28 622
Protocol tot wijziging en aanvulling van het verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Russische Federatie inzake de Nederlandse assistentie bij de vernietiging van voorraden chemische wapens in de Russische Federatie, gesloten op 22 december 1998; Moskou, 27 februari 2002

nr. 15a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 30 mei 2002 en het nader rapport d.d. 20 september 2002, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 17 april 2002, no. 02.001967, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Defensie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Protocol tot wijziging en aanvulling van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Russische Federatie inzake de Nederlandse assistentie bij de vernietiging van voorraden chemische wapens in de Russische Federatie, gesloten op 22 december 1998; Moskou, 27 februari 2002, met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van uw kabinet van 17 april 2002, nr. 02.001967, machtigde uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde protocol rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 mei 2002, nr. W02.02.0165/II, bied ik u hierbij aan.

Dit wijzigingsprotocol van het op 22 december 1998 te 's-Gravenhage totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Russische Federatie inzake de Nederlandse assistentie bij de vernietiging van voorraden chemische wapens in de Russische Federatie is noodzakelijk geworden omdat de internationale donorinspanningen aanvankelijk niet leidden tot de gewenste resultaten. Nederland heeft zich na de door de Russische autoriteiten genomen beslissingen met dit protocol bereid getoond de steun te verleggen naar andere (deel)projecten en andere regio's binnen de Russische Federatie.

De Raad van State maakt daarbij de volgende kanttekeningen.

1. Gelet op het advies van de Raad van State is de tweede alinea van hoofdstuk 1, alsmede de tweede en derde alinea van hoofdstuk 2 met een passage uitgebreid.

2. Naar aanleiding van de eerste en derde ambtelijke kanttekeningen is het begin van hoofdstuk 2 aangepast. De in de derde kanttekening genoemde formulering is op verzoek van de Russische autoriteiten toegevoegd.

3. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de toelichtende nota een aantal correcties aan te brengen. Zo wordt aan het eind van de eerste alinea van hoofdstuk 1 thans «Italië» genoemd in plaats van «Frankrijk».

Volgens paragraaf 1 van de toelichtende nota is het – gelet op de ontwikkelingen sinds december 1998 – niet langer wenselijk dat het verdrag een specifieke aanduiding van plaats of inhoud van de projecten bevat. Daarom wordt voorgesteld na de woorden «Republiek Oedmoertië» telkens de woorden «of in elke andere daarvoor in aanmerking komende regio» toe te voegen.

In verband met het streven naar een meer algemene omschrijving van plaats en inhoud en met het feit dat Kambarka (althans voorlopig) wordt afgevoerd van de lijst met vernietigingslocaties behoeft het naar de mening van de Raad toelichting waarom de in het verdrag voorkomende specifieke inhoud- en plaatsaanduiding, namelijk «de bouw (en exploitatie) van de/een installatie voor de vernietiging van chemische wapens nabij Kambarka, Republiek Oedmoertië» niet is vervangen door een meer algemene formulering.

Voorts adviseert het college in de toelichtende nota te verduidelijken of en zo ja voor welk deel, de (althans voorlopig) van de lijst afgevoerde vernietigingslocatie Kambarka deel uitmaakt van het eerste project.

De Raad van State kan zich met dit Protocol verenigen en geeft U mitsdien in overweging goed te vinden dat bedoeld Protocol wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge u, mede namens mijn ambtgenoot van Defensie, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het protocol vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste Kamer en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer

Ambtelijk door te geven kanttekeningen bij zaak no. W02.02.0165/II

– Zowel de tekst van het protocol als de toelichtende nota gaan er ten onrechte van uit dat de artikelen van het op 22 december 1998 totstandgekomen Verdrag inzake de Nederlandse assistentie bij de vernietiging van voorraden chemische wapens in de Russische Federatie (Trb. 1999, 19) genummerd zijn in Arabische cijfers, terwijl het verdrag is voorzien van een nummering in Romeinse cijfers.

– In het slotformulier voortaan in paats van de woorden «gelijk juridisch authentiek» de formulering «gelijkelijk authentiek» gebruiken.

– De eerste volzin van paragraaf 2 van de toelichtende nota aanpassen: De wijziging houdt in dat de aanwijzing van Kambarka als gespecificeerde locatie wordt geschrapt en in plaats daarvan wordt vermeld dat de Nederlandse steun zich ook richt op andere geschikte gebieden in Rusland, dit al naar gelang de prioriteiten en ontwikkelingen (artikelen 1, 2 en 4).

Naar boven