28 625
Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2003

Naar aanleiding van een vraag van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in genoemde brief zal ik hieronder mijn beleid voor het melkleasen uiteenzetten.

Terugblik op AO melkleasen van 23-6-2003

Tijdens de tweede termijn van het AO over melkleasen op 23 juni 2003 (28 625, nr. 9) is het volgende afgesproken:

• De beperking van het volledig verleasen van melkquotum zal ingaan na een overgangstermijn van drie jaar. De overgangstermijn gaat in op 1 april 2004.

De hierboven genoemde overgangstermijn vervalt vanaf het moment dat een nieuwe verordening voor de melkquotering in werking treedt, als daarin het volledig verleasen niet is toegestaan.

• Ik zal onderzoeken in hoeverre er mogelijkheden zijn om bij het opzeggen van een pachtovereenkomst de vergoeding voor de pachter hoger te laten zijn dan de nu -op basis van vaste jurisprudentie- gangbare 50% van de waarde van het quotum. Als randvoorwaarde geldt daarbij dat beoordeeld moet worden in hoeverre een wijziging kan leiden tot rechtsongelijkheid en in hoeverre een andere verhouding redelijk en billijk is.

Besluit Landbouwraad

In de Landbouwraad van juni hebben de Lidstaten overeenstemming bereikt over een omvangrijk pakket van wijzigingen in het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Onderdeel van dit pakket is ook een nieuwe Verordening voor de melkquotering. De verordening legt sterk de nadruk op de actieve producent. Als producent slechts geldt de melkveehouder die zelf melk produceert en op de markt brengt of voorbereidingen treft dat op zeer korte termijn te gaan doen. Het artikel over verhuur luidt als volgt:

«Artikel 16

Tijdelijke overdracht

1. Aan het einde van elk tijdvak van twaalf maanden staan de lidstaten voor het betrokken tijdvak de tijdelijke overdracht toe van een deel van de individuele referentiehoeveelheid die de producent die hierover beschikt, niet voornemens is te gebruiken.

De lidstaten kunnen de overdrachten regelen naar gelang van de categorie producenten of de structuur van de melkproductie, ze beperken op het niveau van de koper of binnen de regio, volledige overdracht toestaan in de gevallen bedoeld in artikel 15, lid 31, en bepalen in hoeverre de cedent overdrachten kan herhalen.

2 Elke lidstaat kan besluiten lid 1 niet toe te passen op grond van één van of beide onderstaande criteria:

a) de noodzaak structurele ontwikkelingen en aanpassingen te vergemakkelijken;

b) dringende redenen van administratieve aard.»

Wat zegt deze bepaling nu?

Deze bepaling behelst dat totaalverhuur van de baan is. Voortaan mag nog slechts een deel van het quotum worden verhuurd.

De uitzonderingssituatie als bedoeld in de tweede alinea van lid 1 biedt geen oplossing voor de totaalverhuurders. Zoals ik al in mijn brief van 20 juni jl. schreef, is overmacht een uitzondering op de regel dat verplichtingen moeten worden nagekomen en kan afwijking van een verplichting op grond van overmacht of een daarop lijkend geval slechts in zeer bijzondere omstandigheden worden toegestaan.

Het tweede lid van het artikel geeft de lidstaat de bevoegdheid in het geheel geen verhuur van melkquotum toe te staan.

De nieuwe verordening voor de melkquotering, waarover de Landbouwraad afgelopen juni heeft gesproken, behelst een fundamentele verandering voor de verhuur van melkquotum. Zoals u ziet staat de Europese Gemeenschap in het eerste lid van artikel 16 nog slechts de melklease (tijdelijke overdracht) van een deel van de referentiehoeveelheid (quotum) toe.

Daarmee is het beleid inzake de verhuur van een geheel quotum, dat de afgelopen jaren is toegestaan, van de baan. Als gevolg van die uitkomst kan ik niet aan de toegezegde overgangstermijn van 3 jaar voldoen. Al tijdens het AO van 23 juni jl. heb ik hier uitdrukkelijk voor gewaarschuwd.

Het onderzoek naar de (on)mogelijkheid tot herziening van de 50–50 waardeverdeling van het melkquotum bij het opzeggen van het pachtcontract is gestart. Het onderzoek zal naar verwachting deze winter beschikbaar komen.

Nationale invulling nieuwe Verordening

De nieuwe verordening over de melkquotering zal in Nederland geïmplementeerd worden in een nieuwe Ministeriële regeling superheffing. Bij deze implementatie zal de volgende systematiek in de regeling worden vastgelegd.

• Het deel van het quotum dat mag worden verhuurd, bedraagt 30%. Structurele verhuur van 30% van het quotum is in principe toegestaan. Een melkveehouder die meer dan 30% van zijn quotum wil verleasen zal dat niet kunnen, omdat leasecontracten die meer dan 30% van het quotum beslaan niet door de Centrale Organisatie Superheffing (COS) geregistreerd zullen worden. Het percentage van 30% is de pendant van de eis dat een producent ten minste 70% van zijn quotum zelf moet gebruiken, waarover hierna meer.

• Zoals reeds eerder medegedeeld, heeft een lidstaat de bevoegdheid te eisen van een producent dat hij ten minste 70% van zijn melkquotum benut door zelf melk te produceren en op de markt te brengen. Ik ga deze eis stellen vanaf 1 april 2004. De belangrijkste reden hiervoor is een ondergrens te markeren voor wat in mijn ogen nog een actief producent kan heten. Derhalve zal in de nabije toekomst een melkveehouder alleen als een actieve producent worden beschouwd, als hij minimaal 70% van zijn melkquotum zelf produceert en op de markt brengt.

• Van degene die in een heffingsperiode minder dan 70% van zijn quotum produceert, vervalt conform de Verordening het onbenut gelaten deel van het quotum aan de nationale reserve. Als bijvoorbeeld een melkveehouderij 30% van zijn quotum verleast en hij melkt maar 60% van zijn oorspronkelijke quotum vol, dan vervalt 40% van zijn oorspronkelijke quotum aan de nationale reserve. Hij kan dit quotum echter op verzoek en onder bepaalde voorwaarden terugkrijgen.

• Een melkveehouder die tijdelijk helemaal stopt met melken of – thans ingeval van een totaalverhuurder – niet per 1 april 2004 direct met melken begint, raakt na de eerste heffingsperiode (van 1 april 2004 tot en met 31 maart 2005) zijn gehele quotum kwijt aan de nationale reserve. Als hij echter binnen 24 maanden nadien (voor 31 maart 2007) weer begint met melken dan kan hij het quotum op verzoek en onder voorwaarden weer terug krijgen.

De voorwaarden zijn in ieder geval dat de producent weer gaat melken en minimaal 70% van zijn quotum produceert.

• Qua procedure denk ik nu aan het volgende. Uiterlijk een bepaalde periode voor het einde van de 24 maanden termijn geeft de melkveehouder te kennen dat hij weer gebruik wil gaan maken van zijn (aan de nationale reserve toegevallen) quotum. Het COS zet het quotum dan met ingang van het volgende quotumjaar (1 april 2007 tot en met 31 maart 2008) voorwaardelijk op zijn naam. De belangrijkste voorwaarde voor het weer definitief op zijn naam krijgen van het quotum is dat hij in dat jaar (2007/2008) weer minimaal 70% van zijn melkquotum zelf produceert.

• Een melkveehouder die gaat stoppen met melken kan in het quotumjaar waarin hij stopt het quotum onbenut laten, als hij het quotum maar uiterlijk in december van dat jaar verkoopt. Ik zal bezien of de uiterste termijn voor de registratie van verkoop van quotum kan worden uitgesteld tot maart 2005.

Informatie uit het Verenigd Koninkrijk en Ierland

Eerder berichtte ik u al dat totaalverhuur ook in Ierland en het Verenigd Koninkrijk voorkomt. U vroeg mij naar de stand van zaken in die lidstaten. Navraag omtrent de situaties in het Verenigd Koninkrijk en Ierland heeft het volgende geleerd.

In het Verenigd Koninkrijk zal het quotum van de niet-producerende quotahouders in beslag genomen worden als men het niet vóór 31 maart 2004 verkocht heeft. Uit data van het Rural Payment Agency kan worden afgeleid dat het grootste deel van de niet-producenten hun quota nu al heeft verkocht.

In Ierland is men al sinds 2000 bezig het melkleasen te beperken. De onrust onder de boeren is daardoor niet zo sterk meer als enige jaren geleden. Ierland zal per 1 april aanstaande voldoen aan de nieuwe Verordening. De verhuur van een geheel quotum zal dan niet meer mogelijk zijn.

Boerderijzuivelbereiders

Tijdens het vorig algemeen overleg vroeg u ook naar de situatie bij de boerderijzuivelbereiders. Toen meldde ik u dat er een gerechtelijke procedure loopt van vier melkveehouders tegen de Staat en het Productschap Zuivel. Inmiddels heeft het Gerechtshof uitspraak gedaan, waarbij de overheid volledig in het gelijk is gesteld. De eventuele nota's met verschuldigde superheffing zijn verzonden aan de bedrijven die het betreft. Enkelen hebben daartegen al bezwaar gemaakt. Afgewacht moet worden hoe dat verder zal aflopen.

Tot slot

Op de fiscale aspecten van de melkquota wordt in deze brief verder niet ingegaan. Hierop zal het Ministerie van Financiën ingaan middels de antwoorden op de Kamervragen van de leden Van Loon-Koomen en Atsma (beiden CDA).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Gevallen waarin inactiviteit wordt geacccepteerd «in geval van overmacht en in deugdelijk gemotiveerde en door de bevoegde autoriteiten erkende gevallen die tijdelijk de productiecapaciteit van de betrokken producenten beïnvloeden»

Naar boven