28 673
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië inzake sociale zekerheid, met Slotprotocol en Administratief Akkoord; Ljubljana, 22 maart 2000

nr. 53a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 7 juli 2000 en het nader rapport d.d. 9 oktober 2002, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 9 juni 2000, no.00.003601, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië, met slotprotocol en administratief akkoord; Ljubljana, 22 maart 2000 (Trb. 2000, 47), met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 juni 2000, nr. 00.003601, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 7 juli 2000, nr. W12.00.0230/IV, bied ik U hierbij aan.

Het verdrag regelt de onderlinge afbakening en afstemming van de socialezekerheidswetgeving van Nederland en Slovenië. Het regelt in het bijzonder de aanspraken op uitkeringen en voorzieningen, en de administratieve samenwerking tussen uitvoerende instanties. De onmiddellijke aanleiding voor het verdrag is het uiteenvallen van Joegoslavië; de verdragsrelatie met Slovenië is sindsdien voorlopig voortgezet op basis van het bestaande socialezekerheidsverdrag met Joegoslavië, maar wordt nu vervangen door een nieuw verdrag.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het verdrag, maar maakt daarbij een kanttekening met betrekking tot werknemers aan boord van schepen.

1. In artikel 11 van het verdrag wordt een afbakening tussen de rechtsmacht van Nederland en Slovenië gemaakt voor wat betreft werknemers aan boord van een schip. Deze bepaling is, zo constateert de Raad, asymmetrisch opgezet. De werknemer is onderworpen aan de wetgeving van Slovenië als hij verblijft in Slovenië en als het schip de Sloveense vlag voert. Hij is aan de Nederlandse wetgeving onderworpen als de werkgever zijn geregistreerde kantoor of plaats van werkzaamheden heeft in Nederland. Door de asymmetrische opzet is niet direct duidelijk of de bepaling alle situaties regelt die zich in de praktijk kunnen voordoen.

Deze bepaling wijkt af van het socialezekerheidsverdrag dat Nederland op 11 september 1998 heeft gesloten met Kroatië: in artikel 11 van dat verdrag is de vlag van het schip niet van belang en gelden voor beide landen dezelfde criteria. De bepaling komt evenmin voor in het modelverdrag van de Raad van Europa.1 De Raad beveelt aan de bepaling toe te lichten.

1. De toelichtende nota is aangevuld met een toelichting op artikel 11 van het verdrag.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. Aan de tweede redactionele kanttekening is gehoor gegeven.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

J. A. E. van der Does

Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

>De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 7 juli 2000, no.W12.00.0230/IV, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– Toelichten waarom de briefwisseling tussen Nederland en Slovenië uit 1992, die in de preambule van het verdrag wordt genoemd, pas in 1996 is bekendgemaakt (Trb. 1995, 98).

– In de toelichting aangeven dat de Ziekenfondsraad (genoemd in artikel 1 van het administratief akkoord) is omgedoopt tot College voor zorgverzekeringen (artikel 1a van de Ziekenfondswet).


XNoot
1

Council of Europe, Model provisions for a bilateral social security agreement and expla- natory report, ISBN 92-871-3699-8.

Naar boven