28 676 NAVO

Nr. 234 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2015

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken op 1 en 2 december a.s. in Brussel. Op de agenda staat onder andere een bijeenkomst van de Noord Atlantische Raad (NAR) met de Ministers van Buitenlandse Zaken van Afghanistan, Japan en Zuid-Korea over de Resolute Support Missie in Afghanistan. In een werksessie à 28 wordt de situatie aan de zuidflank van het NAVO-grondgebied besproken. De Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie zal hierbij aanwezig zijn. Verder zullen de Ministers een discussie voeren over het «open door»-beleid van de NAVO. Zoals bekend wordt deze ministeriële bijeenkomst aangewend om een besluit te nemen of Montenegro wordt uitgenodigd om lid te worden van de NAVO. Op de tweede dag zal een werksessie over Rusland plaatsvinden. Tenslotte volgt een bijeenkomst van de NAVO-Oekraïne Commissie op het niveau van de Ministers van Buitenlandse Zaken.

De bijeenkomst biedt een goede gelegenheid om de actuele situatie aan de oost- en zuidflanken van het NAVO-grondgebied te bespreken. Verder zal vooruitgekeken worden naar de NAVO-Top in Warschau in juli 2016.

Gesprek met de Secretaris-Generaal van de NAVO

In een gesprek met de Secretaris-Generaal van de NAVO, de heer Jens Stoltenberg, op 17 november jl. heb ik, in het licht van de aanslagen in Parijs op 13 november jl., de noodzaak tot intensivering van de samenwerking tussen de NAVO en de EU onderstreept. Ik steun deze gezamenlijke inspanningen op het gebied van terrorismebestrijding. Eveneens moedigt Nederland samenwerking aan bij het tegengaan van hybride dreigingen, en wil dit vraagstuk tijdens het komende Nederlandse Voorzitterschap van de EU verder brengen.

Verder is in het gesprek de relatie tussen de NAVO en Rusland aan de orde gekomen. Ik heb daarbij aangegeven dat het van belang is dat de NAVO-Rusland Raad weer bijeen komt om Rusland aan te sporen bij te dragen aan een oplossing voor het conflict in Oekraïne. Daarnaast moet naar mijn mening binnen de NAVO-Rusland Raad worden gesproken over onderwerpen van wederzijds belang, zoals de situatie in Syrië, non-proliferatie en wapenbeheersing. Maar er is binnen de NAVO nog geen consensus over deze stap. Bovendien heb ik in het gesprek met de Secretaris-Generaal aandacht gevraagd voor het vraagstuk van transparantie met betrekking tot nucleaire wapens, waarbij ik de motie-Knops aan de Secretaris-Generaal heb toegelicht.

Oostflank

De veiligheidssituatie op de oostflank van de NAVO blijft onverminderd zorgelijk. Dit hangt vooral samen met de voortdurende versterking van de militaire capaciteiten van Rusland. Een bijzonder zorgelijke ontwikkeling betreft de toenemende Russische mogelijkheden voor de inzet van geavanceerde wapensystemen die een deel van het NAVO-verdragsgebied kunnen bestrijken, zoals in het Balticum en rond de Zwarte Zee. Het is voor Nederland dan ook van belang dat de NAVO adequate maatregelen blijft nemen om aan deze dreigingen het hoofd te bieden.

De situatie in het oosten van Oekraïne is eveneens zorgwekkend. Aanvankelijk was sinds begin september sprake van een duidelijke afname van het geweld, maar onlangs is een aanzienlijke stijging van het aantal schendingen van het staakt-het-vuren waargenomen. Het vinden van een politieke oplossing voor het conflict in het oosten van Oekraïne blijft zeer gecompliceerd. Vanwege de illegale annexatie van de Krim, de militaire activiteiten en de onwil van de door Rusland gesteunde groeperingen om de in februari jl. in Minsk gemaakte afspraken na te komen, is er geen sprake van een verbetering in de betrekkingen tussen de NAVO en de Russische Federatie. De praktische en militaire samenwerking zal vooralsnog dan ook niet worden hervat.

Tijdens deze ministeriële bijeenkomst zal de stand van zaken rond de betrekkingen met Rusland worden besproken. Op tafel ligt de vraag hoe die betrekkingen in de toekomst vorm moeten krijgen. Concrete besluiten worden daarover nu echter niet verwacht. Voor Nederland is het van belang dat wordt ingezet op een goede balans tussen noodzakelijke militaire aanpassingen, zoals is afgesproken tijdens de NAVO Top in Wales, en het zoeken naar mogelijkheden voor dialoog met Rusland, bij voorkeur in het kader van de NAVO-Rusland Raad. Daarnaast wil Nederland inzetten op het nader uitwerken van reeds getroffen regelingen met betrekking tot het voorkomen van incidenten en ongevallen in de lucht en op zee. Deze wens is volgens Nederland niet in strijd met het nog altijd geldende besluit van de NAVO van april 2014 om de praktische en militaire samenwerking met Rusland op te schorten.

Zuidflank

De ontwikkelingen in de veiligheidssituatie aan de zuidflank van de NAVO maken een zekere heroriëntering noodzakelijk. Zoals tijdens de NAVO-Top in Wales werd overeengekomen richt het Readiness Action Plan (RAP) zich op het tegengaan van bedreigingen in zowel het oosten als het zuiden. Nederland is van oordeel dat de situatie op de zuidflank nu nadrukkelijker dan voorheen de aandacht vraagt, mede in het licht van de instabiliteit in Syrië, Irak en Libië en vanwege de migratiecrisis. De NAR zal spreken over de vraag welk soort dreigingen kan worden verwacht en welke opties er zijn voor geruststellende maatregelen ten behoeve van de Bondgenoten aan de zuidflank. Omdat de uitdagingen aan de zuidflank voor een deel van civiele aard zijn, is het voor Nederland van belang dat ook hier de NAVO nauw samenwerkt met andere internationale organisaties, in het bijzonder de EU.

Tijdens de ministeriële bijeenkomst wordt een besluit genomen of Montenegro toetredingsonderhandelingen met de NAVO kan starten. De Montenegrijnse strijdkrachten zijn de laatste jaren ingrijpend hervormd en voldoen nu aan de NAVO-standaarden. Nederland is van mening dat het NAVO-lidmaatschap bijdraagt aan een verdere stabilisatie van de Westelijke Balkan en de integratie van deze regio in de Euro-Atlantische structuren. Stabiliteit op de Westelijke Balkan is een Nederlands belang, mede vanwege actuele kwesties rondom migratie. Voortgang van het hervormingsproces in Montenegro zal de blijvende aandacht van de Nederlandse regering hebben.

Resolute Support

De slechte veiligheidssituatie in Afghanistan maakt duidelijk dat de Afghaanse strijdkrachten nog altijd NAVO-ondersteuning op het gebied van training en capaciteitsopbouw nodig hebben. Tijdens de ministeriële bijeenkomst zal dan ook een beslissing moeten worden genomen over de voortzetting in 2016 van Resolute Support in de huidige vorm. Nederland steunt de verlenging van fase 1 van Resolute Support (d.w.z. ontplooiing in zowel Kaboel als de regio’s) tot eind 2016 en wil de bijdrage aan de missie in de huidige omvang voortzetten, zoals ook in de brief aan Uw Kamer van 19 juni 2015 reeds is aangegeven (Kamerstuk 27 925, nr. 541). Nederland zal aangeven dat de NAVO een bijzondere verantwoordelijkheid heeft in Afghanistan, juist omdat het Bondgenootschap al zeer lang betrokken is bij de stabilisering van dit land.

Wel zal Nederland naar voren brengen dat de Afghaanse regering zelf sterkere maatregelen moet nemen, ook op het vlak van goed bestuur, om de eigen veiligheidsketen te versterken. Het is nog niet bekend wanneer de transitie naar fase 2 van de missie (namelijk een ontplooiing louter in Kaboel) zal plaatshebben. Een beslissing over een eventuele Nederlandse bijdrage aan fase 2 wordt genomen als deze transitie aan de orde is.

Warschau-Top

Tijdens de ministeriële bijeenkomst wordt vooruitgekeken naar de NAVO-Top in Warschau in juli 2016. Daarbij staat vooral de vraag centraal hoe de NAVO op de langere termijn op politiek, militair en institutioneel gebied kan blijven inspelen op de veranderende veiligheidsomgeving. Binnen de NAVO bestaat namelijk het besef dat het tijdens de Top in Wales overeengekomen Readiness Action Plan (RAP) slechts de eerste stap is van een langer en ingrijpend proces van aanpassingen voor het Bondgenootschap. Nederland is van oordeel dat nu eerst moet worden ingezet op de volledige tenuitvoerlegging van de afspraken die zijn gemaakt tijdens de NAVO-Top in Wales. Nederland draagt daar zoals bekend actief aan bij, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF).

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven