflict fase te blijven steunen. Door het versterken van onder meer de gezamenlijke interoperabiliteit met bondgenoten, herstel van (militaire) infrastructuur en het versterken van de Oekraïense veiligheids- en defensiesector kan Oekraïne zich blijvend verdedigen tegen Russische agressie. Nederland riep de NAVO als organisatie op om zich maximaal in te spannen om niet-letale steun aan Oekraïne te blijven leveren, zoals brandstof en winterkleding.

Afschrikking en verdediging

In de eerste werksessie bespraken de Ministers de veiligheidssituatie binnen het NAVO-verdragsgebied en de versterking van de afschrikkings- en verdedigingsfunctie van de NAVO. De NAVO-bondgenoten benadrukten dat zij verenigd zijn in hun optreden en zich gezamenlijk inspannen om het verdragsgebied te beschermen tegen alle vormen van (militaire) dreiging. De Ministers onderstreepten het belang van de politieke en militaire besluiten die op de NAVO-top in Madrid zijn genomen over de versterking van de posture op de lange termijn. De NAVO dient op elke vorm van escalatie te zijn voorbereid. Nederland benadrukte dat, in lijn met de in Madrid gemaakte afspraken, de versterking gefaseerd moet plaatsvinden en dat de posture ook in de toekomst een flexibele vorm dient te blijven behouden die langjarig is vol te houden.

Het beoogde geheel aan NAVO-plannen en activiteiten voor de collectieve afschrikking en verdediging vergt voldoende goed getrainde en uitgeruste eenheden, die in grotere militaire verbanden kunnen optreden en met een korte reactietijd zijn in te zetten in alle richtingen van het verdragsgebied. De NAVO-bondgenoten zullen deze militaire capaciteiten ter beschikking moeten stellen en financieren. Naar verwachting besluiten bondgenoten tijdens de komende NAVO-top in Vilnius in de zomer van 2023 over een vervolg op de Wales Defence Investment Pledge en de budgettaire verplichtingen van de NAVO-bondgenoten na 2024. Verschillende landen pleitten voor een verhoging van de defensie-uitgaven van alle bondgenoten opdat NAVO een adequaat antwoord kan blijven bieden aan het langjarig verslechterde dreigingsbeeld. Nederland is voorstander van internationale samenwerking op het gebied van aankoop en onderhoud van materieel en bij capaciteitsontwikkeling. Juist nu veel landen fors investeren, moeten partnerlanden intensief samenwerken zodat iedere geïnvesteerde euro leidt tot meer resultaat. Nederland zet in op het intensiveren van de (Europese) samenwerking op materieel gebied omdat dit leidt tot minder fragmentatie, een sterkere positie op de markt, meer standaardisatie en betere interoperabiliteit. Bovendien kan vanuit materieelsamenwerking ook de stap gemaakt worden naar samenwerking op andere gebieden, zoals opleidingen, onderhoud en ondersteuning. Ik zal, samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Defensie, uw Kamer op korte termijn informeren over de wijze waarop Nederland toewerkt naar intensieve en vergaande samenwerking met bondgenoten op het gebied van materieel- en capaciteitsontwikkeling.

De Ministers spraken in deze werksessie ook over de impact van de materiële steun aan Oekraïne op de eigen (materiële) gereedheid, inzetbaarheid en munitievoorraden. De SG NAVO zei dat bondgenoten Oekraïne militair moeten blijven steunen, ook als dit betekent dat de operationele gereedheid van de krijgsmachten van NAVO-bondgenoten tijdelijk niet aan alle NAVO-normen kunnen voldoen. Bondgenoten dienen hierbij de balans te vinden tussen leveringen aan Oekraïne en het op niveau houden van de collectieve afschrikking- en verdediging in NAVO-verband. Nederland benadrukte, daarin bijgevallen door veel bondgenoten, dat de wapenleveranties doorgang dienen te blijven vinden. Het aanvullen van voorraden, het versterken van de samenwerking met de defensie-industrie en gezamenlijke inkoop blijft de komende periode hoog op de agenda staan in NAVO-verband. Nauwe samenwerking, met de EU en andere multinationale samenwerkingsverbanden zoals de Ukraine Defence Contact Group (UDCG), is hierbij noodzakelijk.

Weerbaarheid

Ministers spraken ook over gezamenlijke weerbaarheid tegen (hybride) dreigingen in het licht van de recente sabotage van de Nordstream gaspijpleidingen. Bondgenoten benadrukten de noodzaak om de infrastructuur op zee binnen het gehele verdragsgebied beter te beschermen. Nederland spoorde, net als veel andere bondgenoten, de NAVO aan om een grotere coördinerende rol te spelen op het gebied van weerbaarheid en hierbij nauw samen te werken met de EU, internationale organisaties en het bedrijfsleven. De Ministers stemden in met een tasker die oproept tot het delen van meer inlichtingen, de ontwikkeling van plannen en gezamenlijke oefeningen. De NAVO heeft inmiddels ook haar maritieme presentie in de Oost- en Noordzee verhoogd. De Zr.Ms. Tromp speelt hierbij een belangrijke rol als vlaggenschip van het staande NAVO-vlootverband (de SNMG I) in deze regio’s.

Defensieplanning

Ministers stelden tot slot het NATO Defence Planning Capability Review (DPCR) rapport vast ter afronding van de huidige NAVO-defensieplanningscyclus (NDPP).

Op basis van deze analyse van de staat van de krijgsmachten van alle bondgenoten, stellen de Ministers de bijdragen van landen aan de taken en de missies van het bondgenootschap vast. Het kabinet informeert uw Kamer binnenkort per brief over de uitkomsten van het DPRC.

Missies en operaties

In de tweede werksessie lag de nadruk op de lopende missies en operaties van de NAVO en de veiligheidssituatie in de regio’s waar het bondgenootschap met deze missies en operaties actief is. De EU Hoge Vertegenwoordiger nam aan deze werksessie deel evenals de invitees Finland en Zweden.

De SG NAVO zei dat het belang van crisispreventie en crisis management als één van de drie kerntaken van de NAVO groot blijft. Instabiliteit aan de randen van het verdragsgebied, bijvoorbeeld op de Westelijke Balkan en in de MENA-regio, vormt een bedreiging voor de collectieve veiligheid van de NAVO landen. De Ministers waren het eens dat NAVO en de EU hun complementaire instrumentarium in nauwe samenwerking moeten inzetten om de stabiliteit in deze regio’s te bevorderen en dreigingen tegen te gaan.

NATO Mission Iraq (NMI)

De NATO Mission Iraq (NMI) is gericht op institutionele advisering en heeft als doel bij te dragen aan het versterken van de veiligheid en stabiliteit van Irak en het bestendigen van de resultaten van de strijd tegen ISIS. De Ministers onderstreepten het belang van de adviesmissie met oog op de voortdurende strijd tegen het internationaal terrorisme en bespraken een mogelijke uitbreiding van de missie. Bondgenoten benadrukten dat een uitbreiding van NMI enkel kan plaatsvinden als de politieke omstandigheden en de veiligheidssituatie in Irak daar ruimte voor bieden (conditions based, not calendar driven). Het kabinet onderzoekt, zoals eerder met uw Kamer is gedeeld, de wenselijkheid en mogelijkheid van de bijdrage met een militaire eenheid aan NMI (Kamerstuk 29 521, nr. 447).

De westelijke Balkan

De Ministers spraken over het belang van stabiliteit en veiligheid op de westelijke Balkan. Zij uitten hun zorgen over de ondermijnende invloed van Rusland en China in de regio, onder meer op het gebied van desinformatie, cyber en bemoeienis met verkiezingen. De NAVO en EU dienen een actieve rol te spelen om de weerbaarheid van partnerlanden in de regio tegen deze subversieve activiteiten tegen te gaan. De Ministers benadrukten het belang van Kosovo Force (KFOR) voor de stabiliteit in Kosovo en als reservemacht voor EUFOR operatie Althea, de EU-operatie in Bosnië-Herzegovina. Het verlengen van het VNVR-mandaat voor EUFOR Althea staat op de agenda van de VNVR, maar zou door een Russisch veto geblokkeerd kunnen worden. Nederland benadrukte het belang van het werk dat in de EU en de NAVO gaande is om alternatieve inzetopties in kaart te brengen voor als dit scenario zich onverhoopt voltrekt Nederland onderzoekt de mogelijkheden om militair bij te dragen aan EUFOR Althea. Het kabinet streeft ernaar om in november 2022 meer duidelijkheid te hebben over de wenselijkheid en mogelijkheid van een Nederlandse bijdrage aan de operatie. Zodra het onderzoek daartoe aanleiding geeft wordt uw Kamer hierover nader geïnformeerd.

Bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG)

Deelnemende Ministers hielden een sterk pleidooi voor blijvende (militaire) steun aan Oekraïne en onderstreepten dat deze steun onvoorwaardelijk is, en doorgaat zolang als de strijd voortduurt. Ook Nederland benadrukte dat het Oekraïne in staat zal blijven stellen zichzelf te verdedigen. Het trainen van de Oekraïense krijgsmacht speelt hierbij een belangrijke rol. Nederland noemde in dat kader de substantiële bijdrage aan operatie Interflex in het Verenigd Koninkrijk en de training op het gebied van ontmijning die Nederland samen met Duitsland verzorgt. Bondgenoten spraken verder over het stroomlijnen van het huidige aanbod van geleverde systemen, reserveonderdelen en onderhoud en training. Dit kan de operationele last voor Oekraïne reduceren.

Bondgenoten bespraken hoe ze, onderling en in dialoog met de defensie-industrie de levering van militair materieel aan Oekraïne kunnen intensiveren. Recent zijn in dat kader ook de National Armament Directors samengekomen in UDCG-formaat. Zij hebben afgesproken om in diverse werkgroepen toe te werken naar het optimaal benutten van de beschikbare industriecapaciteit. Het Ministerie van Defensie neemt deel aan werkgroepen over luchtverdediging en onderhoud (sustainment). Ik sprak steun uit voor dit initiatief en benadrukte dat de diverse gezamenlijke inspanningen de komende tijd moeten leiden tot concrete acties. De Ministers benadrukten dat internationale coördinatie van groot belang is zowel om de militaire steun aan Oekraïne voort te zetten als om de nationale voorraden op peil te houden. Door goed samen te werken rondom bijvoorbeeld het aanvullen (backfill) van door landen aan Oekraïne geleverde militaire goederen en gezamenlijke investeringen in militaire systemen en munitie is op deze gebieden meer te bereiken. Tot slot sprak men in de UDCG over opties om de samenwerking met de civiele en defensie-industrie te intensiveren. Defensie is, samen met andere betrokken ministeries, in gesprek met de (nationale) industrie om potentiële mogelijkheden van de industrie te identificeren.

Nederlandse bijdrage aan training van Oekraïense militairen in het VK

Het VK is begin juli 2022 gestart met een opleidingsprogramma voor Oekraïense militairen (operatie Interflex) gericht op het snel en grootschalig trainen van Oekraïense eenheden. Nederland levert hieraan, samen met internationale partners, een militaire bijdrage. Circa 90 militairen van de 13 Lichte Brigade van de Koninklijke Landmacht verzorgen in dat kader in de periode van september tot en met november 2022 training aan twee lichtingen Oekraïense militairen.

Het kabinet acht het van groot belang om actieve steun te blijven verlenen aan de versterking van de Oekraïense strijdkrachten zolang de oorlog voortduurt. Inzet is om de Oekraïense strijdkrachten door deze grootschalige training te versterken en te moderniseren zodat zij zich kunnen verdedigen tegen Russische agressie.

Nederland levert daarom in de periode tussen januari en april 2023 met circa 90 militairen van het Korps Mariniers van het Commando Zeestrijdkrachten een additionele bijdrage aan operatie Interflex. Het gaat om training aan Oekraïense rekruten op het gebied van tactische- en schietvaardigheid, medische zorg en humanitair oorlogsrecht. Een beperkt aantal stafofficieren versterkt daarnaast de Britse coördinerende staf van het opleidingsprogramma. Het definitieve aantal militairen is afhankelijk van de beschikbare faciliteiten en het uiteindelijke opleidingsprogramma. Vanwege de korte inzetduur heeft de geplande inzet geen significante gevolgen voor de operationele gereedheid van de Nederlandse krijgsmacht.

De totale kosten die gemoeid zijn met de huidige en de aanstaande inzet in het VK worden in totaal geraamd op € 7 miljoen. Deze kosten worden gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).

Het kabinet onderzoekt op dit moment de mogelijkheid om bij te dragen aan het hoofdkwartier van de missie in Brussel. Daarnaast wordt er gekeken naar de mogelijkheden om trainers en trainingen aan te bieden voor de EU Military Assistance Mission (EUMAM).

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

Naar boven