28 652
Voorstel van wet van de leden Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven houdende regels omtrent de vaste boekenprijs (Wet op de vaste boekenprijs)

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2004

Hierbij stuur ik u het advies, dat ik op uw verzoek heb doen aanvragen, van de directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie inzake het voorstel van wet houdende regels omtrent de vaste boekenprijs1. Ik verzoek u dit advies door te geleiden aan de indieners van het wetsvoorstel houdende regels omtrent de vaste boekenprijs, de leden Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven.

De Europese Commissie wijst in haar brief op mogelijke strijd met de Europese Mededingingsregels wegens aanwezigheid van tenminste een potentiële invloed op het handelsverkeer tussen lidstaten met name als gevolg van artikel 3 (verplichtingen aan importeurs). Ook de NMa wees in haar door mij aan de kamer doorgestuurde advies al op mogelijke strijdigheid met regels van Europees recht en ziet met name ook in artikel 3 en 12 een risico voor strijd met de Europese mededingingsregels. Het is in de eerste plaats ook aan de wetgever om geen regels te maken die afbreuk kunnen doen aan het nuttig effect van het Europese recht.

De in de brief van de Commissie opgenomen reactie komt in grote lijnen overeen met de uitkomst van ambtelijk overleg met de Commissie op 7 juni 2004, waarover tijdens de behandeling van het wetsvoorstel aan de Kamer verslag is uitgebracht. Als reactie op genoemd ambtelijke overleg hebben de indieners bij nota van wijziging artikel 3 van het wetsvoorstel aangepast, waarbij aan een deel van de door de Commissie geuite bezwaren2 tegemoet is gekomen. Importeurs zijn, in tegenstelling wat was bepaald in het in eerste instantie ingediende wetsvoorstel (TK 2003–2004, 28 652, nr. 8.), niet verplicht de door buitenlandse uitgevers aanbevolen of vastgestelde prijzen in acht te nemen. Het aangepaste wetsvoorstel is inmiddels door de Tweede Kamer aanvaard. Inmiddels heb ik op verzoek van de indieners de nieuwe tekst van het wetsvoorstel voorgelegd aan de Europese Commissie met de vraag of hun veronderstelling juist is dat het wetsvoorstel nu in overeenstemming is met het huidige Gemeenschapsrecht.

Ik verwacht dat de genoemde nota van wijziging niet alle door de Commissie genoemde riscio's wegneemt. Volgens vaste jurisprudentie is aan het criterium van ongunstige beïnvloeding van de handel voldaan indien kan worden voorzien dat een gedraging of overeenkomst een dergelijk effect kan hebben. De Commissie neemt aan dat het wetsvoorstel het handelsverkeer tussen lidstaten merkbaar ongunstig zou kunnen beïnvloeden. Artikel 3 blijft namelijk van toepassing op de invoer. Daar komt bij dat volgens de Commissie sprake is van een omvangrijke grensoverschrijdende handel in Nederlandstalige boeken tussen met name België enerzijds en Nederland anderzijds. Tenslotte is de wet is van toepassing op het volledige grondgebied van de lidstaat, hetgeen alleen al het interstatelijk verkeer ongunstig kan beïnvloeden.

Om het risico van strijd met het Europees recht en aldus het risico dat de Wet Vaste Boekenprijs later in rechte of tijdens een procedure bij de NMa buiten toepassing wordt gelaten (verder) te verkleinen, raad ik u aan artikel 3 te laten vervallen.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Zie brief van de Commissie, paragraaf 2.2, pagina 6/7, subparagraaf b) en c).

Naar boven