Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2017
In mijn brief van 31 oktober 20161 heb ik er op gewezen dat blootstelling aan combinaties van verschillende chemische
stoffen in het kader van REACH2 buiten beschouwing wordt gelaten, terwijl hier mogelijk wel risico’s voor mens of
milieu uit voort kunnen vloeien. Ik heb aangegeven dat ik daarvoor aandacht zal vragen
tijdens de evaluatie van REACH, die later dit jaar zal plaatsvinden.
Zoals in genoemde brief werd aangekondigd, heb ik het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) gevraagd onderzoek te doen naar combinatie-effecten op het milieu.
Het RIVM heeft dit onderzoek inmiddels afgerond. Het rapport is online beschikbaar.3
In het rapport is een optie uitgewerkt om rekening te houden met combinatie-effecten
in de milieurisicobeoordeling van stoffen (met name in water) onder de REACH-regelgeving.
In het rapport wordt voorgesteld een zogenoemde Mixture Assessment Factor (MAF) toe te passen. Deze factor neemt in beschouwing dat op willekeurig welk water
in Nederland het overgrote deel van de toxische druk wordt veroorzaakt door een maximum
van vijf tot tien stoffen. Dit lijkt een uitgangpunt te bieden voor de ontwikkeling
van een methode om met combinatie-effecten om te gaan.
Ik zal dit rapport onder de aandacht brengen van de Europese Commissie, zodat deze
de inzichten kan gebruiken bij de verdere beleidsontwikkeling voor het milieu onder
REACH.
Het rapport van het RIVM richt zich op milieuaspecten. Voor het adresseren van combinatie-effecten
in de mens via producten en op de werkplek zullen in 2017 in internationaal verband
nadere stappen gezet worden waar ook het RIVM nauw bij betrokken is.
Daarnaast wordt in Europees verband met EFSA gewerkt aan methodologieontwikkeling
voor de berekening van de blootstelling aan combinaties van residuen van gewasbeschermingsmiddelen
in levensmiddelen en de risicobeoordeling daarvan.4
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma