28 676 NAVO

Nr. 282 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van de bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) op het niveau van de Ministers van Buitenlandse Zaken die op 5 en 6 december jl. in Brussel bijeenkwam. Tijdens deze ministeriële bijeenkomst vond een werksessie plaats over de samenwerking tussen de NAVO en de EU, gevolgd door een werkdiner waarin met name aan Rusland en Noord-Korea aandacht is besteed. Op de tweede dag van de ministeriële bijeenkomst kwam de NAVO Georgië Commissie (NGC) bij elkaar. Aansluitend hadden de Ministers een werksessie over Projecting Stability en een werklunch over het open deur beleid van de NAVO.

NAVO-EU samenwerking

In aanwezigheid van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU is door de Ministers gesproken over een verdere intensivering van de samenwerking tussen de NAVO en de EU. In dit kader hebben veel Bondgenoten aangegeven dat de inspanningen van de EU op veiligheids- en defensiegebied een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van de Trans-Atlantische betrekkingen.

Er bestond in de NAR brede overeenstemming dat sinds de gezamenlijke verklaring van beide organisaties tijdens de NAVO Top in juli 2016 op het gebied van onderlinge samenwerking al het nodige tot stand is gekomen, zoals bij het tegengaan van hybride dreigingen. Een recent voorbeeld is de opening van het Helsinki Centre of Excellence on Countering Hybrid Warfare, waar de NAVO en de EU in samenwerken.

De Ministers kwamen overeen reeds aangenomen voorstellen voor samenwerking tussen de NAVO en EU verder te implementeren. Daarnaast hebben zij ingestemd met drie nieuwe thema’s voor samenwerking. Deze voorstellen zijn, eveneens op 5 december jl., ook aan EU-zijde bekrachtigd.

Op Nederlands initiatief zal er nauwere samenwerking plaatsvinden om administratieve, fysieke en juridische belemmeringen weg te nemen bij grensoverschrijdend militair transport binnen Europa. Met betrekking tot terrorismebestrijding besloten de Ministers tot verdere informatie-uitwisseling tussen de NAVO en EU, alsmede het versterken van contraterrorisme inspanningen ten behoeve van partnerlanden. Een ander nieuw samenwerkingsterrein is «vrouwen, vrede en veiligheid». De NAVO en EU zullen hier intensiever samenwerken om de implementatie van de VNVR-resolutie 1325 in beide organisaties beter te verankeren.

Rusland

Tijdens het werkdiner stonden de relatie van de NAVO met Rusland en de situatie rond Noord-Korea centraal. De NAR constateerde dat de veiligheidssituatie aan de Oostflank niet is verbeterd. Bovendien stelt Rusland zich niet constructief op als het gaat om het vinden van een politieke oplossing voor het conflict in het oosten van Oekraïne en volhardt het in zowel de illegale annexatie van de Krim als de militaire en niet-militaire steun aan de separatistische groeperingen.

De conclusie van de NAR was dat de maatregelen gericht op afschrikking in algemene zin goed op schema liggen. Bovendien benadrukten veel Bondgenoten het belang van eensgezindheid van de NAVO. Binnen de NAVO Rusland Raad (NRR) is sprake van een moeizame dialoog, maar op enkele onderwerpen is ook werk gemaakt van het opbouwen van onderling vertrouwen. Het gaat dan bijvoorbeeld om contacten over het gebruik van transponders door militaire vliegtuigen en wederzijdse briefings over grootschalige militaire oefeningen.

Nederland heeft in de NAR aangedrongen op versterking van de contacten op militair niveau tussen de NAVO en Rusland. Dat is noodzakelijk omdat militairen regelmatig in elkaars nabijheid opereren, waardoor het risico op misverstanden, incidenten en ongewenste escalatie kan toenemen. Hierbij staat overigens voorop dat deze militaire contacten niet in de plaats kunnen komen van de politieke dialoog binnen de NRR.

Non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening

Tijdens het werkdiner is door Nederland aandacht gevraagd voor non-proliferatie, nucleaire wapenbeheersing en ontwapening. Daarbij is herhaald dat Nederland het verdrag inzake het kernwapenverbod niet zal tekenen, mede omdat het onverenigbaar is met het NAVO-lidmaatschap. Het blijft van belang dat de NAVO zich actief blijft inzetten voor non-proliferatie, nucleaire wapenbeheersing en ontwapening, juist in de huidige veiligheidssituatie. In de aanloop naar de NAVO Top in juli 2018 wil Nederland samen met andere Bondgenoten de mogelijkheden voor een grotere rol van de NAVO verkennen. Hierbij kan worden gedacht aan het ontwikkelen van ontwapeningsverificatiemechanismen en het voorstellen van vertrouwenwekkende maatregelen om gunstigere voorwaarden te scheppen voor wederzijdse ontwapening. Daarbij benadrukt Nederland de wisselwerking tussen afschrikking enerzijds en non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening anderzijds ten bate van de veiligheid van het Bondgenootschap.

Noord-Korea

Het ballistische en nucleaire programma en de daarmee gepaard gaande provocaties van Noord-Korea vormen een serieuze bedreiging voor de regionale en internationale veiligheid en stabiliteit. Bovendien zijn openlijke bedreigingen aan het adres van de Verenigde Staten geuit door het Noord-Koreaanse regime. Onder de Bondgenoten bestond brede steun voor de tot nu toe gevolgde inzet van de NAVO voor een combinatie van druk en dialoog. Het is van belang om met Noord-Korea in gesprek te blijven. Tegelijkertijd blijft het noodzakelijk druk toe te passen via economische en politieke sancties. Daarnaast dient de NAVO in nauw contact te blijven met regionale partners, zoals Japan en Zuid-Korea, mede met het oog op betere informatie-uitwisseling en om hen te steunen bij hun inspanningen om tot een vreedzame oplossing te komen. De dreiging die uitgaat van het Noord-Koreaanse ballistische raketprogramma en het testen van nucleaire wapens, onderstreept daarnaast ook het belang van een geloofwaardige afschrikking.

NAVO Georgië Commissie

De bijeenkomst van de NAVO Georgië Commissie (NGC) met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken Janelidze kwam in de plaats van een eerder geplande bijeenkomst op ministerieel niveau van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC). Nederland heeft in een bilateraal gesprek met Hongarije aangegeven het onwenselijk te vinden dat de zorgen over taalwetgeving in Oekraïne zich vertalen in het blokkeren van de NUC op ministerieel niveau. Hongarije dient deze kwestie in bilateraal verband met Oekraïne aan de orde te stellen.

Tijdens de NGC werd richting Georgië dank uitgesproken voor de bijdragen aan NAVO missies en operaties. Daarnaast heeft het land sinds de NAVO Top in juli 2016 verdere voortgang gemaakt met het doorvoeren van democratische, juridische en politieke hervormingen. De Bondgenoten moedigden Georgië aan op dit ingeslagen pad verder te gaan, met name als het gaat om verdere constitutionele hervormingen, de rechtsstaat, de scheiding der machten en versterkt democratisch toezicht op de veiligheidssector. Deze stappen zijn nodig voordat aan Georgië de Membership Action Plan (MAP) status kan worden toegekend.

Projecting stability

In de werksessie over projecting stability is met name gesproken over de ontwikkelingen aan de Zuidflank van de NAVO, waaronder de rol van het Bondgenootschap op het gebied van terrorismebestrijding. Er was brede waardering voor de inspanningen van de NAVO als het gaat om training en advies voor de Iraakse strijdkrachten. Deze leveren een bijdrage aan het weerbaarder maken van Irak, mede in de strijd tegen IS. Mogelijk worden deze activiteiten op termijn omgevormd tot een NAVO-missie, hetgeen voordelen heeft op het gebied van financiering, aansturing en planning. Nederland staat welwillend tegenover een mogelijke omvorming naar een missie. Verder was er steun van de Bondgenoten om te komen tot verdere ondersteuning van de NAVO bij de versterking van de veiligheidsarchitectuur in landen als Afghanistan, Jordanië en Tunesië.

De Bondgenoten bespraken verder de voortgang op het gebied van de NAVO-rol bij terrorismebestrijding, mede in aanloop naar de NAVO Top in juli 2018. In de komende periode zal de NAVO zich onder meer richten op verdere ondersteuning van partnerlanden bij capaciteitsopbouw, bijdragen aan de inspanningen van de anti-ISIS Coalitie, activiteiten die zijn gericht op het tegengaan van chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) dreigingen en de verbeterde inzet van technologie.

Nederland heeft in deze werksessie naar voren gebracht dat coherentie bij de verschillende inspanningen van de NAVO op het gebied van projecting stability en terrorismebestrijding noodzakelijk is, evenals samenwerking met andere actoren, zoals de EU en VN. Daarnaast acht Nederland het van belang dat de internationale gemeenschap, waaronder de NAVO, blijft werken aan een lange termijn strategie voor het bestrijden van terrorisme. Hierbij moeten ook lessen uit het verleden worden getrokken om te voorkomen dat zich opnieuw een grootschalige terroristische dreiging, zoals IS, ontwikkelt. Nederland heeft daarbij benadrukt dat de dialoog tussen Bagdad en Erbil van groot belang is. Tenslotte kondigde Nederland aan dat het, samen met Noorwegen, Duitsland en Turkije, zal bijdragen aan het opzetten van een crisismanagement centrum in Jordanië.

Open deur

De ministeriële bijeenkomst werd afgesloten met een werklunch over het open deur beleid van de NAVO. De Secretaris-Generaal van de NAVO zal daarbij, uiterlijk in april 2018, een evaluatie geven van de voortgang die de verschillende aspirant Bondgenoten (Georgië, Macedonië en Bosnië-Herzegovina) tot dusver hebben geboekt en komen tot verdere aanbevelingen in de aanloop naar de NAVO Top in 2018.

Ten aanzien van Macedonië was er brede waardering van de Bondgenoten voor de recente hervormingen die de regering in Skopje heeft doorgevoerd. Om een uitnodiging te krijgen om toe treden tot het Bondgenootschap dient echter de naamskwestie met Griekenland te worden opgelost. Nederland heeft in deze discussie aangegeven dat bij eventuele toetreding ook scherp zal worden gekeken naar onderwerpen als de vrijheid van media, de rechtsstaat en de positie van minderheden.

Er bestaan binnen het Bondgenootschap zorgen over het feit dat Bosnië-Herzegovina nog niet in staat is gebleken de zogenaamde Tallinn criteria te implementeren. Het betreft hier het registeren van onroerende defensiegoederen onder het gezag van de centrale regering in Sarajevo. Nederland is van mening dat aan deze criteria moet worden vastgehouden, in het licht van de aanvraag van Bosnië-Herzegovina voor de zogenaamde Membership Action Plan (MAP) status.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Naar boven