28 652
Voorstel van wet van de leden Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven houdende regels omtrent de vaste boekenprijs (Wet op de vaste boekenprijs)

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID KRANEVELDT

Ontvangen 7 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 24 vervalt.

II

Na artikel 45 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 45a

Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Eén van de belangrijkste cultuurpolitieke argumenten die ter verdediging van de vaste boekenprijs worden aangevoerd, namelijk die van het instandhouden van een breed literair aanbod, stelt dat de vaste boekenprijs nodig is, opdat de boekenbranche de winstmarge die wordt behaald op de verkoop van populaire, snel en goed verkopende titels kan gebruiken om te investeren in het uitgeven en te koop aanbieden van minder populaire, snel en goed verkopende titels die om culturele redenen wel de moeite waard zijn om uitgegeven te worden. Op deze wijze zou een verschraling van het literaire aanbod kunnen worden voorkómen.

Er is echter op geen enkele wijze een verplichting geregeld voor uitgevers en boekverkopers om de winstmarge op een dergelijke wijze te investeren. De branche weet ook niet cijfermatig te onderbouwen dat en in welke mate een dergelijke subsidiëring van cultuurdragers plaatsvindt. Er zijn daarentegen wel signalen, dat de verschraling van het literaire aanbod in de boekenmarkt op dit moment al plaatsvindt, dus onafhankelijk van de vaste boekenprijs en als gevolg van de eigen dynamiek van de boekenmarkt.

Het is een te groot risico om te experimenteren met het loslaten van de vaste boekenprijs, om dan te bezien wat het effect zal zijn op de verschraling van het literaire aanbod. Daar staat tegenover, dat dit wetsvoorstel niet zondermeer moet worden ingevoerd zonder te evalueren wat het effect is op het belangrijkste argument dat ter verdediging van de vaste boekenprijs wordt aangevoerd. In het in het amendement aangehaalde verslag over de doeltreffendheid dient dus tenminste te worden ingegaan op het effect van het wettelijk vastleggen van de vaste boekenprijs op de gesignaleerde verschraling van het literaire aanbod. De algemene formulering van de evaluatie brengt mee dat ook het functioneren van het College in het verslag wordt betrokken; artikel 24 kan derhalve vervallen.

Kraneveldt

Naar boven