28 676 NAVO

Nr. 377 BRIEF VAN DE BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2021

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële bijeenkomst van 30 november en 1 december 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen

GEANNOTEERDE AGENDA NAVO MINISTERIËLE 30 NOVEMBER EN 1 DECEMBER 2021

Op dinsdag 30 november en woensdag 1 december zal er een fysieke bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken (FMM) plaatsvinden in Riga, Letland.

De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering.

De definitieve agenda is nog niet afgrond. Naar verwachting zal de bijeenkomst bestaan uit vijf sessies: op 30 november een werksessie over Afghanistan en een werkdiner over NAVO2030/herziening van het Strategisch Concept. Op 1 december wisselen de Ministers van gedachten met de Ministers van Buitenlandse Zaken van Georgië en Oekraïne, daarna staat een sessie gepland over wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie (hierna: ADN) en ten slotte een sessie over de Westelijke Balkan met deelname van de EU Hoge Vertegenwoordiger en de Ministers van Buitenlandse Zaken van de partnerlanden Zweden en Finland. Het toenemende assertieve gedrag van Rusland zal in de besprekingen een belangrijke rol spelen. Door de Ministers zal daarnaast een aantal documenten worden bekrachtigd, waaronder mogelijk eerste versie van het handvest voor DIANA (Defence Innovation Accelerator for the North Atlantic).

Sessie 1: Afghanistan

De Ministers spreken over de te leren lessen van de NAVO-inzet in Afghanistan. Nederland hecht daarbij aan conclusies die de NAVO als lerende organisatie in staat moeten stellen lering te trekken voor toekomstige inzet elders. Voor zowel positieve als negatieve lessen zal Nederland de noodzaak onderstrepen om deze aan concrete acties te koppelen.

Naast de terugblik zullen de Ministers stilstaan bij de huidige situatie in Afghanistan.

Het kabinet wil voorkomen dat Afghanistan opnieuw een veilige haven biedt aan terroristen die een bedreiging kunnen vormen voor onze veiligheid. Daarbij benadrukt het kabinet dat de strijd tegen terrorisme een wereldwijde strijd is en dat een mogelijke NAVO-bijdrage moet passen binnen het staande contra-terrorisme beleid van de NAVO. Aan eventuele besluitvorming over een NAVO-bijdrage dient een gedegen dreigingsanalyse vooraf te gaan. Nederland vindt het belangrijk dat die inzet in lijn is met het recent aangenomen CT-actieplan.

Sessie 2: NAVO2030 en herziening van het Strategisch Concept

Het huidige Strategisch Concept dateert van 2010 en is niet langer actueel. Om ervoor te zorgen dat de NAVO nu en in de toekomst in staat zal zijn het hoofd te bieden aan dreigingen en uitdagingen waaraan het bondgenootschap blootstaat is tijdens de NAVO-Top in Brussel in 2020 besloten het Strategisch Concept te hernieuwen.

Deze FMM biedt Ministers de mogelijkheid hierover van gedachten te wisselen.

Nederland onderstreept het belang van een hernieuwd Strategisch Concept als politiek document waarmee de komende periode richting wordt gegeven aan het optreden van het bondgenootschap en binnen welk kader de uitwerking van militaire instrumenten en planning plaatsvindt. Het kabinet is van mening dat het hernieuwde Strategisch Concept in ieder geval aan de navolgende elementen aandacht moet besteden:

  • Het kabinet hecht belang aan het handhaven van de 3 kerntaken (collectieve verdediging, crisis management en coöperatieve veiligheid).

  • De NAVO komt voor nieuwe uitdagingen te staan op het gebied van bijvoorbeeld desinformatie, Emerging and Disruptive Technologies en economische veiligheid, waarvan o.a. Rusland en China zich in toenemende mate bedienen. Deze nieuwe uitdagingen verdienen aandacht in het hernieuwde Strategisch Concept, op een gebalanceerde en realistische manier.

  • China’s snelle militaire modernisering en groeiende assertiviteit is zorgelijk voor de mondiale stabiliteit. Ook bondgenoten worden hiermee geconfronteerd, oa in het cyberdomein. Daarom is het van belang dat de NAVO voldoende toegerust is om deze ontwikkelingen te volgen en te analyseren en waar nodig erop te reageren.

  • Het toegenomen assertieve handelen van de Russische Federatie op het wereldtoneel dient in het Strategisch Concept op een gebalanceerde en proportionele wijze weerspiegeld te worden. Nederland houdt vast aan de tweesporenbenadering en het beleid van druk en dialoog.

  • De verslechterde internationale veiligheidssituatie onderstreept het toegenomen belang van versterkte gezamenlijke afschrikking en verdediging. De veranderende dreigingen en geopolitieke verhoudingen vereisen ook meer focus op het versterken van de weerbaarheid van de NAVO en bondgenoten. Dit zal naar de mening van het kabinet een nadrukkelijker plek moeten krijgen in het Strategisch Concept. Waar weerbaarheid primair een nationale verantwoordelijkheid is, biedt de NAVO wel een belangrijk platform voor het creëren van bewustzijn, minimale standaarden en uitwisseling van best practices.

  • Voor Nederland is ook sterkere samenwerking van de NAVO met partners noodzakelijk, in de eerste plaats met de EU. Beide organisaties staan bloot aan gelijkaardige dreigingen en beschikken ieder over een elkaar aanvullend instrumentarium. De NAVO is bovendien een politiek-militair bondgenootschap en een waardengemeenschap. Ter voorbereiding op het hernieuwde Strategisch Concept zal Nederland in Den Haag samen met Duitsland, Canada, Finland, Italië, Portugal, Spanje en Zweden een seminar over partnerschappen organiseren.

  • Ten slotte acht het kabinet het van belang dat ook in het hernieuwde Strategisch Concept voldoende aandacht is voor wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie (ADN) en voor de rol van de NAVO daarin, onder meer als platform voor Trans-Atlantische consultaties.

Sessie 3: Oekraïne en Georgië

De Ministers spreken met hun ambtgenoten uit Georgië en Oekraïne. Beide landen zijn zogenoemde Enhanced Opportunity Partners (EOP) van de NAVO. De bijeenkomst biedt Ministers de mogelijkheid hun aanhoudende steun voor Georgië en Oekraïne uit te spreken. Daarnaast kan gereflecteerd worden op veranderingen in het veiligheidsbeeld van de regio.

Nederland staat achter de toezegging die in 2008 in Boekarest is gedaan, dat Georgië en Oekraïne kunnen toe treden tot de NAVO wanneer zij aan de voorwaarden voldoen. Op dit moment voldoet echter geen van beide landen hieraan. Hoewel door zowel Georgië als Oekraïne werk is verricht op het vlak van hervormingen, zijn meer inspanningen nodig op o.m. het gebied van het functioneren van de rechtsstaat en het tegengaan van corruptie. Bovendien dient ook voldaan te zijn aan de voorwaarden van artikel 10 van het NAVO-verdrag.

Nederland is van mening dat de huidige EOP-status voldoende mogelijkheden biedt de samenwerking met Georgië en Oekraïne de komende tijd nader vorm te geven.

Sessie 4: wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie (ADN)

In het kader van het NAVO2030-proces in 2020–2021 besloten Staatshoofden- en Regeringsleiders bij de Top in juni 2021 (Kamerstuk 28 676, nr. 372) tot versterking van de politieke dimensie van de NAVO. Zij bevestigden in dat kader onder andere het belang van de NAVO als Trans-Atlantisch forum waarin bondgenoten elkaar kunnen consulteren over wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie (ADN). Tijdens hun bijeenkomst zullen NAVO-ministers bespreken hoe hieraan verder vorm gegeven kan worden. Daarnaast biedt de sessie de mogelijkheid te spreken over onderwerpen die verband houden met de nucleaire afschrikking.

Zolang mogelijke tegenstanders beschikken over nucleaire wapens moet de NAVO daartegen een eigen geloofwaardige nucleaire afschrikking bieden als uiteindelijke garantie voor de veiligheid van Nederland en de andere NAVO-bondgenoten. Nederland hecht sterk aan de rol van de NAVO op het gebied van ADN. De NAVO is het forum waar bondgenoten spreken over de bijdrage van ADN aan strategische stabiliteit, en daarmee aan de vrede en veiligheid van het bondgenootschap. Het kabinet steunt de activiteiten van de NAVO op het gebied van onder andere risicobeperking en verificatie.

Nederland is verheugd dat het New START verdrag in februari 2021 met de maximale 5 jaar is verlengd en dat de Verenigde Staten en de Russische Federatie een strategische stabiliteitsdialoog zijn gestart. Het kabinet zet zich in voor een succesvolle toetsingsconferentie van het non-proliferatieverdrag (NPV) in januari 2022. Het NPV blijft de hoeksteen van de wereldwijde non-proliferatie en ontwapeningsarchitectuur.

Sessie 5: Westelijke Balkan

Ministers zullen spreken over NAVO’s activiteiten in de regio. Aan deze sessie nemen ook de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en partnerlanden Zweden en Finland deel. Het gesprek biedt daarnaast kans om te spreken over de invloed van derde landen zoals de Russische Federatie en China, ontwikkelingen in Bosnië-Herzegovina, en de recente spanningen in het Noorden van Kosovo.

Het kabinet maakt zich in toenemende mate zorgen over de stabiliteit en bestuurbaarheid van Bosnië-Herzegovina, en onderstreept het belang van actieve betrokkenheid van de internationale gemeenschap om verantwoordelijke partijen te bewegen de stabiliteit te bewaren en Europese normen en waarden in acht te nemen. Het kabinet hecht daarbij aan de positie van de Hoge Vertegenwoordiger (OHR). Ten aanzien van de Kosovo-Servië dialoog blijft het kabinet benadrukken dat in het verleden gemaakte afspraken tussen beide partijen moeten worden uitgevoerd.

Naar boven