28 643
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs, in hoofdzaak in verband met uitzendkrachten in het onderwijs (regeling uitzendkrachten in het onderwijs)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 januari 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel II, onderdeel A, en artikel III, onderdeel Q, wordt in de aanhef «voor de begripsbepaling van nascholing» telkens vervangen door: na de begripsbepaling van schooljaar.

B

In artikel III, onderdeel P, wordt «Na artikel 75b» vervangen door «Na artikel 75c» en wordt «Artikel 75c. Beroep» vervangen door: Artikel 75c1. Beroep.

C

In artikel III, onderdeel W, wordt «Het eerste lid, aanhef en onder i» vervangen door: Het tweede lid, aanhef en onder i.

D

In artikel IV, onderdeel C, wordt onder 5.c «eisen, en» vervangen door: eisen.

E

Na artikel V worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidend:

ARTIKEL Va. VERVALLEN ONDERDELEN ARTIKEL III IN VERBAND MET VERVALLEN DEEL II WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Indien Deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs eerder vervalt dan met ingang van het tijdstip waarop artikel III, onderdelen Q tot en met W, van deze wet in werking treedt, vervalt artikel III, onderdelen Q tot en met W.

ARTIKEL Vb. VERVALLEN ARTIKEL V IN VERBAND MET INTREKKEN INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Indien de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs wordt ingetrokken met ingang van een eerder tijdstip dan dat waarop artikel V van deze wet in werking treedt, vervalt dat artikel V.

ARTIKEL Vc. AFHANDELING LOPENDE BEZWAREN EN BEROEPEN AANVANG BEKOSTIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

1. Op geschillen die in bezwaar, beroep of hoger beroep aanhangig zijn of binnen de bezwaar- dan wel beroepstermijn of verschoonbaar daarbuiten aanhangig worden gemaakt tegen besluiten die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet door Onze in de Wet op het voortgezet onderwijs bedoelde Minister zijn genomen op grond van titel III, Afdeling I, van die wet, voor zover tegen deze besluiten geen beroep openstond op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, blijven de op dat tijdstip geldende voorschriften van toepassing. De eerste volzin is hangende het bezwaar, beroep of hoger beroep van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheid tot het intrekken en vervangen van besluiten die tot de in die volzin bedoelde geschillen hebben geleid.

2. Artikel 72 van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals luidend op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel M, van deze wet, blijft van toepassing naar aanleiding van uitspraken in geschillen als bedoeld in het eerste lid.

Toelichting

Deze wijzigingen zijn divers en technisch van aard. Zij:

– brengen redactionele verbeteringen aan;

– houden rekening met het eventueel vervallen van Deel II van de WVO (beoogd: per 1 augustus 2003);

– houden rekening met wetsvoorstel 28 762, dat het begrip «nascholing» uit

– (o.m.) artikel 1 van de WEC en artikel 124 van Deel II van de WVO schrapt;

– houden rekening met het eventueel vervallen van de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs (de Wet op de beroepen in het onderwijs, nu nog als wetsvoorstel – Kamerstukken 28 088 – in behandeling bij de Tweede Kamer, regelt het vervallen van de Interimwet);

– voorzien in een overgangsbepaling voor lopende bezwaar- en beroepsprocedures over het Plan van scholen in twee instanties in plaats van één instantie.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven