28 618
Interpellatie inzake de inzet van VN instrumenten ten aanzien van Israël en Irak

nr. 3
MOTIE VAN HET LID VAN BOMMEL

Voorgesteld 25 september 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat Nederland grondwettelijk heeft vastgelegd de internationale rechtsorde te willen bevorderen;

constaterende, dat de regering VN-resoluties onder hoofdstuk 7 van het VN-Handvest als «dwingend van karakter» aanmerkt;

van mening, dat niet slechts VN-resoluties onder hoofdstuk 7 maar ook die onder hoofdstuk 6 als dwingend dienen te worden aangemerkt;

verzoekt de regering de Adviescommissie Volkenrecht te raadplegen met betrekking tot de mate waarin VN-resoluties onder hoofdstuk 6 en 7 van het Handvest van de VN als dwingend van karakter kunnen worden aangemerkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Bommel

Naar boven