28 676 NAVO

Nr. 263 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2017

Agenda

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de Navo-Ministers van Defensie op 15 en 16 februari aanstaande te Brussel. De bijeenkomst begint met een strategische discussie over de staat van het bondgenootschap. Tijdens de werksessies spreken de Ministers over de vooruitgeschoven aanwezigheid van Navo-strijdkrachten op de oostflank, cyberveiligheid, de beoordeling van het functioneren van de Navo-commandostructuur en het Navo-beleid voor de zuidflank. Op 15 februari vindt tevens een werkdiner plaats dat in het teken staat van de trans-Atlantische relatie in brede zin. Op 16 februari komt de Navo-Georgië Commissie bijeen.

Strategische discussie

De ministeriële bijeenkomst vindt plaats enkele weken na de inauguratie van president Trump en is het eerste contactmoment met de nieuwe Amerikaanse Secretary of Defence, James Mattis. De strategische discussie op 15 februari biedt de gelegenheid om met de nieuwe Secretary of Defence in gesprek te gaan over de staat van het bondgenootschap en het huidige Navo-beleid. De Ministers zullen aandacht besteden aan de uitvoering van de in Warschau genomen besluiten. Voorts zullen zij spreken over de Navo-top die mogelijk later dit jaar in Brussel wordt georganiseerd.

Naar verwachting zal Secretary Mattis een toelichting geven op de visie van de nieuwe Amerikaanse regering op de Navo. Het ligt in de rede dat hij zal aandringen op een grotere rol voor de Navo op het gebied van contraterrorisme en zal pleiten voor een verhoging van de defensie-uitgaven van de Europese bondgenoten.

Ik zal onderstrepen dat een sterk bondgenootschap in het belang is van alle Navo-landen, dus ook van de Verenigde Staten. Tevens zal ik erop wijzen dat de Navo flexibel is en in staat is gebleken zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen. Ook in de komende jaren zal de Navo zich moeten blijven aanpassen om het hoofd te kunnen bieden aan de complexe uitdagingen en dreigingen waarmee zij

wordt geconfronteerd, waaronder grensoverschrijdend terrorisme en cyberaanvallen.

Werksessies

Vooruitgeschoven aanwezigheid

De Ministers zullen spreken over de vooruitgeschoven aanwezigheid van Navo-strijdkrachten op de oostflank. Zoals eerder gemeld, zijn de voorbereidingen voor de Nederlandse bijdrage aan de multinationale battlegroup onder leiding van Duitsland in Litouwen inmiddels vergevorderd. De eerste Nederlandse stafmedewerkers arriveren in februari in Litouwen en de Nederlandse eenheid volgt in maart. De multinationale battlegroup zal vanaf dat moment ook met de Litouwse strijdkrachten oefenen om de interoperabiliteit te versterken.

De Ministers spreken voorts over het oefenprogramma van de multinationale battlegroups en de strategische communicatie. De Navo-strijdkrachten zijn aanwezig in de Baltische staten en Polen om de bondgenootschappelijke solidariteit tot uitdrukking te brengen en potentiële agressors af te schrikken. De oefenactiviteiten van de battlegroups en de strategische communicatie daarover moeten in overeenstemming zijn met deze doelstellingen.

Cyberveiligheid

De multinationale battlegroup in Litouwen moet goed zijn beschermd tegen cyberdreigingen. Nederland stuurt daarom cyberdeskundigen mee naar Litouwen om de digitale weerbaarheid te verhogen. Zo wordt gestalte gegeven aan de erkenning van cyberspace als operationeel domein tijdens de Navo-top in Warschau in juli 2016. Nederland voert tevens maatregelen uit om de nationale militaire cyberverdediging te versterken, zoals eerder toegelicht in de Defensie Cyber Strategie (Kamerstuk 33 321, nr. 5). Daartoe maakt Nederland thans onder meer een kritische beoordeling van de nationale militaire cyberverdediging, zoals afgesproken in de Cyber Defence Pledge die in Warschau werd aangenomen.

Beoordeling functioneren NCS

De afgelopen maanden hebben de strategische commandanten van de Navo (de Supreme Allied Commander Europe en de Supreme Allied Commander Transformation) en een klein comité van deskundigen (de Senior Experts Group) de Navo-commandostructuur (NCS) tegen het licht gehouden. Zij hebben geconcludeerd dat de huidige NCS slechts ten dele in staat is alle noodzakelijke taken goed uit te voeren. Vooral de nieuwe taken die voortvloeien uit de verslechterde veiligheidssituatie op de oost- en zuidflank leggen een groot beslag op de beperkte capaciteit van de NCS.

Het is daarom noodzakelijk om maatregelen te nemen om de NCS aan te passen aan de huidige veiligheidsomgeving. Op de korte termijn kunnen schrijnende capaciteitsproblemen worden aangepakt door de strategische commandanten de bevoegdheid te geven hun personeel flexibeler in te zetten.

Om de Navo-commandostructuur weer volledig geschikt te maken voor het uitvoeren van alle noodzakelijke taken zullen de strategische commandanten de opdracht krijgen opties voor aanpassing te ontwikkelen. Daarbij moeten zij uitgaan van het huidige personeelsplafond en de bestaande geografische spreiding van de NCS-hoofdkwartieren. Verder moeten de strategische commandanten bezien of en hoe taken kunnen worden verdeeld tussen de NCS en de NATO Force Structure, die bestaat uit nationale en multinationale hoofdkwartieren die de bondgenoten aan de Navo beschikbaar stellen. De financiële implicaties van de uit te werken opties moeten nog in kaart worden gebracht.

Nederland vindt dat de NCS zich snel moet aanpassen aan de nieuwe veiligheidsomgeving. Het is daarom van belang dat de strategische commandanten

en de Senior Experts Group tijdens de ministeriële bijeenkomst de opdracht krijgen om opties uit te werken. Zo wordt verzekerd dat uiterlijk februari 2018 besluiten kunnen worden genomen over de aanpassing van de Navo-commandostructuur.

Navo-beleid voor de zuidflank

De Navo wordt op de zuidflank geconfronteerd met complexe uitdagingen, in het bijzonder migratiestromen en grensoverschrijdend terrorisme. Nederland beschouwt de maritieme Navo-capaciteiten als bijzonder geschikt voor het adresseren van de situatie op de zuidflank. Het is daarom positief dat de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2) nog altijd actief is in de Egeïsche Zee en dat de Navo-operatie Sea Guardian EUNAVFOR MED Sophia ondersteunt in het centrale deel van de Middellandse Zee.

In het licht van de huidige dreiging en de opstelling van de nieuwe Amerikaanse regering is het van belang dat de Navo beziet welke instrumenten kunnen worden ingezet ten behoeve van contraterrorisme. Hierbij kan worden gedacht aan activiteiten om de stabiliteit te bevorderen en aan ondersteuning van partnerlanden bij het bestrijden van terrorisme.

Om de uitdagingen en dreigingen op de zuidflank het hoofd te kunnen bieden, wordt in het Joint Forces Command Naples een hub voor het zuiden opgericht. Deze hub zal worden belast met het verbeteren van de situational awareness en het coördineren van de Navo-activiteiten op de zuidflank. Nederland steunt deze ontwikkeling.

Werkdiner

Tijdens het werkdiner spreken de Ministers in de aanwezigheid van de EU Hoge Vertegenwoordiger Mogherini over de trans-Atlantische relatie. Naar verwachting zullen de Europese defensie-uitgaven tijdens het diner centraal staan. President Trump heeft tijdens zijn verkiezingscampagne herhaaldelijk gemeld dat de Europese bondgenoten hun defensie-uitgaven moeten verhogen. Ook Secretary of Defence Mattis heeft tijdens de Senaatshoorzitting over zijn voordracht beklemtoond dat de bondgenoten niet mogen verwachten dat de Verenigde Staten een disproportioneel deel van de lasten blijven dragen. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat de Verenigde Staten meer dan voorheen zullen aandringen op een stijging van de Europese defensie-uitgaven in de richting van de Navo-norm van twee procent van het BBP en zullen informeren naar de concrete plannen van de bondgenoten om hun defensiebegrotingen te verhogen.

De Europese bondgenoten, ook Nederland, moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Ik zal tijdens de ministeriële bijeenkomst onderstrepen dat Nederland de Defence Investment Pledge (DIP) uit Wales serieus neemt en daarom de afgelopen jaren stappen voorwaarts heeft gezet. Het kabinet heeft in totaal 870 miljoen euro toegevoegd aan de defensiebegroting. Daarmee heeft Nederland de trend van dalende defensie-uitgaven gekeerd en voldaan aan de eerste doelstelling van de DIP. Tevens zal ik herhalen dat Nederland in het kader van het meerjarig perspectief voor de krijgsmacht vervolgstappen voor ogen heeft.

Navo-Georgië Commissie

De Ministers spreken in de Navo-Georgië Commissie met de nieuwe Georgische Minister van Defensie, Levan Izoria, over de veiligheidssituatie en de defensiehervormingen in Georgië. Zij zullen vooral aandacht besteden aan de implementatie van het Substantial NATO Georgia Package (SNGP). In het kader van het SNGP steunt Nederland de oprichting van een Defence Institution Building School in Georgië. Het Nederlandse instituut voor internationale betrekkingen Clingendael is bij dit project betrokken.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven