28 637
Kabinetscrisis en -formatie

nr. 171
BRIEF VAN DE INFORMATEURS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2003

Bijgevoegd zenden wij u de informatieopdracht die ons door Hare Majesteit de Koningin op 15 april 2003 is verstrekt. Tevens gaan hierbij, met machtiging van Hare Majesteit de Koningin, afschriften van de adviezen die de voorzitters van de fracties in de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de Koningin hebben uitgebracht.

Mr. R. J. Hoekstra

Mr. F. Korthals Altes

RIJKSVOORLICHTINGSDIENST

15 april 2003

Het Kabinet der Koningin deelt mede:

Hare Majesteit de Koningin heeft hedenavond, dinsdag 15 april 2003, gelet op de ontvangen adviezen, mr. R. J. Hoekstra en mr. F. Korthals Altes verzocht binnen zo kort mogelijke termijn te onderzoeken welke mogelijkheden er thans zijn voor de vorming van een kabinet van CDA en VVD en één of meer andere partijen, dat kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal, op basis waarvan vervolgens spoedig een dergelijk kabinet kan worden geformeerd.

CDA

's-Gravenhage, 15 april 2003

Majesteit,

Op 14 april heeft U mij gevraagd advies uit te brengen over het vervolg van de formatie nu het in de informatie tot een breuk is gekomen tussen CDA en PvdA. Namens de CDA-fractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal wil ik U daarop als volgt antwoorden.

De CDA-fractie is van mening dat de breuk in de informatie onherroepelijk is en dat een eventuele lijmpoging derhalve geen zin heeft. In het debat in de Tweede Kamer dat gisteren heeft plaatsgevonden hebben wij geconstateerd dat een ruime meerderheid van de Kamer deze opvatting deelt.

De CDA-fractie heeft in het betreffende debat tevens aangegeven beschikbaar te zijn voor het vervolg van de formatie, waarbij het onze voorkeur heeft een kabinet te vormen waarbij, behalve het CDA, in ieder geval de VVD deel uitmaakt. Dit biedt naar onze mening de beste waarborg voor een slagvaardig beleid dat een antwoord kan bieden op de problemen waarmee ons land op dit moment te maken heeft.

Daarnaast is de CDA-fractie van mening dat het kabinet moet kunnen steunen op een vruchtbare samenwerking met de Tweede Kamer en derhalve in beginsel moet beschikken over een parlementaire meerderheid.

Het debat in de Tweede Kamer heeft geen duidelijkheid geboden over welke partij dat zou kunnen zijn. Een drietal mogelijkheden is daarbij aan de orde, te weten: LPF, D66 en ChristenUnie/SGP.

Om die reden stellen wij voor om een formatie, waarbij in ieder geval CDA en VVD zijn betrokken, vooraf te laten gaan door een kortdurende informatie waarbij de opdracht is vast te stellen welke partij(en) bereid is/zijn van een dergelijk kabinet deel uit te maken en kan/kunnen bijdragen aan een slagvaardig en gedragen beleid.

Wij stellen U voor daartoe zowel een informateur van CDA- als van VVD-huize te benoemen die deze verkennende analyse uitvoeren.

Met de meeste hoogachting,

J. P. Balkenende

PvdA

's-Gravenhage, 15 april 2003

Majesteit,

Nu de formatie van een kabinet steunend op parlementaire steun van PvdA en CDA thans niet mogelijk is gebleken, adviseer ik u een informateur te benoemen die onderzoekt welk kabinet thans kan rekenen op steun van een stabiele kamermeerderheid. De informateur zou zich daarbij dienen te baseren op de verkiezingsuitslag, de huidige stand van zaken in de (in)formatie en de problemen waar het land mee kampt. Wij denken in dit verband aan de vice-voorzitter van de Raad van State.

Met gevoelens van hoge achting,

Wouter Bos, fractievoorzitter

VVD

's-Gravenhage, 15 april 2003

Majesteit,

Nederland kampt met problemen die snel moeten worden aangepakt. Daarom is het noodzakelijk dat spoedig een stabiel meerderheidskabinet wordt gevormd.

Gelet op de uitkomst van het debat in de Tweede Kamer over de breuk in de formatie ligt het voor de hand dat het CDA en de VVD in ieder geval deel uitmaken van dit te vormen kabinet.

De VVD-fractie geeft U in overweging twee informateurs van CDA- en VVD-huize te benoemen met als opdracht op de kortst mogelijke termijn te verkennen met welke partij of partijen het CDA en de VVD het beste een stabiel meerderheidskabinet kunnen vormen.

Inmiddels verblijf ik, Majesteit met gevoelens van de meeste hoogachting,

Uw dienstwillige,

G. Zalm

SP

Den Haag, 15 april 2003

Majesteit,

Op 24 januari bracht de SP-fractie aan u als advies uit aan te sturen op de snelle totstandkoming van een CDA–PvdA-coalitie. De verkiezingsuitslag leidde rechtstreeks in die richting en in die richting alleen. In mijn advies van 24 januari betitelde ik het zoeken naar een andere coalitie dan deze als «het zoeken naar pinguïns op de Noordpool».

Nu deze coalitie niet haalbaar blijkt te zijn en er geen geloofwaardig alternatief voor bestaat rest als enige uitweg het uitschrijven van nieuwe verkiezingen.

Mijn fractie denkt niet lichtvaardig over het feit dat dit betekent dat er drie verkiezingen in iets meer dan één jaar zouden plaatsvinden, maar ziet op grond van eerdere uitspraken van betrokkenen geen andere route naar een stabiele en geloofwaardige regering die tevens recht doet aan «de wil van de kiezer».

Hoogachtend,

Namens de Tweede Kamerfractie van de Socialistische Partij,

Jan Marijnissen, voorzitter

LPF

's-Gravenhage, 15 april 2003

Majesteit,

Bij de verkiezingen van 22 januari 2003 behaalden de socialistische partijen 59 zetels, tegenover 91 voor de overige partijen. Op zich is een doorstart van de huidige coalitie derhalve alleszins gerechtvaardigd. De LPF heeft zich – gezien eerdere opmerkingen van de demissionaire minister-president – echter voorbereid op oppositie.

Nu tijdens het gisteren gehouden debat is gebleken dat er geen kans is op vruchtbare samenwerking tussen CDA en PvdA, dient te worden gekeken naar een coalitie van CDA, VVD en een derde partij. Uit het debat bleek voorts dat D66, de ChristenUnie, de SGP en de LPF bereid zijn tot onderhandelingen over het dragen van regeringsverantwoordelijkheid.

Gelet op bovenstaande geef ik U in overweging een informateur te benoemen die in een verkennende fase onderzoekt welke combinatie van partijen uitzicht biedt op de vorming van een meerderheidskabinet, dat kan rekenen op vruchtbare samenwerking met het parlement.

Met de meeste hoogachting,

M. Herben, fractieleider

GroenLinks

's-Gravenhage, 15 april 2003

Hare Majesteit,

De breuk in de formatie van een CDA en PvdA is veroorzaakt door een beschamende combinatie van arrrogantie en amateurisme. Op een onwaardige wijze hebben de grootste twee partijen van dit land partijbelang boven landsbelang gesteld. Met name het CDA lijkt Oost-Indisch doof voor de duidelijke boodschap die de kiezers op zowel 22 januari als 11 maart hebben afgegeven.

In het Kamerdebat van gisteren heb ik namens de fractie van GroenLinks getracht draagvlak te creëren voor een finale poging om een coalitie van CDA en PvdA tot stand te brengen. Dat is helaas niet gelukt. Wellicht is U gegeven wat mij niet is gelukt. Op zijn minst dient naar de mening van mijn fractie onomstotelijk vast komen te staan dat een dergelijke lijmpoging onmogelijk is. Tegelijkertijd lijkt een coalitie van CDA en VVD aangevuld met een derde partij het meest waarschijnlijk. Waarbij voor mijn fractie geldt dat wij, om redenen van stabiliteit en geloofwaardigheid, een voorkeur hebben voor D66 als derde coalitiepartner.

Een en ander brengt mij er toe U te adviseren een informateur van CDA-huize te benoemen, die allereerst onderzoekt of het definitief vaststaat dat lijmen onmogelijk is. Om vervolgens te verkennen of er bij betrokken partijen bereidheid bestaat om de levensvatbaarheid van een coalitie tussen het CDA, de VVD en D66 te onderzoeken.

Een dergelijke coalitie legt gemeten naar de huidige, teleurstellende, verhoudingen het minst een hypotheek op de nabije politieke toekomst van dit land.

Met gevoelens van de meeste hoogachting,

Femke Halsema, fractievoorzitter

D66

's-Gravenhage, 15 april 2003

Majesteit,

Op 14 april jl. verzocht U mij advies uit te brengen over de ontstane politieke situatie.

Uit het verslag van de informateurs aan de Tweede Kamer van 12 april jl. over het onderzoek naar de mogelijkheid van een spoedige totstand-koming van een kabinet van CDA en PvdA blijkt dat beide fracties op een groot aantal onderwerpen geheel of gedeeltelijk overeenstemming hadden bereikt. Desondanks is de formatie mislukt.

Gebleken is dat het onderling vertrouwen tussen de onderhandelaars ontbrak.

Uit het debat van gisteren volgt dat van een lijmpoging van CDA en PvdA op korte termijn helaas niets te verwachten valt.

De fractie van D66 is er voorstander van dat de fractievoorzitter van het CDA het initiatief neemt om een proeve van een regeerakkoord te schrijven. Deze proeve kan vervolgens aan de andere fracties, in de eerste plaats die van de PvdA, worden voorgelegd.

Mocht deze weg niet bewandeld kunnen worden, dan stelt de fractie van D66 voor dat er een informateur wordt benoemd die in een kortdurende verkennende informatie vaststelt welke coalities er mogelijk zijn om een slagvaardig en stabiel meerderheidskabinet te formeren.

Met de meeste hoogachting,

Boris O. Dittrich,

Voorzitter van de D66-fractie in de Tweede Kamer

ChristenUnie

's-Gravenhage, 15 april 2003

Majesteit,

Gezien het verslag van de informateurs d.d. 12 april 2003 en mede in het licht van het daarover gehouden debat van 14 april 2003 geeft de fractie van de ChristenUnie U in overweging een nieuwe informateur uit de kring van het CDA te benoemen met de opdracht de mogelijkheden te onderzoeken om een kabinet te formeren dat in ieder geval bestaat uit CDA en VVD en kan rekenen op voldoende steun in de Tweede Kamer. Hiertoe zou in een korte informatie moeten worden verkend welke van de in aanmerking komende fracties de bereidheid hebben om deel te nemen aan constructieve gesprekken met het oog op een spoedige totstandkoming van een dergelijk kabinet, dat in staat is het hoofd te bieden aan de economische, maatschappelijke en internationale vraagstukken waar Nederland voor staat.

In het licht van de gebeurtenissen van de afgelopen week en gelet op het debat van gisteren, acht de fractie van de ChristenUnie een nieuwe poging om tot een coalitie van CDA en PvdA te komen niet langer opportuun.

De fractie van de ChristenUnie wenst U de wijsheid van God toe bij het nemen van Uw beslissingen.

Met verschuldigde eerbied,

A. Rouvoet

SGP

Den Haag, 15 april 2003

Majesteit,

De SGP-fractie in de Tweede Kamer wil U hartelijk danken voor Uw uitnodiging om U te mogen adviseren over de wijze waarop de huidige impasse in de kabinetsformatie kan worden doorbroken.

Nu helder is geworden dat een coalitie van CDA en PvdA onmogelijk is, denkt de SGP-fractie aan de totstandkoming van een kabinet waarvan tenminste de fracties van CDA en VVD deel uitmaken. Gelet op het feit dat deze twee partijen in de Tweede Kamer samen geen meerderheid hebben, dient bezien te worden welke mogelijkheden er zijn om te waarborgen dat deze coalitie kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal.

Op basis hiervan geeft de SGP U in overweging om een informateur te benoemen afkomstig uit de kring van het CDA die hiertoe de verschillende mogelijkheden zal gaan onderzoeken.

U van harte Gods wijsheid en zegen toewensend, tekent, met gevoelens van hoge achting,

B. J. van der Vlies, fractievoorzitter


XNoot
1

I.v.m. het ontbreken van de tweede pagina.

Naar boven