28 637
Kabinetscrisis en -formatie

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 februari 2003

Tijdens het ordedebat van 11 februari jongstleden is de wens naar voren gekomen de CEC-notitie die ten behoeve van de kabinetsformatie is opgesteld aan de Tweede Kamer aan te bieden. De CEC-notitie is geen notitie van of aan mij, maar is via mij aan de informateur aangeboden. Het is dus aan de informateurs om te belissen over het vrijgeven van de CEC-notitie.

Ik heb mij over het aan de Kamer beschikbaar stellen van de CEC-notitie verstaan met de informateur. Hij heeft mij te kennen gegeven zich te houden aan de spelregels die hij heeft voorgelegd aan de Tweede Kamer.

Achtergrond van deze lijn is dat dergelijke documenten behoren tot het geheel van de (in)formatie waarmee de opvolgende (in)formateur(s) hun opdracht vervullen respectievelijk zijn opdracht vervult. Daarmee moeten zij respectievelijk moet hij naar eigen inzicht en in alle onafhankelijkheid kunnen omgaan. Het tijdens de (in)formatie openbaar maken van delen van het formatiedossier zou een inbreuk maken op de hiervoor aangegeven positie van de (op)volgende (in)formateurs en op het proces van kabinetsformatie als zodanig. Dat betekent derhalve dat de door u gevraagde informatie door de informateurs beschikbaar zal worden gesteld zodra de informatie is afgerond.

De Minister van Economische Zaken,

H. Hoogervorst

Naar boven