28 642 Sociale veiligheid openbaar vervoer

Nr. 102 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2017

Hierbij informeren wij uw Kamer over de voortgang van het integraal Actieprogramma Sociale Veiligheid in het openbaar vervoer (OV) en over de «verkenning informatie-uitwisseling sociale veiligheid openbaar vervoer en politie». Daarnaast informeer ik u over het gesprek met de betrokken partijen over de vervolgevaluatie van het maatregelenpakket uit maart 2015.

Actieprogramma Sociale Veiligheid in het ov (HIC-aanpak)

Reizigers en medewerkers in het ov moeten veilig kunnen reizen en werken. Iedereen moet zich veilig voelen in trein, bus, tram en metro. Op 25 oktober 2016 stelden alle partijen uit de ov-sector, dat wil zeggen het (huidige) Ministerie van Justitie en Veiligheid, het (huidige) Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de decentrale overheden, streekvervoerders, stadsvervoerders, NS, politie en vakbonden, het integraal Actieprogramma Sociale Veiligheid vast1. Dit actieprogramma omvat een duidelijke ambitie op het gebied van objectieve en subjectieve sociale veiligheid. Het voortgangsbericht is bijgevoegd bij deze brief2.

Aan de hand van de High Impact Crime aanpak (HIC-aanpak), zijn in het integrale Actieprogramma Sociale Veiligheid 23 maatregelen opgenomen die een bijdrage zullen leveren aan de sociale veiligheid voor reizigers en personeel. Deze HIC-aanpak wordt door het Ministerie van Justitie en Veiligheid in samenwerking met diverse publieke en private partners succesvol ingezet bij incidenten met een grote maatschappelijke impact, zoals overvalcriminaliteit, straatroof, geweld en woninginbraak. In het bijgevoegde voortgangsbericht zijn de ontwikkelingen van de maatregelen opgenomen inclusief de tussenstand wat betreft de doelstelling voor de objectieve en subjectieve veiligheid. Dit voortgangsbericht is opgesteld door alle partijen uit de ov-sector. Alle partijen uit de ov-sector komen elk kwartaal bij elkaar om de voortgang te monitoren. Op 18 december jl. heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Tijdens dit overleg hebben de partijen naar elkaar uitgesproken de ontwikkelingen en de verantwoordelijkheid en rol die een ieder neemt te waarderen. Ook is genoemd dat het belangrijk is om in te blijven zetten op het melden van incidenten. De partijen blijven zich inzetten om eind 2018 de doelstellingen voor de objectieve en subjectieve veiligheid bereikt te hebben zoals in oktober 2016 afgesproken.

Informatie-uitwisseling openbaar vervoerbedrijven en politie

Een van de maatregelen uit het Actieprogramma Sociale Veiligheid is een onderzoek naar de koppeling van gegevens van incidentregistratie tussen vervoerders en politie. Hiervoor is de «verkenning informatie-uitwisseling sociale veiligheid openbaar vervoer en politie» uitgevoerd3. Deze rapportage is tijdens het bestuurlijk overleg van 18 december jl. besproken. Dit rapport gaat in op de motie Madlener (Kamerstuk 29 984, nr. 598) waarin de regering wordt verzocht om het landelijk mogelijk te maken om incidenten- en politiegegevens aan elkaar te koppelen om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer te verbeteren en de motie Belhaj/Van Helvert (Kamerstuk 28 642, nr. 95) waarin de regering wordt verzocht om in aanvulling op de lopende maatregelen en in overleg met de streekvervoerders, de stadsvervoerders, de NS en de diensten van politie en justitie, te komen tot één landelijk werkend en geïntegreerd data-analysesysteem waarbinnen de zogenaamde ABC-data gedeeld worden. Tevens sluit dit rapport aan bij de toezegging van de Minister van Justitie en Veiligheid in het AO Sociale Veiligheid van 13 september 2016 om de Kamer te informeren over de informatie-uitwisseling tussen vervoerders en politie (Kamerstuk 28 642, nr. 87). Deze toezegging is hiermee afgedaan.

Gekeken is hoe de gegevensuitwisseling momenteel plaatsvindt en welke verbeteringen er gewenst zijn. Openbaar vervoerbedrijven hebben de afgelopen jaren stappen gezet in het verbeteren van de registratie van incidenten, zwartrijden en andere aspecten van sociale veiligheid. Afgelopen voorjaar spraken de vervoerders af om met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017 volgens de herijkte abc-methodiek te registreren. Deze data delen ze steeds vaker met de politie, die op haar beurt soms gegevens ter beschikking stelt over aangiftes en incidenten.

Met de oplevering van de verkenning is er nu een integraal overzicht van de wijzen waarop politie en vervoerders momenteel informatie delen over incidenten in het openbaar vervoer, en welke behoeften voor de toekomst daarbij leven. De conclusies zijn:

  • Openbaar vervoerbedrijven en politie wisselen op uiteenlopende wijze informatie uit over incidenten op het gebied van sociale veiligheid. Overal vinden (op zijn minst ad-hoc) gesprekken plaats tussen vervoerders en politie en wordt onderling informatie uitgewisseld.

  • De (gebundelde) informatie van vervoerders en politie wordt door beide partijen gebruikt voor effectiever informatie-gestuurd optreden, repressief en/of preventief. Op basis van gebundelde informatie kan bijvoorbeeld in een concrete situatie de inzet worden bepaald van politiemedewerkers en/of BOA’s die in dienst zijn van vervoerders en die zijn belast met veiligheidstaken;

  • In een aantal samenwerkingsverbanden tussen vervoerders en politie vindt structurele informatie-uitwisseling plaats. De afspraken over (de vorm van) informatie-uitwisseling tussen vervoerders en politie zijn niet landelijk dekkend. Dat wil zeggen dat er niet overal in het land afspraken gelden en de afspraken die er zijn, zijn niet overal dezelfde;

  • Men is redelijk tevreden met de huidige samenwerking. Dat wil zeggen dat politie en vervoerders elkaar weten te vinden, maar ook dat er op onderdelen mogelijkheden voor verbeteringen worden gezien.

Ook is de behoefte aan een landelijk werkend data-analysesysteem gepeild bij de betrokken partijen. Deze behoefte blijkt in verschillende mate aanwezig te zijn. Vooral streekvervoerders hebben behoefte aan zo’n landelijk systeem. Bij de politie ligt deze behoefte vooral regionaal in plaats van landelijk. De stadsvervoerders en de NS hebben in mindere mate behoefte aan een dergelijk systeem, aangezien ze al een goede informatiepositie in hun eigen concessiegebied hebben. Desalniettemin zijn de stadsvervoerders en landelijke vervoerder en de landelijke eenheid van de politie bereid hun informatie te delen als hier een behoefte ligt bij andere partijen. De overweging van het onderzoeksbureau om wensen en mogelijkheden voor een landelijke database verder te onderzoeken zullen we uitvoeren, met oog voor de verschillende wensen. Daarbij bekijken we ook of de uitwisseling van gegevens op een andere manier dan een landelijk werkend data-analysesysteem te borgen is. Wij streven ernaar uw Kamer voor het zomerreces hierover te informeren.

Maatregelenpakket maart 2015

De vervolgevaluatie door het WODC van het maatregelenpakket uit maart 2015 is op 4 oktober 2017 aan uw Kamer verzonden4. Zoals toegezegd in de brief van 4 oktober 2017 zijn de implementatie, resultaten en effecten van de maatregelen, de kansrijke aanpassingen en de incidentcijfers met NS, OR NS, ProRail, politie en de vakbonden besproken. Alle partijen gaven aan tevreden te zijn met de implementatie van de maatregelen. De effecten zijn echter lastig te herleiden tot individuele maatregelen. Er is afgesproken het overleg in deze vorm af te sluiten en aan te sluiten in breder verband, dat wil zeggen inclusief álle vervoerders en decentrale overheden bij het integraal Actieprogramma Sociale Veiligheid.

Samen met alle betrokken partijen, blijven wij verder werken aan een veilig openbaar vervoer voor iedereen, reizigers en personeel.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 28 642, nr. 94.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Kamerstuk 28 642, nr. 101.

Naar boven