28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 237 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2016

Bij de begrotingsbehandeling van donderdag 3 december jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 33, items 4, 8 en 35) heb ik het lid Koşer Kaya (D66) toegezegd voor de zomer van 2016 te bezien of de huidige openbaarmaking van begunstigden van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kan worden uitgebreid met openbaarmaking van controlegegevens. Daarbij heb ik ook aangegeven te willen nagaan of de doelen van de subsidies bekendgemaakt kunnen worden. In deze brief geef ik aan op welke wijze ik voornemens ben invulling te geven aan deze toezeggingen.

Uitgangspunt en kader openbaarmaking

Openbaarheid van bestuur is voor mij een belangrijk uitgangspunt. Nederland ontvangt jaarlijks ruim 800 miljoen euro aan landbouwsubsidies uit het GLB. Zeker als het om dergelijke bedragen gaat, mag van de overheid worden verwacht dat ze aan de belastingbetaler laat zien waar deze middelen terechtkomen, voor welke regelingen ze bestemd zijn, wat het doel ervan is en of de middelen correct worden besteed. Tegelijkertijd hecht ik eraan de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens te respecteren.

De afgelopen maanden heb ik in beeld laten brengen wat de mogelijkheden zijn om de transparantie over controlegegevens te vergroten. Daarvoor is er onder andere contact geweest met de Europese Commissie. De openbaarmaking van GLB-gegevens is namelijk geregeld in Europese verordeningen. Het gaat om Verordening (EU) nr. 1306/2013 en Verordening (EU) nr. 908/2014. In deze verordeningen staat welke gegevens lidstaten moeten publiceren en op welke wijze ze dat moeten doen. Ook is hierin het kader gedefinieerd waarbinnen lidstaten kunnen handelen als ze gedetailleerdere informatie openbaar willen maken (artikel 57, derde lid van Verordening (EU) nr. 908/2014).

Invulling toezeggingen

Ik concludeer dat de transparantie over de uitkomsten van controles op GLB-subsidies vergroot kan worden, zonder daarbij in conflict te komen met wetgeving rond de bescherming van persoonsgegevens. Momenteel legt het kabinet jaarlijks verantwoording af over de besteding van de Europese fondsen in gedeeld beheer via de Nationale Verklaring. Deze verklaring geeft inzicht in het foutenpercentage op het niveau van de Europese fondsen, maar niet op het niveau van de individuele regelingen. Hier zie ik ruimte voor meer transparantie.

Voortaan zal ik jaarlijks geaggregeerd per regeling de volgende informatie bekend maken:

  • uitbetaald subsidiebedrag;

  • ingehouden bedrag als gevolg van administratieve controles;

  • gecontroleerd bedrag ter plaatse (opgesplitst naar select gecontroleerd en a-select gecontroleerd);

  • ingehouden bedrag als gevolg van controles ter plaatse (opgesplitst naar select gecontroleerd en a-select gecontroleerd).

Met deze aanvullende publicatie geef ik meer inzicht in de uitkomsten van de controles op de GLB-subsidies. Door deze informatie met een korte toelichting te plaatsen op de website van RVO.nl stel ik iedere burger in staat kennis te nemen van de GLB-bestedingen in Nederland en van de mate waarin bij de verschillende regelingen de subsidievoorwaarden zijn nageleefd. Op deze wijze versterk ik de publieke controle op de besteding van de GLB-gelden. Deze publieke controle draagt bij aan een doeltreffend gebruik van overheidsgelden. Bovendien maakt deze aanvullende bekendmaking een betere deelneming van de burgers aan het publieke debat rond de beslissingen over de uitgangspunten van het GLB mogelijk. Door de gegevens geaggregeerd op regelingsniveau te publiceren is er geen sprake van publicatie van persoonsgegevens en is een eventuele strijdigheid met de privacywetgeving niet aan de orde.

Zoals u weet zijn de provincies verantwoordelijk voor de uitvoering van een deel van de Europese plattelandsregelingen. Ik zal in overleg met de provincies bezien of voor deze regelingen de controlegegevens op dezelfde wijze gepubliceerd kunnen worden.

Ik ben ook, zoals toegezegd, nagegaan wat de stand van zaken is met betrekking tot het publiceren van de doelstellingen van de regelingen. Momenteel wordt op de website van RVO.nl van iedere GLB-begunstigde, waarvan naam, postcode en woonplaats wordt vermeld, aangegeven hoeveel subsidie een betrokkene heeft ontvangen en voor welke regelingen dit was (https://mijn.rvo.nl/openbaarmaking-europese-subsidiegegevens). Daarbij staat bij iedere regeling een korte omschrijving van de doelstelling van de betreffende regeling. Deze omschrijvingen zijn afkomstig van de Europese Commissie en worden jaarlijks bijgewerkt. Daarmee is de huidige wijze van openbaarmaking voldoende transparant over de doelstellingen. Aanpassingen op dit aspect zal ik daarom niet doorvoeren.

Bescherming persoonsgegevens

Ook heb ik overwogen om, in aanvulling op de publicatie van de geaggregeerde controlegegevens, ook de uitkomsten van controles op begunstigdenniveau openbaar te maken. Ik heb dat gedaan omdat het lid Koşer Kaya in haar aangehouden motie pleit voor een openbaar toegankelijk digitaal portaal waarin, naast de toegekende landbouwsubsidies, eveneens alle relevante bij de overheid en uitvoeringsorganisaties aanwezige aanvraag- en verantwoordingsgegevens over de controles terug te vinden zijn (Kamerstuk 34 300 XIII, nr. 126).

Aan de Europese Commissie heb ik gevraagd of lidstaten bevoegd zijn om dergelijke gegevens op het niveau van individuele begunstigden openbaar te maken. De Europese Commissie heeft geantwoord dat het aan de lidstaten zelf is om te beoordelen of zo’n publicatie in strijd is met het recht op de bescherming van persoonsgegevens. De lidstaten moeten de doelstelling van zo’n uitbreiding van de publicatie duidelijk kunnen maken en hard kunnen maken dat deze proportioneel is en noodzakelijk om de doelstelling te kunnen realiseren. Hiermee wijst de Europese Commissie op het evenredigheidsbeginsel. Dit houdt in dat de middelen die worden ingezet om een doel te bereiken, passend moeten zijn en niet verder mogen gaan dan noodzakelijk is. Daarbij geeft de Europese Commissie onder andere in overweging dat publicatie van controlegegevens een groter risico op stigmatisering en reputatieschade met zich brengt vergeleken met de huidige publicatie van subsidiegegevens.

De doelstelling van een eventuele uitbreiding van de openbaarmaking met controlegegevens van individuele begunstigden is evident. Als voor een dergelijke uitbreiding gekozen zou worden, zou ik dat doen om de publieke controle op de besteding van de Europese middelen te versterken. Ik vind echter niet dat hard gemaakt kan worden dat zo’n uitbreiding op begunstigdeniveau noodzakelijk is om deze doelstelling te realiseren. Datzelfde doel kan namelijk ook bereikt worden door te volstaan met publicatie van controlegegevens op regelingsniveau.

Daar komt bij dat aan de huidige wijze van openbaarmaking (waarbij wel de ontvangen subsidies worden gepubliceerd, maar niet de controlegegevens) een grondige studie vooraf is gegaan waarbij gezocht is naar een juiste balans tussen openheid en bescherming van persoonsgegevens. Ik verwijs u hiervoor naar overweging 80 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Toevoeging van controlegegevens van individuele begunstigden aan deze openbaarmaking brengt deze balans in gevaar. Het risico dat de rechter een dergelijke uitbreiding van de openbaarmaking in strijd acht met het evenredigheidsbeginsel, is derhalve reëel.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven