28 604
De Staat van de Europese Unie

nr. 10
MOTIE VAN HET LID TH. DE GRAAF

Voorgesteld 3 oktober 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de totstandkoming van een overtuigend en krachtig buitenlands beleid onontbeerlijk is voor de verdere integratie van Europa en het politieke gezag van Europa in de wereld;

verzoekt de regering alle inventiviteit aan te wenden om binnen de Europese Unie te komen tot een geconditioneerd doorbreken van het unanimiteitsvereiste in het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid in situaties die een krachtige Europese positie vereisen, een en ander onder waarborging van het recht van lidstaten om minderheidsposities in te nemen en binnen de context van voldoende Europese parlementaire controle,

en gaat over tot de orde van de dag.

Th. de Graaf

Naar boven