28 638
Mensenhandel

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juli 2004

Bijgaand stuur ik u de derde rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM)¹, zoals die op 20 juli jl. via mij aan het kabinet werd aangeboden.²

Het is wederom een uitvoerige en lezenswaardige rapportage geworden, waarin de stand van zaken op het gebied van mensenhandel in Nederland wordt geschetst en waarin de NRM 63 aanbevelingen doet op het gebied van:

– wet- en regelgeving

– de B9-regeling

– slachtoffers van mensenhandel

– hulpverlening en belangenbehartiging

– onderzoek en registratie

– rechtshandhaving in het algemeen (inclusief prostitutie)

– politie en opsporing

– OM en vervolging en

– overige aspecten van mensenhandel.

Het rapport en de daarin opgenomen conclusies en aanbevelingen zullen in interdepartementaal verband worden bestudeerd, waarna een reactie van het kabinet zal volgen.

De aanbevelingen zijn gericht tot diverse ministeries, maar naar de inhoud zijn er ook andere adressanten (politie, openbaar ministerie, IND, hulpverlenings- en opvangvoorzieningen, etc.). De reactie op de aanbevelingen zal dan ook waar nodig met deze adressanten worden afgestemd.

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel constateert aan het eind van de conclusies en aanbevelingen, dat er behoefte bestaat aan een nationaal actieplan voor de aanpak van mensenhandel, waardoor het opvolgen van de aanbevelingen en de voortgang van initiatieven en activiteiten zichtbaar wordt, bijgesteld kan worden en controleerbaar wordt.

Aan uw Kamer heb ik eerder toegezegd, dat de stand van zaken met betrekking tot de aanbevelingen uit de eerste rapportage van de NRM in de kabinetsreactie op de derde rapportage zal worden meegenomen.¹

Onlangs heb ik aan uw Kamer het plan van aanpak Ordening & Bescherming Prostutiesector toegestuurd, waarin (in hoofdstuk 5: «Opsporing en vervolging») een aantal maatregelen voor de verbetering van opsporing en vervolging van mensenhandel is opgenomen.

Ik acht het wenselijk dat de reactie op de aanbevelingen van de NRM en de maatregelen in het plan van aanpak nog dit jaar worden gebundeld tot een actieplan voor de aanpak van mensenhandel. Op deze wijze zal het kabinet de betreffende aanbeveling uit de derde rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel uitvoeren.

De Minister van Justitie a.i.,

M. C. F. Verdonk

---

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

2 In de gedrukte versie van het rapport zal een indexlijst worden opgenomen.

1 Algemeen overleg inzake mensenhandel d.d. 18 november 2003; KII, 2003–2004, 28 638, nr. 9.